Eerste album in zeven jaar: rapper P-Yott vertelt over ‘2004’

“Je moet gewoon jezelf zijn, het moet gewoon gaan zoals het gaat”

Interview: Daniël Hereijgers ,

Dertig is hij inmiddels, rapper P-Yott en na een roemrucht verleden met Soullution en Pretty Shitty Committee én eerste soloalbum ‘Bezigheidstherapie’ uit 2007 komt hij nu met zijn nieuwe plaat ‘2004’. We spraken de Bredase rapper over die nieuwe plaat, hoe het maken ervan misschien wel leuker was dan het uitbrengen, zijn stijl, samenwerken en jezelf zijn.

Hoe spreek je jouw artiestennaam eigenlijk uit?
Pi-Djot. Zo werd ik genoemd op de middelbare school, het is een verbastering van Pjotr (Steinmetz). Het is zo gegroeid. Voordat ik rapper was, noemden ze me al Pejot en dat is P-Yott geworden. Mijn artiestennaam had ik dus al. Ik ben in negenennegentig begonnen, dit is mijn vijftienjarig jubileum haha! In 2004 ben ik solo als P-Yott begonnen.”

Het is je eerste plaat sinds ‘Bezigheidstherapie’ uit 2007. Je hebt in de tussentijd singles gemaakt die nu op het album komen. Dat is de manier waarop je gewend bent te werken?
“Nee, vroeger was het niet zo, tegenwoordig maak ik muziek meer omdat ik het leuk vind om te doen en wil ik er niet te veel deadlines of wat dan ook op leggen. Je moet heel erg flexibel zijn, ik werk met best veel mensen tegelijk. Ik ga ook geen releasefeestje geven, dat heb ik vroeger wel gedaan. Het is nu meer: ik maak muziek en ik vind dat supertof om te doen en op een gegeven moment is dat klaar en wil ik het naar buiten brengen.”

Je hebt al wat clips uitgebracht, dus mensen kunnen al een smaakje krijgen van wat komt?
“Het idee bestaat al vier, vijf jaar om een album met acht nummers te doen. Er kwam vaak iets tussen, ik heb veel tracks gemaakt die niet zijn uitgekomen. Ik heb best wel een artistieke mening, een eigen gedachte over muziek en helemaal over hiphop.”

Op wat voor manier wijk jij af dan?
“Ik ben geen standaard hiphop, verre van zelfs. Ik vind het heel tof, maar het is ook jammer dat hiphop in een kader wordt geplaatst. Dat is een heel klein kader. Vroeger wilde ik graag op Breda Barst optreden en heb dat ook een aantal keer gedaan, maar ik moest altijd op het hiphop podium staan. Terwijl ik muziek maak en niet per se hiphop. Ik heb het gevoel dat je je heel erg beperkt als je echt richting hiphop gaat. Niet alleen binnen de scene is het een hokje, maar voor iedereen is het een hokje. Ik ben muzikant en ik schrijf teksten zoals Frans Bauer dat doet of Rammstein.”

Maar je zet er wel een beat onder…
“Ja, ik denk ook dat je je muzikaal niet moet beperken. Ik rap op beats, maar ik heb niet het gevoel dat ik standaard hiphop maak. Helemaal omdat ik wil dat mijn teksten ergens over gaan. Misschien heb ik meer het gevoel dat ik popachtige muziek maak, geen Gers Pardoel pop, maar toegankelijke muziek. Het is lastig om uit te leggen. Ik maak wat ik tof vind. Sommigen vinden dat vet. Die acht tracks die er nu zijn, ik denk dat daar voor iedereen wat bij zit. Er zit een poppy nummer tussen, er zitten wat zwaardere dingen tussen, maar ook een boombap nummer.”

Wat produceer je er zelf aan behalve de lyrics?
“Ik vind het supervet dat ik het met mijn vrienden kan maken. Ik werk met veel vrienden samen die meerappen, beats maken, meezingen. Samen naar de beat luisteren en kijken hoe het beter of anders kan. Ik vind het juist zo gaaf omdat het proces van een nummer maken veel toffer is dan het nummer af hebben. Ik heb heel veel vrienden die supercreatief zijn. Ik raak daar geïnspireerd door. Dat is niet alleen muziek, maar ook kunst en graffiti.”

Hoe gaat dat dan, jij komt bij hen, zij komen bij jou of je vraagt ze?
“Het is meestal vragen, het gaat altijd anders. Op de eerste plaats heb ik vier producers, met allemaal twee nummers, eentje drie en eentje een. Dj Mace bijvoorbeeld, Rogier van Fremdtunes, die heeft ‘Mezelf’ en ‘Weg’ gedaan, daar werk ik graag mee samen, hij heeft ook de cuts gedaan voor twee andere nummers.”

Nog andere bekende namen uit de scene?
“Noedels, een heel goeie vriend, degene waar ik qua beats het meest close mee ben. Van de Gruaw Bowhorse… ik vind het briljant. En Jens. Die heeft ooit een beat gemaakt die ik supergraag wou hebben, die komt erop. En Aïrto Edmundo, dat is voor mij de beste zanger van Nederland, misschien wel van de wereld. Die ken ik ook al vanaf de middelbare school, het Nassau College hier in Breda. Hij heeft vroeger samen met mij opgetreden toen ik solo was, dus ik samen met Santino, ook wel Tiny T of Saint, en Aïrto, hij heeft ook de plaat van Lisa Lois geproduceerd. Wij traden vroeger met zijn drieën op. Hij heeft twee tracks geproduceerd. Hij is hartstikke druk en begint echt door te breken.”

Dat doe je samen.
“Ja. De basis zijn de beat en de lyrics en daarna ga je er een nummer van maken. Dat proces vind ik heel gaaf om te doen. Daar ben je muzikant voor, om creatief bezig te zijn.”

Waarover schrijf je? Ik heb die drie nummers al gehoord dus heb al een beetje een beeld.
“Waar denk jij dat ik over schrijf?”

Het zit in het jezelf zijn, dingen loslaten en op die manier leven. Een manier van leven, dat wil je over brengen.
“Dat is het ook. Klopt, maar het klinkt soms te vaag. Ik merk dat heel veel tracks daarop neerkomen. Ik probeer wel iets mee te geven. Een veel te nobel streven natuurlijk, maar toch heb ik wel het gevoel dat ik het fijn vind om het op te schrijven. Ik heb het gevoel dat ik dat goed kan. Het gaat over mezelf en hoe ik over dingen denk. Je bent jong geweest en bent nu dertig en werkt. Ik heb een supergave baan waar ik heel blij mee ben. Meer nog dan dat ik muzikant zou willen zijn. Volgens mij is dat ook hoe het in elkaar zit. Het werk dat ik doe, is veel leuker dan hoe ik het vroeger wilde. In een track zeg ik ook iets over dat ik nu veel meer weet dan tien jaar geleden. Dat het tien jaar geleden niet per se slecht was, dat je als je terugkijkt geen verkeerde keuzes hebt gemaakt. Maar wel veel meer weet dan toen.”

Hoeveel vrienden hebben er nog aan meegewerkt? Want je hebt ook gastbijdrages.
“Collin Visser, misschien wel één van de belangrijksten, hij doet het mixen en het masteren. KWIS staat erop, Huussuh. Ken je Punch Out Battles? Moet je checken op YouTube. Dat is echt supergrappig. Santino staat erop, hij is één mijn beste vrienden, al sinds mijn basisschooltijd in Princenhage. We traden ook altijd samen op, ook een tijdje als de Pretty Shitty Committee. Sonny Wilson staat erop. En Lee McKing, een zangeres en goeie vriendin van me.”

In ‘Mezelf’ zeg je: “Ik neem genoegen met de helft van de shine, als ik maar mezelf kan zijn”
“Da’s een goeie line hè?”

Da’s een goeie line! Dat is ook de P-Yott van dit moment. Zo zit jij in de wedstrijd?

“Zo zit ik in de wedstrijd ja. Goed dat je die zin eruit hebt gehaald. Die zin vat het wel samen. Vroeger had ik dat misschien wel anders. Je moet gewoon jezelf zijn, het moet gewoon gaan zoals het gaat.”

De clip heb je dus al. Sterker, je hebt nog meer clips.
“Ja, er komt nog wel een nieuwe clip bij ook hoor.”

‘Mezelf’ had best wel een Bredaas thema. Ik zie je op best veel locaties terug, is dat bij die volgende clip ook zo?
“Noedels is ook een bekend tv-maker, hij doet dingen voor The Social Club. Hij is animator en doet elke vrijdag de samenvatting van de week. Dat doet hij supervet. Hij heeft ook de clip gemaakt van ‘Mezelf’. De clip van ‘Weg’ heb ik zelf gemaakt en voor de nieuwe clip zijn we nu aan het kijken of we een heel leuk idee, dat we al lang hebben, kunnen uitvoeren. Dat gaat een clip bij het nummer ‘Supermannen’ worden. Dat is een briljant nummer met KWIS en Huussuh. Het gaat geen animatie worden, maar iets anders. Ik ga ervan uit dat hij rond augustus ofzo uit gaat komen. Ik ben nu ook met drie tracks bezig. Het is de bedoeling dat we die aan het einde van het jaar droppen. Dat ze wat korter op elkaar zitten. Dit zijn acht nummers en dat is ook al net wat te veel voor tegenwoordig. Ik heb het gevoel dat mensen niet meer zitten te wachten op albums. Ze zijn eigenlijk al af en moeten alleen nog opgenomen worden.”

Geef je de jonge generatie rappers nog iets mee? Dit heb ik geleerd?
“Nee, niet per se. Ik ben zeker niet de beste. Ik vind dat ik leuke muziek maak. Muziek is sowieso niet eens een wedstrijd.”