Waar het begon? Kiana Li (zij/die, ‘gebruik maar een beetje door elkaar’) neemt een aanloopje. Anno 2025 is ze een prikkelende elektronicaproducer die soundcrusher Objekt en drum ‘n bass veteraan Calibre uit kan nodigen op haar curated avond tijdens Le Guess Who?, en die net nog een telefoontje neerlegt van bass-meester Batu. Maar het begon… met LEGO. De kleine Kiana was een bouwer, thuis in Hong Kong. Op YouTube raakte die gefascineerd door van die ‘machines’ van LEGO waar je een munt in stopt waarna er van alles in beweging komt. ‘Mind-blowing vond ik dat. Het was de eerste keer dat ik echt geïnteresseerd raakte in iets dat “engineered” was.’
Je ziet het wel voor je, daar op de 28e verdieping van dat 45 lagen hoge gebouw in Hong Kong, een van de vele monsterflats in de toxic individualistische stad. Die gaat verder: ‘Van LEGO schoof ik door naar creatief bouwen in Minecraft – vergelijkbaar, eigenlijk. Beide werelden draaien in zekere zin om vierkantjes; dat rastermatige past wel in mijn hoofd, ja. Het was de eerste keer dat ik iets abstracts waardeerde, denk ik nu. Grappig genoeg hoorde ik rond die tijd, toen ik een jaar of tien, elf was, voor het eerst elektronische muziek, mede dankzij mensen die Minecraft-video’s maakten.’
Het is weer eens wat anders dan ‘de eerste xtc pil’, waar veel dj’s mee komen als ze die vraag krijgen. Maar Kiana Li – ook wel gyrofield – is dan ook geen standaard dj. Zodra je tegenover haar zit voel je dat ze hyperintelligent is en ook kwetsbaar. Zo klinkt ook haar muziek, elektronische producties die ooit begonnen als drum ’n bass, maar die met de jaren steeds unieker en gefragmenteerder werden. Misschien niet het makkelijkst voor de dansvloer, maar wel mega fascinerend. En reken vooral even terug: anno 2025 is gyrofield amper 23 jaar, terwijl ze in 2020 al doorbrak in de drum ‘n bass scene, op haar achttiende. ‘Ik was vijftien toen ik mijn eerste track maakte.’
Diep de nacht in tijdens Le Guess Who? komend weekend? Dat kan op de gecureerde avond van gyrofield in WAS. Die avond is voor de producer uit Hong Kong gek genoeg een thuiswedstrijd, want via Bristol belandde die kort geleden in Utrecht. Een kennismaking.
Brexit en lockdown
Kiana Li voelde zich een buitenstaander, vertelt ze in het rumoerige café De Nijverheid in haar nieuwe thuisstad Utrecht. Altijd al. In Hongkong, tussen de wolkenkrabbers vol prestatiedruk. In Bristol, waar die vier jaar woonde maar de drum ’n bass-scene altijd van een afstandje bekeek. En zelfs nu, in Utrecht, voelt ze zich iemand die meer observeert dan dat ze meespeelt. Utrecht, het is niet de stad van haar muziekdromen, maar ze volgde de liefde, mede onder druk van de Brexit, die hun paspoorten problematisch maakte. ‘Ik heb mezelf lang binnengehouden,’ zegt ze. ‘Uit angst, uit onzekerheid. Nu probeer ik te leren luisteren, onderdeel te zijn van iets.’
Dat binnen blijven was deels noodgedwongen. Ze vertelt hoe ze in Bristol Audio & Music Tech studeerde, maar de studie niet afmaakte. ‘Ik had al wat momentum met gigs en Patreon, dus ik dacht: ik probeer het.’ Dat was begin 2020. Je weet wel: net die Brexit, en daar bovenop ineens een wereldwijde lockdown. Geen clubs, geen nachtleven, wél veel tijd om te denken. Over waar die stond, wie die was, en wat diens muziek moest zijn. ‘Ik was klaar om eindelijk het sociale leven in te duiken, maar dat kon ineens niet meer. Tijdens de lockdown voelde het alsof ik weer terug was in Hong Kong, opgesloten in mijn kamer met mijn laptop. Dat heeft me doen beseffen hoe belangrijk gemeenschap is. Ik had mijn groei eigenlijk uitgesteld, maar nu wist ik: ik moet eindelijk volwassen worden.’
Het grote introspectieve zoeken hoor je terug in haar producties: zelden rechtlijnig, altijd gelaagd. ‘Ik wil mensen losser maken, niet harder,’ zegt ze. ‘DJ’en is een emotionele oefening.’ Gyrofield speelt sets waarin 140 en 170 bpm (aka snel en nog sneller) niet tegenover elkaar staan, maar in elkaar overglijden. Soms hoor je drie sporen tegelijk, ademend boven elkaar. Geen climaxen, maar schakeringen van spanning. Ze lacht: ‘Om iets te maken dat alleen maar knalt, moet ik mijn hoofd leegvegen. En mijn hoofd is zelden leeg.’
De zachte omweg naar de dansvloer
In dat gesprekje met producer Batu – net voor dit interview – hoorde gyrofield iets wat bleef hangen. Hij belde haar over een mogelijke release, maar eigenlijk was het eerder een gesprek over muziek tussen twee artiesten dan een zakelijke meeting. ‘Hij zei: vrijheid is ook de mogelijkheid om recht vooruit te gaan.’ Ze vond het een bevrijdende gedachte, maar haar instinct kiest meestal voor de omweg. Waar veel dj’s lineair bouwen naar een piek, beweegt die in een soort spiraal. Diens sets zoeken geen ontlading, maar een toestand: zweven tussen ritme en adem, tussen ratio en gevoel. ‘Jarenlang heb ik heel graag gewoon bangers willen maken. Maar ik vind dat moeilijk. Ik ben gewoon niet dat type mens. Ik ben heel sentimenteel, een beetje dramatisch zelfs, en soms nogal humeurig. Zeker nu is alle muziek die ik maak zo complex, omdat de wereld waarin we leven gewoon ontzettend ingewikkeld is. Ik heb geen antwoorden op de grote problemen waarmee we te maken hebben.’
Drum ’n bass gaf haar een podium, eigen producties als ‘Because You Are You’ en ‘Out Of Mind’ zijn een miljoen keer gestreamd op Spotify, enorm veel voor een underground artiest. Er waren gigs, maar er was ook frictie. ‘Zoveel dansvloeren voelen hypermasculien,’ zegt die. ‘We hebben in de drum ‘n bass MC’s nodig die vanaf de eerste zin duidelijk maken wat we wél en níét tolereren: geen seksisme, geen homofobie, respect voor iedereen.’ Sinds ze in Utrecht woont, zoekt ze die verbinding bewust op. ‘Zonder peers die hun eigen pad volgen, kun je niks van waarde doen.’ Dat idee vormt de kern van diens nacht tijdens Le Guess Who?, in WAS. Ze nodigde drie artiesten uit die, elk op hun manier, zachtheid en precisie combineren: Objekt, de klankarchitect die dansmuziek laat ademen; Ciel, dj en activist die complexe house ‘eenvoudig’ laat klinken; en Calibre, de zwijgzame romanticus van drum ’n bass. ‘Hij zegt weinig, maar alles wat hij doet, zegt iets over zorg. Over ruimte laten.’
‘Mensen zeggen soms dat ik fragiel lijk als ik draai,’ vertelt die. ‘En dat klopt misschien ook. Ik voel alles. Als ik speel, wil ik de lucht om me heen voelen bewegen.’ Tijdens een optreden op Horst, afgelopen mei, verloor die zichzelf even helemaal. De zon viel in streepjes door het tentdoek, haar lijf was uitgeput, maar haar handen vonden vanzelf de juiste knoppen. ‘Soms voelt het alsof mijn vingers een handschoen zijn die ik eindelijk helemaal invul,’ zegt ze. ‘Alsof ik niet langer toeschouwer ben van mezelf, maar mijn lichaam volledig bewoon. Dat zijn de momenten waarop ik mezelf vergeet. Waarop ik me verbonden voel met alles om me heen.’ In die overgave zit haar vrijheid. Geen pantser, geen façade, maar adem, twijfel en zachtheid. ‘Ik wil het publiek niet controleren,’ zegt ze. ‘Ik wil me samen met hen overgeven.’