#BB17 Tamino maakt de grond voor het hoofdpodium stiller dan ooit
Wie o wie heeft er een traantje weggepinkt?
Tamino gaat hard. Ongeveer een jaar geleden speelde hij, toen nog in z'n eentje, een nummer op de Vlaamse Radio 1. Al snel maakte hij er een single van en begin dit jaar volgende een EP, met optredens op Rock Werchter, Pukkelpop en uitverkochte venues zoals Ancienne Belgique en Melkweg. Hij is het meest belovende Belgische talent van dit jaar.
Het is z'n gevoel voor tragedie wat hem zo uniek maakt. Met zijn diepzware stem zingt hij zwaarbeladen teksten over dramatische gitaarakkoorden. Soms gaat hij ineens flink de hoogte in met zijn stem, maar het blijft kraakhelder klinken. Hij staat met een toetsenist, Tom Pintens van Het Zesde Metaal, en drummer op het podium. Hierdoor klinken sommige nummers bombastischer dan op de EP, maar dat is goed: zo houdt hij dynamiek in het optreden.
Tamino is een maestro in het opbouwen van spannende momenten. De bassdrum voelt soms als een hartslag na het rennen, je voelt het door je borstkas. De gitaarriedeltjes gaan steeds sneller. Je blijft vastgekluisterd aan de show.
Eigenlijk is Tamino best verlegen: Hij giechelt in de microfoon, er vallen stiltes tussen zijn opmerkingen. "Wie van jullie heeft me gezien de vorige keer dat ik in Breda stond? In dat eh… slakkenhuis. Oh, de Mezz." Een aantal handen gaan omhoog. Hij kondigt een volgend liedje aan. Rechts van het podium roepen een aantal fans ‘I Bet You Look Good On The Dancefloor!’ en die komt.
Hij is even van z’n apropos: Het geluid van het andere podium stoort en het is een tijdje geleden dat hij deze heeft gespeeld. Maar het gaat uitstekend: Tamino kan zelfs een up-tempo dansliedje laten klinken alsof hij rouwt om een geliefde in een vage herinnering, van dat ene speciale meisje. Net zoals hij doet in ‘Habibi’.
HET MOMENT:
Muzikaal gezien kun je hele show hierin zetten, maar er staan helden in het publiek. Twee dames bespreken uitgebreid – en hard – alledaagse dingen. Meerdere toeschouwers kijken ze vuil aan. Vervolgens vraagt iemand of ze álsjeblieft weg kunnen gaan. Met een zucht doen ze dat. Wat een rust.