Als het Grote Geld grip krijgt op de kunst hoed je dan maar. “Wij gaan jou groot maken” staat gelijk aan regelrechte kunst- en kunstenaarsmoord. Berg je voor de Endemolletjes, de Van Tijntjes, de Henk-Jan Smitsjes en de Mensjes, want als het naar geld riekt, draait de muntentelmachine plotsklaps overuren; het geldhuis van deze heren (ja, altijd mannen) zou zelfs Dagobert Duck jaloers maken.
Met de fiets aan de hand wandelde ik afgelopen weekend door een stampvolle Spuistraat en vergaapte mijn oren aan neuriënd en fluitend winkelpubliek: Hallelujah. Half Nederland keek kennelijk naar de finale van de X-Factor en zag daar een zekere Lisa winnen met haar versie van deze alternatieve tranentrekker. Jeff Buckley draait zich om in zijn graf. Niet omdat deze Lisa niet kan zingen, integendeel, maar het Grote Geld graait grabbelend om zich heen en telt in gedachte de vlotgroeiende penuniaberg. Hallelujah.
Voordat de moneymaffia in hun graaiwaanzin ongegeneerd uit een rijk liedjesarsenaal denkt te kunnen putten, volgt hier een dwingende waarschuwing vooral de volgende fijnbesnaarde songs buiten de X-Factor en verder alle gelijkende programma’s te laten: Hurt van Johnny Cash, One Dove van Anthony and the Johnsons en verder alles van Eva Cassidy. En doe ook maar helemaal niks van Anthony trouwens en blijf met je grisklauwen van Cash af.
Weet je: bel me als je op je autoradio in je fourwheeldrive permanent links duwend over de A13 scheurt en een nummer hoort dat je spontaan een euro-erectie bezorgt. En als ik NEE zeg tegen dat liedje, dan is het NEE. Heel subjectief ja. Maar ik móet de verrechtsing van de kwaliteitssong tegengaan. Ter nagedachtenis aan Jeff Buckley. Afgelopen weekend in de Spuistraat kon ik het niet meer aanhoren en plakte alle monden dicht van waaruit ‘mijn’ Hallelujah klonk. Na een uur hoorde ik alleen mezelf nog heel zacht neuriën. Verder was het stil. Precies zoals het hoort.
Met de fiets aan de hand wandelde ik afgelopen weekend door een stampvolle Spuistraat en vergaapte mijn oren aan neuriënd en fluitend winkelpubliek: Hallelujah. Half Nederland keek kennelijk naar de finale van de X-Factor en zag daar een zekere Lisa winnen met haar versie van deze alternatieve tranentrekker. Jeff Buckley draait zich om in zijn graf. Niet omdat deze Lisa niet kan zingen, integendeel, maar het Grote Geld graait grabbelend om zich heen en telt in gedachte de vlotgroeiende penuniaberg. Hallelujah.
Voordat de moneymaffia in hun graaiwaanzin ongegeneerd uit een rijk liedjesarsenaal denkt te kunnen putten, volgt hier een dwingende waarschuwing vooral de volgende fijnbesnaarde songs buiten de X-Factor en verder alle gelijkende programma’s te laten: Hurt van Johnny Cash, One Dove van Anthony and the Johnsons en verder alles van Eva Cassidy. En doe ook maar helemaal niks van Anthony trouwens en blijf met je grisklauwen van Cash af.
Weet je: bel me als je op je autoradio in je fourwheeldrive permanent links duwend over de A13 scheurt en een nummer hoort dat je spontaan een euro-erectie bezorgt. En als ik NEE zeg tegen dat liedje, dan is het NEE. Heel subjectief ja. Maar ik móet de verrechtsing van de kwaliteitssong tegengaan. Ter nagedachtenis aan Jeff Buckley. Afgelopen weekend in de Spuistraat kon ik het niet meer aanhoren en plakte alle monden dicht van waaruit ‘mijn’ Hallelujah klonk. Na een uur hoorde ik alleen mezelf nog heel zacht neuriën. Verder was het stil. Precies zoals het hoort.