Benjamin Winter mag zich in zijn handen knijpen. De kleine zaal van Paradiso, waarin de in Amsterdam woonachtige Amerikaan zijn tweede cd The Wind Blows Way Up High ten doop houdt, is goed gevuld op deze woensdagavond, en zelfs enigszins onrustig als er om tien uur nog niemand op het podium is verschenen. Winter en zijn The Make Believe, the vierkoppige band die hij voor deze cd bij elkaar bracht, kunnen dan ook op luid applaus rekenen als ze met stevige folkrock het concert beginnen.
Die opening, twee oudere nummers waarin vooral de cellist Jonas Pap alle ruimte krijgt om stevig te scheuren, lijken vooral bedoeld om het publiek in de stemming te krijgen en de zenuwen weg te spelen: een opwarmer voor het materiaal van de nieuwe cd. Met Island wordt het publiek dan eindelijk getrakteerd op de rijkdom van die nieuwe cd. Het dromerige begin van cello en de warme stem van Benjamin werken langzaam naar een intense climax toe, waarbij zelf een jonge trompettist op het podium verschijnt. Jammer dat hij de tonen niet altijd even zuiver weet te treffen, anders had Island zich zeker kunnen scharen onder de hoogtepunten van de avond.
Het bluegrass achtige Lullaby is dat zeker wel. Bassist Joeri Pronk heeft zijn basgitaar ingeruild voor een contrabas, en Jonas Pap speelt tot verbazing van Benjamin Winter zelf banjo, maar vooral de samenzang met toetseniste Lydia Van – Maurik Wever zorgt voor kippenvel, zoals even later ook Father met zijn vervreemde soundscapes diep onder de huid dringt. Father, zo legt Benjamin Winter uit, is eigenlijk geschreven voor zijn aan chronische pijn lijdende vader, maar deze avond is het opgedragen aan zijn pas overleden grootvader.
Winter heeft ook minder voor de hand liggende inspiratiebronnen. The Beat, zo verklapt hij, vindt namelijk zijn oorsprong in “The worst of Dutch inventions”: heien. Wat volgt is een country-achtige song waarbij een bevriende violist op het podium springt en een prachtig muzikaal gevecht aangaat met de cellist dat zelfs Winter niet tot bedaren krijgt. Iemand die van heien zo iets leuks kan maken heeft een bijzonder talent.
Als de band na het laatste nummer terug geroepen wordt voor een toegift, wil Winter het publiek nog iets bijzonders meegeven. Hij begeeft zich met zijn gitaar midden in het publiek, wat voor het eerst helemaal stil is, en zet akoestisch een cover van Johnny Cash in. Helaas krijgt hij zijn gitaar niet goed gestemd en vlucht hij alsnog het podium op, alwaar hij het publiek trakteert op een wervelende toegift. Het zij hem vergeven. Wanneer hij het een volgende keer in de grote zaal probeert, zal het nog veel meer impact.
Gezien: Benjamin Winter, woensdag 14 oktober, Paradiso