Voor sommige dj’s die zo snel doorbreken is het even schrikken: de dynamiek van de club is immers totáál anders dan een festivalweide waar je voor tienduizenden mensen staat te draaien.
‘Ik ben me superbewust van het verschil, ja. In een club ben je één van de mensen. We’re in this together, we gaan samen kijken waar we heen gaan. Ik bereid zulke sets ook niet echt voor. Als je je dag niet hebt in een club? Dan kan het publiek je er weer bovenop helpen. Maar op een grote stage niet. Dan kan 1,5 uur opeens héél lang voelen, bizar hoe dat soms werkt. Maar meestal krijg ik een supergrote adrenalinekick van de festivals, ik ben ook nooit zenuwachtig voor die grote stages. Nee, ik ben vaker zenuwachtig voor de clubshows omdat dat veel persoonlijker is. Je stelt je kwetsbaar op. Ik heb weleens vooraf gedacht: ik ga afbellen, ik ga niet.’
Afbellen?!
‘Ik zou natuurlijk nooit écht afbellen, maar soms slaap je gewoon twee uur in twee nachten tijd. Dan lig je in je bed, probeer je te slapen terwijl dat eigenlijk ook niet slim is, dán stort je pas echt in. Je kan dan niet meer helder nadenken, en moet eigenlijk gewoon níét nadenken en het gewoon doen. Zodra je eenmaal in de club bent, is dat gevoel ALTIJD weer weg. Ik heb een paar maanden geleden in Bassiani gedraaid [in Tblilisi, de hoofdstad van Georgië]. Ik moest afsluiten en heb uiteindelijk 11 uur lang gedraaid, echt bizar. De nacht erna moest ik in het bovenzaaltje van dezelfde club draaien op een queerfeestje. Ik was al ziek, had daarna nog een andere show en zat niet in mijn beste energie. Ik wist niet wat het was, maar ik zag er zo tegenop. “Of het wordt supersick, of ik voel hem niet en mensen willen alleen maar vrolijke housemuziek horen die ik niet draai.” Je kan dan in een negatieve spiraal belanden. Maar toen ik er eenmaal stond wist ik precies wat ik moest doen.’
Er is sowieso al een gespannen sfeer op straat in Georgië, vertelt Kiki, het is er superhomofoob, er zijn veel geheime queerbarretjes en Bassiani is tijdens sommige feesten een vrijhaven voor wie zich op straat niet durft te laten zien. ‘Ik voelde die ontlading ook al toen ik er eerder draaide. Maar nu was iedereen echt aan het raven alsof het voor het laatst was. Het was heel heftig, de oorlog was net begonnen en veel mensen dachten: “Als het nu in Oekraïne gebeurt, zijn wij de volgende.” Een jongen vooraan had iets op zijn telefoon getypt om aan me te laten zien, en dat was het moment dat ik dacht: dit mag forever doorgaan. “Your music is making me feel that everything is going to be okay again.” Oh god…’ Meteen springt Kiki weer vol. ‘Veeg mij maar op hoor. Het was zo bijzonder, ik voelde zijn pijn. Ik kreeg op een gegeven moment de vraag: “Kun je iets langer doordraaien?” Hoezo, ik was toch pas net begonnen? Oh, ik ben al drie uur bezig? Ik heb het ook weleens andersom gehad, dat ik het even niet voelde, weinig slaap had gehad en al het zelfvertrouwen opeens kwijt was. Dat je nieuwe dingen uitprobeert en het gevoel hebt dat je de ruimte niet kan aanvoelen, dat je de mensen niet kunt geven wat ze nodig hebben. Oké, ik kan kennelijk mijn werk niet goed doen?!’
En dan ben je al in een wankele emotionele staat door het slaapgebrek.
‘Ja, het is heel dubbel. Aan de ene kant is het een privilege om overal ter wereld te draaien, het is de allermooiste baan denkbaar. Maar zeker nu, met alle vluchten die niet gaan, weinig slaap en het slopende reizen? Ik had het een beetje onderschat, weer gaan touren.’