Hoe verder je een veer uitrekt, hoe meer energie zich opbouwt. Vroeg of laat zal de veer terug schieten. Aan dat natuurkundige beeld hield zangeres en producer keiyaA zich vast tijdens haar depressie. Een mentaliteit die je terughoort in haar nieuwe album, waarop pijn en stress hand in hand gaan met nieuwsgierige lichamelijke ontdekkingsreizen.

Of ze voor of na de ‘cut’ zat? Net ervoor. De laatste keer dat de r&b-jazz-pionier keiyaA Le Guess Who? aandeed, was die vreemde editie in 2021, waarin halverwege het weekend de lockdown weer in ging. Van volledig vrij dansen, staan en door elkaar bewegen ging de muziekwereld binnen een dag naar zitten met mondkapjes en gelimiteerde capaciteit. Goed, zij zat er dus voor, maar keiyaA was natuurlijk wel op tour. ‘Voor sommige landen gold al een lockdown, voor andere nog niet,’ vertelt ze. ‘Ik had een hele band bij me – niet bepaald kosteneffectief, maar ik wist niet beter. En shows konden elk moment worden afgezegd, dus het risico was groot.’ Ze verloor duizenden dollars, maar annuleerde niet. ‘Ik had besloten: we doen het gewoon. Zo ben ik.’

Vier jaar later keert ze terug naar Utrecht, opnieuw op Le Guess Who?, ditmaal met een nieuw album: Hooke’s Law. De titel verwijst naar de 17e-eeuwse natuurkundige Robert Hooke, die ontdekte dat een veer niet oneindig uitrekt. Wat buigt, veert terug, en hoe harder je een veer uitrekt, hoe meer kracht zich opbouwt. Voor keiyaA werd dat een levensmotto. ‘Iemand twitterde: a downward spiral is a loaded spring. Dat bleef hangen. Een neerwaartse spiraal kan ook een opbouw van energie zijn. Dat voelde als precies wat ik doormaakte.’

Die metafoor - spanning, vervorming, veerkracht - vormt de kern van Hooke’s Law, een album dat de zwaarte van depressie probeert om te zetten in nieuwe energie. ‘Ik wist dat ik in een diepe depressieve periode zat, maar ik probeerde ook mijn spiritualiteit te begrijpen. Ik las over Afrikaanse en inheemse kosmologieën, over het idee dat het leven niet lineair is maar cyclisch. In sommige tradities beweegt de ziel in een soort lus tussen de fysieke en de spirituele wereld. Dat gaf me taal voor wat ik voelde.’

 

Vrouwenhuis vol littekens

Net als haar debuut Forever, Ya Girl (2020) is Hooke’s Law een collage van stem, ruis, piano, samples en synths, meer een veldopname van een gemoedstoestand dan een verzameling songs. Haar nummers beginnen vaak als een gedachte die halverwege van richting verandert, of ophoudt net voordat er een refrein komt. Sommige liedjes zijn kort, sommige lijken klaar, maar krijgen dan nog een reprise. ‘Ik wilde me bevrijden van alle regels,’ zegt ze. ‘Geen couplet-refrein-bridge meer. Als een idee na anderhalve minuut klaar is, dan is het klaar.’

Die houding komt voort uit haar jazzachtergrond, vertelt keiyaA. Ze groeide op in Chicago, als dochter van een jonge alleenstaande moeder. Dankzij gratis muziekprogramma’s op de openbare school kon ze al vroeg een instrument oppakken. ‘Onze bandleider speelde in de AACM, een vrije-jazzcollectief. Hij vond dat beginners ook de moeilijke stukken moesten spelen. Daardoor kreeg ik die harmonieën, die vrijheid, al jong mee.’ Toch noemt ze zichzelf geen jazzmuzikant. ‘Ik respecteer de traditie te veel. Ik heb niet genoeg uren geïmproviseerd om dat label te dragen. Maar de manier van denken - luisteren, reageren, ademen in muziek - die draag ik altijd mee.’

Ze groeide op in een vrouwenhuis vol kracht en littekens. Haar moeder was zestien toen ze haar kreeg, haar oma voedde haar deels op. ‘Mijn moeder was een tienermoeder, mijn vader ook, maar die was negentien. Dat verschil van drie jaar is op die leeftijd best groot,’ zegt ze. ‘Ik groeide op met mijn moeder en oma, drie generaties vrouwen onder één dak. Mijn moeder was geadopteerd, mijn oma gescheiden. Er zat veel onuitgesproken pijn in die lijn - wonden rond moederschap en verlaten worden.’

Toch was er ook een tweede wereld waar ze zich thuis voelde: die van haar vaders familie. ‘Mijn vaders ouders waren wél getrouwd en hadden een huis samen. Zij hadden structuur, stabiliteit. Mijn oma aan vaders kant had tien broers en zussen, mijn opa ook, en ze waren allemaal nog met elkaar in contact. In het weekend logeerde ik vaak bij hen. Daar voelde ik dat familie ook iets kan zijn wat je draagt in plaats van iets wat je breekt.’

Die twee kanten - chaos en structuur, verlies en gemeenschap - lopen als onderstromen door haar muziek. Je hoort ze in haar harmonieën, waarin dissonantie en orde voortdurend tegen elkaar schuren, en in haar teksten, waar woede en zachtheid hand in hand gaan. ‘Ik denk dat ik daardoor al jong leerde dat meerdere dingen tegelijk waar kunnen zijn,’ zegt ze. ‘Dat verdriet niet het tegenovergestelde van liefde is, maar er onderdeel van.’

 

Een eekhoorn op zolder

Ook muzikaal zoekt ze die spanning op. In Hooke’s Law laat keiyaA jazz en soul botsen met elektronica en field recordings. Ze gebruikt samples als emotionele echo’s, geen versiering. Zo is in ‘Stupid Prizes’ een orkestrale passage van Percy Faith te horen, een componist uit de wereld van Broadway en easy listening. ‘Die akkoorden waren gewoon mooi,’ zegt ze. ‘Maar later dacht ik: hé, dit is muziek die ooit als chic en wit werd gezien, terwijl ik zing over armoede en overleven. Die tegenstelling vond ik krachtig.’

Dat contrast - schoonheid en strijd - loopt door in haar teksten, waarin persoonlijke ervaringen zich vermengen met politieke realiteit. Op 'I h8 u' lijkt ze zich in eerste instantie tot een ex te richten, maar al snel blijkt het doelwit iemand anders: haar huisbaas. ‘Ik haat huisbazen', zegt ze. 'Ik werd eruit gezet terwijl mijn appartement vol ongedierte zat, de deur van de hengsels viel, en zij in hetzelfde gebouw woonden. Er zat zelfs een eekhoorn op mijn zolder. En tóch vroegen ze volle huur.’

De woede klinkt persoonlijk, maar het is ook een aanklacht tegen een groter systeem. ‘Het raakte aan iets diepers: de onzekerheid van wonen in een stad die steeds minder plek heeft voor gewone mensen,’ zegt ze. KeiyaA woont inmiddels in New York, waar de huurprijzen absurd hoog zijn en de creatieve klasse langzaam wordt verdrongen door familiebuurten en geluidsklachten. ‘Iedereen wordt eruit geprijsd,’ zegt ze. ‘Culturele ruimtes sluiten omdat iemand boven de club last heeft van geluid. Maar dit is cyclisch – dat gebeurde ook in de jaren tachtig, negentig, na de huizencrash. Wij zitten gewoon in onze versie van die golf.’

Toch is Hooke’s Law geen somber album. Tussen de woede en melancholie klinkt ook iets zachts: nieuwsgierigheid, lichamelijkheid, een vorm van tederheid die ze zichzelf lang niet gunde. In meerdere nummers onderzoekt keiyaA intimiteit niet als verleiding, maar als heling. ‘Ik ben als kind seksueel getraumatiseerd,’ zegt ze open. ‘Daarom is het belangrijk voor mij om mijn seksualiteit nu op mijn eigen voorwaarden te verkennen. Niet om sexy te zijn, maar om nieuwsgierig te mogen zijn.’

Ze vertelt hoe vroegtijdige seksualisering haar jarenlang het gevoel gaf dat haar lichaam niet van haarzelf was. Hooke’s Law is haar manier om dat terug te claimen. ‘Ik probeer de jongere versie van mezelf te genezen door haar nieuwsgierigheid toe te staan,’ zegt ze. ‘Er zijn nog altijd die jonge delen van mij die niet goed weten wat aanraking is, of wat vertrouwen betekent. In mijn volwassen leven probeer ik die delen mee te nemen, niet te negeren.’