Jazz-drummer. Tom Skinner kijkt bedenkelijk als het woord valt. ‘Jazz-drummer? Ik ben… muzikant…’ Hij heeft natuurlijk gelijk: die genre-benaming zou de kunsten van de 44-jarige Londenaar veel te veel beperken. Maar hij is het wel, drummer van de inmiddels ter ziele gegane jazz-band Sons Of Kemet, een virtuoze combi met saxofonist Shabaka Hutchings als blikvanger en met maar liefst twee drummers aan boord. Jazz maakt hij ook met zijn eigen groep Voices Of Bishara op het gelijknamige album. Het is klassieke jazz, geïnspireerd op het werk van ene Abdel Wadud, een Amerikaanse cellist die naam maakte in de jaren zeventig met één free jazz soloplaat (als in: écht solo, alleen hijzelf), en die toevallig stierf in het jaar dat Tom Skinner zijn ode aan hem uitbracht: 2022.
‘Voices of Bishara is een akoestisch kwintet met drums, contrabas, twee blazers en een cello’, stelt Skinner zijn thuisbasis voor. ‘Het is de belangrijkste landingsplaats van mijn eigen muziek de laatste jaren. Naast het album dat we al uit hebben werken we aan nieuw, eigen werk. Bishara is de naam van Abdel Wadud’s label, maar het is ook een Arabisch woord dat iets betekent als ‘goed-nieuws-brenger’. Ik vond dat vier jaar geleden toen ik die titel koos een mooi begrip, maar de behoefte eraan is sindsdien alleen maar groter geworden, met al het nare nieuws en alle misinformatie.’ Voices Of Bishara maakt vloeiende, virtuoze muziek, die de nodige concentratie (of talentvolle oren) vergt om echt te kunnen volgen, maar echt complex is het niet, vindt Skinner zelf. ‘Onze muziek is intens, maar niet bedoeld als chaotisch of verontrustend. Mensen interpreteren free jazz vaak als agressief of duister, maar voor mij is het compleet het tegenovergestelde: de volledige vrijheid om je te uiten.’
Drummer Tom Skinner is komend weekend artist in residence op het Rotterdamse ontdekkingsfestival Motel Mozaïque. Een mooie eer voor de man die zichzelf in de kijker speelde naast Thom Yorke en Jonny Greenwood in The Smile. In zijn eerdere werk en op zijn recente soloplaat liet hij zichzelf zien als een alleskunner die wars is van voorspelbare ritmes.
Luisterend oor
Brenger van goed nieuws, dat wil Tom Skinner zijn. Brenger van plezier en avontuur ook. Dat zagen we recent nog in AFAS Live met The Smile, waar hij de twee blikvangers van het toch vaak serieuze Radiohead regelmatig aan het lachen kreeg. Niet door de clown uit te hangen - in tegendeel - maar door over te lopen van ideeën en spelplezier. Natuurlijk ging en gaat bij The Smile de meeste aandacht uit naar die twee veel beroemdere muzikanten, maar al te vaak hoor je het gonzen tijdens concerten: check die drummer, onderschat hem niet! ‘Wat je ziet is het plezier van muziek die zich verder ontwikkelt, als een ademend organisme. We hebben het vastgelegd op twee albums, maar daar stopt het niet. Geen concert is hetzelfde, en dat is zo bij elke groep waarmee ik speel. We moeten ook creatief zijn live, omdat we natuurlijk niet elke avond een orkest mee kunnen nemen. Veel van die arrangementen wordt ingevuld door Robert Stillman, de multi-instrumentalist die ook in Voices Of Bishara speelt.’
De eerste tour van The Smile zag je de sprankeling van iets heel nieuws. Yorke en Greenwood konden dat immense Radiohead-oeuvre even loslaten en gewoon lekker muzikant zijn, Skinner voerde ze ritmes die ze niet gewend waren. Inmiddels is The Smile een hoofdstuk verder, de muzikanten kennen elkaar door en door en gaan ontdekken wat hun gezamenlijke avontuur nog meer te bieden heeft. Die twee elementen komen ook terug in Skinner’s andere twee performances in Rotterdam. ‘Op de eerste dag speel ik met de Koreaanse fluitist Hyelim Kim. Ik heb één keer eerder met haar gespeeld en buiten het podium kennen we elkaar eigenlijk helemaal niet. De eerste keer dat we samen speelden werden we aan elkaar gekoppeld door fotograaf George Nelson. Meer dan een korte kennismaking vooraf was er niet, maar we konden elkaar muzikaal perfect vinden. Mijn stijl van spelen is heel flexibel, ik pas me gemakkelijk aan bij wat ik hoor.’
De derde performance op Motel Mozaique is het andere uiterste. Dan speelt hij met de mannen waarmee hij het vak leerde. Nee, geen mentoren of docenten, Tom Skinner zat al in tourende bands voor ie aan het conservatorium kon beginnen (en waarom zou ie daarna nog?). ‘Ik speel op vrijdag met gitarist David Okumu en bassist Tom Herbert, twee vrienden waarmee ik letterlijk al mijn hele leven muziek maak, ik denk zo’n dertig jaar. Ik ontmoette ze toen ik een jaar of twaalf was in die tijd zaten we samen in talloze bands. We krijgen niet vaak de kans meer om met zijn drieën te spelen, maar het is als fietsen: je verleert het niet. We kennen elkaar door en door. Met hen leerde ik al tot de kern komen van wat voor mij muziek maken is: luisteren, aandacht besteden en wat er om je heen gebeurt en daar op de meest eerlijke manier op antwoorden.’
Skinner speelt op alle dagen van Motel Mozaïque, dat plaatsvindt op 18, 19 en 20 april. Met The Smile speelt hij deze zomer ook nog op Lowlands.