‘De laatste paar dagen waren de beste uit mijn leven’, zegt een glunderende Sam Fender aan het begin van zijn show. Hij meent het, en dat komt niet alleen door de stortvloed aan positieve recensies die hij kreeg voor zijn nieuwe album People Watching, maar ook omdat zijn club Newcastle United zondag van Liverpool won en zo de eerste prijs sinds 1955 binnen haalde. Deze show in Amsterdam is een Ereronde voor de Magpies, en alle aanwezige Geordies zijn nog steeds dronken van het weekend.

Het blijft niet bij die ene opmerking, werkelijk de hele avond staat in het teken van het grote voetbalfeest: de zaal staat vol met zwart-wit gestreepte Engelsen, die allemaal het openingssalvo van de band herkennen als Mark Knopfler's ‘Theme From Local Hero’, dé muziek waarmee de zwart-witten elke thuiswedstrijd het stadion binnenlopen. En verdomd, wijst Sam Fender nou aan dat niemand minder dan Alan Shearer vanavond op het VIP-balkon zit, de topscorer van de Premier League allertijden? Jazeker!

Om te begrijpen waarom Sam Fender daar zo vol van is moet je iets begrijpen van de plek waar hij vandaan komt: Newcastle, het buitengebied, een van de grote post-industriële steden van het noorden, een stad waar de wegen op een maanlandschap lijken. Het is ver van Londen, maar misschien wel de hoofdstad van Engeland als ‘Crumbling Empire’, zoals Sam Fender zingt in zijn nieuwe song. Het nummer is volgens hem geïnspireerd door zijn maat Earl, die vandaag óók al in de zaal is. Na jarenlang gekloot met verslaving en werkloosheid wist die zijn leven zin te geven door zich in te zetten voor mensen die net als hij vermorzeld worden door het systeem. Sam Fender mag dan inmiddels een wereldster zijn, hij vergeet de stad die nooit wint niet. Hij zingt erover, zijn naam prijkt letterlijk op hun voetbalshirt en deze zomer vinden zijn allerbelangrijkste shows plaats in St James’ Park. Sam Fender ís hun local hero.

AFAS krijgt de volle kans mee te genieten van de overwinningsroes, want het geeft de hele band vleugels. Niet in de laatste plaats gitarist Dean Thompson, die Fender al vanaf zijn twaalfde kent. Hij zweept de zaal op als een soort hypeman, waardoor Fender zelf lekker onderkoeld kan doen en toch vreugde uitstraalt. De Brit speelt met een grote band, met drie gitaren, toetsen, trompet en in bijna elk nummer een saxofoon, die ronkend ruw gespeeld wordt zoals Clarence Clemons dat zou doen. Het is zijn eigen E-Street Band, een muur van geluid. De gitaarsolo's speelt Fender zelf en opvallend genoeg allemaal met zijn rug naar het publiek, maar wel voluit.

Setlist:

1. Going Home: Theme of the Local Hero
2. Getting Started
3. Arm's Length
4. People Watching
5. Crumbling Empire
6. Will We Talk?
7. Tyrants
8. Howdon Aldi Death Queue
9. TV Dinner
10. Spit of You
11. The Borders
12. Little Bit Closer
13. Seventeen Going Under

14. Something Heavy
15. Hypersonic Missiles


 

Geblokte Engelsen

Toch is er in deze set ook wel ruimte voor de behoorlijk subtiele nummers van het nieuwe album, zoals ‘Arm's Length’, ‘Little Bit Closer’ en ‘Something Heavy’. Jammer genoeg speelt hij de ontroerende album closer over zijn gestorven grootvader niet. Wel het iets oudere ‘Spit Of You’ over zijn ondoordringbare vader, op wie hij als twee druppels lijkt, maar met wie hij tegelijk maar geen echte connectie weet te maken. Er staan heel wat geblokte Engelsen met gestreepte shirts achterin de zaal die dit nummer met herkenning in hun ogen meezingen.

Dat is natuurlijk ook wel hét ding bij Sam Fender, dat meezingen. En ook daar weer lijkt - jawel! - de Engelse stadioncultuur zijn grote inspiratie. Groter dan Springsteen, groter dan Adam Granduciel van The War On Drugs, die het nieuwe album produceerde. Je hoort dat in het geluid zeker terug, maar waar The War On Drugs naar binnen keert en zich stort in nummers van zeven, acht, fucking dertien minuten, komen er bij Sam Fender meezingbare anthems uit. Titelnummer ‘People Watching’ is hard op weg zo'n publieksfavoriet te worden, een liedje over de rat race waar iedereen in zit die je onderweg van werk naar huis observeert. 

De twee grootste anthems zitten natuurlijk in het einde van de set. Eerst ‘Seventeen Going Under’, een nummer waarbij volwassen kerels van minstens 90 kilo bij hun lads op de schouders gaan en dat in het ‘ohooohooohoo’ nog nagalmt als het concert allang afgelopen is. En als allerlaatste ‘Hypersonic Missiles’, waarvoor de Engelsen inmiddels bijval krijgen van alle Amsterdammers, meegenomen in de overwinningsroes en het verlangen even de geopolitieke ellende te vergeten waar de kranten mee vol staan. Oorlog? Welke oorlog? Nu even niet.

I am so blissfully unaware of everything
Kids in Gaza are bombed and I'm just out of it
The tensions of the world are rising higher
We're probably due another war with all this ire
I'm not smart enough to change a thing
I have no answers, only questions, don't you ask a thing