In het hart van dit drijvende spektakel stond Alvin Curran zelf. Curran, een veteraan in de wereld van de experimentele muziek, is een pionier die al sinds de jaren zestig de grenzen van klank en compositie oprekt. Zijn muziek kent geen vaste vorm en put uit alles wat geluid maakt — van traditionele instrumenten tot gevonden voorwerpen. Zijn benadering is tegelijk speels, poëtisch en filosofisch: de wereld om hem heen is zijn orkest.
In een van de boten gewapend met een trom, een imposante zeeschelp en zijn kenmerkende elektronische apparatuur dirigeerde Curran de muzikale armada om hem heen. Zijn werk, Maritime Rites, beleefde hier een nieuwe incarnatie — een werk dat hij sinds de jaren zeventig telkens opnieuw vormgeeft, steeds aangepast aan de locatie en het moment.
Maritime Rites is een ode aan water, beweging en klank. Het stuk vertrekt vanuit het doordringende geluid van een misthoorn — een eenvoudig maar krachtig symbool — dat zich langzaam ontvouwt tot een rijk weefsel van klanken. In Den Haag kregen de golven van geluid extra betekenis tegen de historische achtergrond van het Binnenhof en het zacht kabbelende water van de Hofvijver.