‘Pop is ook kunst’

3VOOR12 Friesland in gesprek met directeur Albert van der Kooij van de Academie voor popcultuur.

Paul van Berlo en Cilla Geurtsen ,

Door het herenakkoord van flink wat jaren geleden vertrokken alle Leeuwarder kunstopleidingen naar Groningen. In ruil daarvoor kreeg Leeuwarden de landbouwstudies, de lerarenopleiding en de Thorbecke Academie terug. In 2003 vond een aantal mensen dat het meer dan de hoogste tijd was om weer iets te doen aan de ontwikkelingen in de kunst en het kunstonderwijs in Leeuwarden. Daarom werd de Academie voor Popcultuur opgericht. Deze academie springt in op het steeds meer multidisciplinair worden van kunst. Albert van der Kooij is momenteel de directeur van deze opleiding. 3VOOR12 Friesland in gesprek met.

3VOOR12 Friesland in gesprek met directeur Albert van der Kooij van de Academie voor popcultuur.

Vertel eens wat over het hoe, wat en waarom van de popacademie.

“Pop is ook kunst. Er bestaat eigenlijk geen low art en geen high art meer. Pop is mainstream en een dominante cultuur. Met deze school willen we een soort statement maken. Het gaat hier om de creatieve geesten die niet gebonden zijn aan een instrument of kunstdiscipline.

De Academie voor Popcultuur richt zich altijd op de vernieuwing. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot de rockacademie die zich op de meer gevestigde muziekindustrie richt. Wij kijken meer om ons heen, zijn meer op de straat gericht. Krause, Adept en Bonne Aparte zijn bands die daar duidelijk mee bezig zijn, maar we geven natuurlijk ook de ruimte aan artiesten die een hele andere weg willen inslaan zoals Elske deWall. Het grootste gedeelte van onze studenten zal misschien uiteindelijk niet in de popwereld terecht komen, de opleidingen die wij aanbieden zijn toch een beetje underground.”

Wat voor eisen stelt deze opleiding aan de studenten?

“Studenten moeten bij ons een totaalconcept kunnen maken. Vormgeving is daarbij heel belangrijk. Een muziekinstrument is vaak maar een middel. De studenten hoeven wat dat betreft ook niet aan de eisen van het conservatorium te voldoen. Het gaat om ontwikkelingen in de popwereld. De eigen subcultuur is het startpunt. We bieden een opleiding popcultuur aan, dat houdt in dat muziek, schilderen, tekenen en performance ook belangrijk zijn.
Aankomende zomer gaan we wat dingen doen op Oerol. Daar besteden we dus ook aandacht aan tijdens deze opleiding: projectmanagement is een essentieel onderdeel. Dit is een hbo-opleiding en we krijgen mensen binnen die van hun hobby hun beroep willen maken. Dan moet je dat soort dingen allemaal wel kunnen. Ondernemerschap is ook belangrijk. Zo zijn de studenten dit jaar voor het eerst betaald door de gemeente voor hun optreden tijdens de nieuwjaarsreceptie.

De bandjes die hier ontstaan zijn wel het uithangbord van onze academie. Het grootste gedeelte komt ook binnen via de muziek. Dat zal zo’n twee derde van het aantal studenten zijn. De studenten die de vormgevingsrichting kiezen maken niet altijd muziek, maar is wel degelijk sprake van feeling met de popcultuur. “


Met welke zaken die de afgelopen jaren ontstaan zijn, ben je heel erg content?

“Er zijn al heel veel mooie dingen op deze school ontstaan. Dat er nu zoveel mensen die op deze school zitten c.q. hebben gezeten op Noorderslag en Eurosonic staan is een mooi voorbeeld. Zo heb je Florian Wolff, Kim Janssen, Krause, DJ Estaw en ook Gerrit van der Scheer, die nu met Herrek weer een mooi nieuw concept uitzet. Ook ben ik trots op het werk dat Sarah Vos levert, of op het Frysk festival waar we dingen voor gedaan hebben en op het feit dat we aankomende zomer dus op Oerol staan.

Verder zijn we een nieuw festival, het Island festival, aan het ontwikkelen en organiseren. Dat is een nieuw festival op Ameland dat aankomende september gehouden zal worden en dat als centraal thema duurzaamheid zal hebben. Daar cirkelen dan kunst, media, technologie en economie omheen. We zijn hier al drie jaar mee bezig.  Het innovatieve hiervan is dat de kracht van popcultuur gebruikt zal worden voor het aanpakken van maatschappelijke problemen. Met studenten hebben we een concept ontwikkeld. Er komt bijvoorbeeld een  driedaagse workshops over robotica. Verder zal een kunstenaar strandbeesten maken. Het Carthesiusinstituut (het kenniscentrum voor duurzame innovaties van de Technische universiteiten in Nederland) werkt ook aan dit festival mee. Verder zullen de optredens ook gelinkt worden aan duurzaamheid. Men hoopt op een opkomst van twee à drieduizend mensen voor dit ´Sustain & Entertain´.”

Heeft de popacademie ook waarde voor Friesland? 

“Ik heb zeker het idee dat deze popacademie een toegevoegde waarde voor deze regio heeft. Veel studenten wonen en werken dan wel in Groningen, maar het sorteert ook hier in Friesland wel effect. Kijk bijvoorbeeld maar naar Freesonica waar Pioneers of Love en Jean Parlette in zijn beland. Ook bij Kluts in Romein zie je een ander klimaat en niveau als het gaat om muziek. Verder waren we ook heel aardig vertegenwoordigd tijdens de Grote Prijs van Nederland. Er wordt bovendien steeds vaker van allerlei kanten een beroep op ons gedaan. Men weet ons te vinden.

De school zit qua studentenaantal wel ongeveer op zijn maximum. Ongeveer vijftig procent van de mensen die zich aanmelden wordt uiteindelijk aangekomen. We hebben hier momenteel zo’n 200 – 250 studenten rondlopen. Het is altijd de vraag of je gaat voor kwaliteit of kwantiteit. Wij zijn een unieke opleiding en zijn op het vlak van de kwaliteit gaan zitten. Het is individueel onderwijs en daarom is het een dure opleiding. Er is wel een discussie in de kamer gaande trouwens, waarom de kunstopleidingen zoveel geld moeten kosten. Maar al met al heeft deze academie haar bestaansrecht wel bewezen.”