Erg lang heeft Jos van Geffen niet geslapen als hij zondag voor dit interview wordt gebeld. De sympathieke zanger van T.IF.T lag de vorige avond pas om zes uur in bed, nadat hij de winst van de Amsterdamse Popprijs 2007 goed gevierd had. Toch geeft hij opgewekt antwoord op alle vragen. Tijdens de voorrondes verwachtte Jos nog niet dat zijn band zou gaan winnen. “Doordat er een voorselectie is met demo’s hebben de deelnemers aan de Amsterdamse Popprijs een hoog niveau. Wij zijn met een wildcard in de finale gekomen, pas tijdens ons laatste optreden viel alles op zijn plek: We hadden eindelijk de goede setverdeling, het is namelijk best moeilijk om voor twintig minuten speeltijd de goede nummers te kiezen. En we speelden als vierde, nadat Dog Called Phenix de boel goed had wakker geschud, dus de sfeer zat er goed in. Toen we gespeeld hadden, dacht ik wel dat we een kans maakten om te winnen.” Jos is wel verbaasd over de aandacht die de prijs met zich meebrengt. “We werden meteen geïnterviewd door AT5, er was een reporter van de Metro, en er stond een stuk op nu.nl over ons. De aandacht is wel gaaf, we hopen dat we nu nog meer leuke optredens kunnen gaan doen.” Het gerucht ging zelfs dat Sony interesse had in T.IF.T. “Dat klopt, na de halve finale kwam er iemand van Sony die een contactadres wilde hebben. Helaas hebben we daar niets meer van gehoord.” De popprijs is dus een goede boost voor de in Noord Holland gewortelde band. “Paul (gitaar) en Daan (bas) ken ik al van de kleuterschool in Waarland. Ook onze eerste drummer kenden we van toen. In 2003 had hij niet genoeg tijd meer, toen is Rory (drum) bij de band gekomen. We oefenen sowieso elke vrijdagavond. Rory en ik bedenken samen de opzet van de meeste nummers, en tijdens de jam verzint iedereen dan zijn eigen partij.” Jos schrijft alle teksten zelf. “Als je iets verkondigt is het fijn als het je eigen woorden zijn.” Voor degenen die na het overtuigende optreden in de Melkweg meer willen horen van de band is er goed nieuws. Niet alleen heeft T.IF.T al drie demo’s op zijn naam staan, ook zal de band de gewonnen opnametijd goed gebruiken: “We hebben nog veel materiaal dat niet opgenomen is. Het wordt wel weer tijd voor iets nieuws.” Door: Dirk Jan Stenvers