Je ogen rollen waarschijnlijk al naar achter als je iemand hoort zeggen dat de kleine momenten er het meest toe doen, maar tijdens ITGWO op Vlieland ga je er toch even in geloven. Op dit festival ren je niet van hot naar her tussen overweldigende mensenmassa’s, hoef je niet te balen als je achteraan moet aansluiten voor je favo artiesten. Nee, hier is de grootste zorg of je geen dennenappel boven op je hoofd krijgt. En zijn de hoogtepunten ook die volle sterrenhemel tijdens het fietsritje terug naar bed, of dat dutje in het duingras. Voor even lijkt dit de enige plek op aarde die er toe doet. Maar deze editie zijn de zorgen van de buitenwereld niet te negeren. En is verzet overal voelbaar.

Verzetjes

Want hoe vier je feest als je weet dat duizenden kilometers hier vandaan oorlog woedt, en ook dichtbij op het vasteland de maatschappelijke verdeling steeds schrijnender wordt? Dat is Into The Great Wide Open zeker niet ontgaan. Over het hele eiland is verzet terug te vinden. Van illustraties van Palestijnse kunstenaar Maisara Baroud bij de ingang van hoofdpodium Het Sportveld, tot de jongste festivalbezoekers die hun zorgen op spandoeken schrijven: oproepen tegen pesten, en voor veilig thuiskomen. Maar voorop staat natuurlijk de muziek. En daar wordt in alle soorten en maten verzet getoond. Met de feministische punkanthems van Kaat van Stralen, waarmee ze het patriarchaat en genrehokjes omver trapt, of Droom Dit uit Enschede, dat met hun poëtische artrock een plekje wil bieden aan alle buitenbeentjes.

Maar van wie kunnen we op dat gebied nog echt wat kunnen leren? Dat zijn natuurlijk de Ieren, zoals de folkpunkers van The Mary Wallopers, headliner op de vrijdag. Tijdens een festivalshow vorige week werd hun Palestijnse vlag nog van het podium getrokken, en gingen de speakers tijdens het eerste nummer al op stil. Maar niet hier op ITGWO! Hier slaat de vlam er juist in tijdens opener ‘Bould O'donoghue’ (die ze nu dus wel gewoon af kunnen maken). Met doodswensen aan Musk, Trump en Netanyahu en alle andere rijken en machtigen, is het volksfeest compleet. Heel het Sportveld verandert even in een Ierse pub, en doen wildvreemden samen een poging tot een Irish jig. Misschien schuilt het ultieme verzet wel in samenkomst. 

Uit alle windstreken

Muziek uit vrijwel alle windstreken weet voor even zijn plekje te vinden op het Friese eiland. Vooral tussen de naaldbomen bij die heerlijke Open Plek: de wildste dansmoves worden uit de kast gehaald bij de afropunk van Kin’gongolo Kiniata, met hun zelfgemaakte instrumenten van afval uit Congo-Kinshasa. Terwijl de slaperige oogjes nog even lekker gesloten kunnen blijven bij de heerlijke Amerikaanse slacker en altcountry van Brown Horse (blijkt die band gewoon uit Engeland te komen!). En op zondag, in het zonnetje, verwarmt de Braziliaanse Rogê met zijn samba en bossa nova nog een laatste keer de harten van de bezoekers. Amper een uurtje later is het dan weer lekker pogo-en bij de Schotse folkpunk van Brogeal, al kunnen ze ook wel een aardig indierock-liedje uit de gitaren toveren.

Loop (of fiets, voor wie slim is) een stukje het dorp in om bij Portugese contrabas-solist Gonçalo Almeid te belanden in de prachtige kleine Nicolaaskerk. Terwijl de laatste beetjes daglicht door de ramen verdwijnen, geeft hij met zijn experimentele basspel een stem aan de jammerende geesten van het omliggende kerkhof en het piepen en kraken van het eeuwenoude gebouw.

Wie zich dan waagt aan de flinke klim naar het podium op de Vuurboetsduin, wordt pas echt getrakteerd. Een beetje weggestopt in een dal bij die hoge duin staat het aller-allermooiste podium. De indiefolk van Folk Bitch Trio nestelt zich voor even perfect tussen de dennenbomen en duingrassen. Helemaal uit Australië, maar toch lijkt het alsof de prachtige, meerstemmige liedjes gemaakt zijn voor deze setting. Ze openen met een a capella cover van The Talking Heads’ ‘This Must Be the Place’. De harmonieën van de drie dwingen je meteen om geruisloos toe te luisteren, en dat lijkt iedereen te begrijpen. Op de allerkleinste momenten, wanneer de golven in de verte en het frisse zeebriesje zich mengen met de folkgitaren, ben je er even zeker van dat dit het mooiste podium van Nederland is.

En dan denk je de volgende dag terug te keren op die prachtige plek voor Lubiana, is het al helemaal vol. Balen? Nee joh! Dan loop je toch een stukje verder naar de vuurtoren helemaal bovenop de duin. Waar de stevige zeewind met liefde de harpklanken van de Belgo-Kameroense zangeres nog een stukje verder omhoog tilt. Andere (te)laatkomers luisteren zelfs daar, met het podium buiten zicht, in verstilling toe. Kippenvel! De hoorn van de veerboot is het enige dat die rust verstoort.

Nederlands trots

Alles op ITGWO ademt de sfeer van een typisch Nederlands buurtfeest. Compleet met feestjes in de voortuinen van het dorp, en de lokale jeugd die in groepjes hun ondeugende plannen staan te smeden. En natuurlijk al die Nederlandse artiesten, die hier nog nét iets harder lijken te schitteren. Sef, bijvoorbeeld, die onze zorgen over de wereld perfect vertaalt in een enorm strakke show. Zelfs de krachtige speech van Jerry Afriyie middenin zijn set, waarmee hij ons oproept ook buiten Vlieland het verzet voort te zetten, verstoort de flow niet. ITGWO kan wel wennen aan zijn nieuwe elektronische sound. Natuurlijk wisten we al dat ‘Het Leven’ en ‘Shirt Uit’ als een malle zouden werken, maar ook zijn nieuwe tracks ‘voor alles bang’ en ‘oeps’ worden enthousiast onthaald, helemaal wanneer bij die laatste ook Froukje even op het podium verschijnt. 

En ze heeft het er druk mee dit weekend, want natuurlijk verschijnt ze de volgende dag ook bij S10 op het podium. Aan de reactie te zien heeft ITGWO deze vriendinnen al volledig in hun hart gesloten. Waarschijnlijk op een plekje direct naast Spinvis. Want past er een artiest beter bij ITGWO? Zijn nostalgische, en ook wel beetje zweverige liedjes lijken gemaakt met de zilte lucht in gedachten. Het abstracte ‘Lotus Europa’, en bezwerende ‘Club Insomnia’ zijn hoogtepunten in een set vol hoogtepunten, want Spinvis lijkt een onuitputbare discografie van liedjes voor deze setting te hebben. 

Hopelijk is er dan nog wat ruimte over in die harten, want ook met de volgende generatie zit het wel goed. Vorig jaar stond Hiqpy nog in de kleine Kuil, maar dit jaar zijn de Amsterdammers gepromoveerd naar het hoofdpodium, en met hun shoegazey altrock kunnen ze dat prima aan. En voor Min Taka kunnen ze volgend jaar ook al een plekje vrijmaken. Haar overstuurde popliedjes evenaren prima die kop koffie in je hand op de vroege vrijdag. En eigenlijk hoef je nooit ver te zijn voor een cafeïne-boost: Grote Geelstaart, die bij hun sessie aan de haven de razende zeewind prima evenaren met hun snoeiharde noisepunk, of de hyper-hiphop van Keenan Mundane, die het dal van De Kuil vast een paar centimeter dieper heeft achtergelaten. 

‘Bad music’

Soms heb je, tussen de rust van het eiland door, ook wel zin in wat ‘bad music’ (hun woorden!), en Shame is daar de perfecte kandidaat voor. Frontman Charlie Steen staat bicep curls te doen met de microfoonstandaard, terwijl de bassist zich met salto’s over het podium werpt. Want waar de Britse punkband komt, nemen ze chaos mee. Hun nieuwe album Cutthroat komt vrijdag pas uit, maar ze jagen er nu al een hele rits van die tracks doorheen. ‘Cowards’ en de titeltrack kunnen al worden toegevoegd aan het rijtje publieksfavorieten. 

Of Boko Yout, die helemaal uit Stockholm is komen lopen (al zegt ‘ie zelf). Hij en z'n band zijn duidelijk op hun plek in het Vlielandse bos met hun beige padvinderoutfits. Alles op ITGWO mag dan wel in perfecte harmonie gaan met de omgeving, maar het bosbeheer zal vast niet blij zijn met hun zelfbenoemde afrogrunge, of eigenlijk gewoon punk, die nog dagen na zal galmen bij de natuurvijver van de IJsbaan.

Alle energie van het weekend lijkt echter op te bouwen naar Deki Alem op de zaterdag. En daar weet het hiphopduo, samen met een drummer, wel raad mee. De ramvolle Open Plek staat voor even onder hoogspanning. Is het niet moshen op de drum and bass, dan is het lekker grooven op de triphop, die ook wel wat van Gorillaz wegheeft. De breaks worden sneller en de moshpit groter: afsluiter ‘Chicken At The Mall’ laat de Open Plek tot ver op de heuvels ontploffen.

En dat is balen voor Yard Act, want die hebben later op de avond maar moeite het publiek los te krijgen: zou alle energie al verspeeld zijn? Het Sportveld is ook niet de makkelijkste plek, zoals al te merken was bij Billie Marten: die o-zo-mooie folkliedjes verzopen in het geroezemoes van de borrelende menigte. Een beetje gefrustreerd kijkt zanger James Smith het publiek aan, en gooit er maar een sitdown tegenaan. Met succes! Al laat de echte ontlading op zich wachten tot slotnummer ‘The Trench Coat Museum’, een opgefokte mix van dancepunk en pure noise. Smith moet zich ervoor op de grond smijten, maar aan de deinende circlepit te zien snapt ITGWO dan toch eindelijk wat de Britten van ze willen.

Regen, of toch niet?

Wanneer later in het weekend toch de regen wat roet in het eten dreigt te gooien, is daar gelukkig de goedlachse Antony Szmierek. English Teacher moest helaas afzeggen, en het is maar goed dat de über-charismatische Brit last minute kon invallen, want zijn hoopvolle spoken word laat je die druppels zo vergeten. Combineer dat met de de vintage soul van Nectar Woode, (‘When The Rain Stops’ zal niet vaak zo toepasselijk zijn), en die donkere wolken verdwijnen wel heel letterlijk.

Een bonte lappendeken

Voor het festival was de grote vraag: wat te verwachten van Everything is Recorded, het passieproject van Richard Russell, dé platenbaas van XL Recordings (Radiohead, Vampire Weekend en nog vééél meer van je favoriete artiesten)? Nou, een ware lappendeken van al zijn inspiraties. Die hij samen met een vierkoppige band tot leven brengt. En dat klinkt dan als een soort gedeconstrueerde soul, en vervolgens weer als ongrijpbare artpop. De zachte stem van Roses Gabor is de enige houvast, terwijl Russell ontelbare samples en drumloopjes uit zijn synths trekt (horen we daar nou ‘The Birds Don’t Sing’ van het nieuwe Clipse-album?!). De een vindt het geweldig en de ander staat er met wat vreemde ogen naar te kijken, maar des te bijzonder dat dit gewoon een plekje krijgt aan de start van de zaterdagnacht.

Het festival voelt op eenzelfde manier als een bonte lappendeken van heel veel liefde. De handgemaakte decors, die stuk voor stuk lijken weggelopen uit kindertekeningen. Al die vrijwilligers, die bij de fietsenstalling met hun speaker misschien wel het leukste feestje geven, of zorgeloos hun paraplu aanbieden wanneer ze je zien schuilen voor de regen. En natuurlijk het diverse publiek: de allerkleinsten, die met grote koptelefoon op de schouders van hun ouders zitten. De oudere koppels, waarvan het lijkt alsof ze direct van hun wandelvakantie zijn doorgekomen. En de dertigers met hun vriendengroepen, die aan het einde van de zomer eindelijk een vrij weekend hebben gevonden voor elkaar. Er is voor iedereen een plekje op dit eiland. En op die boot terug overheerst die eenheid. Als we ook maar een fractie van de liefde van dit festival meenemen naar het vasteland, dan komen we volgend jaar geheid met wat minder zorgen terug naar deze mooie plek.

Check hier alvast de eerste 3voor12-sessie vanaf ITGWO: Folk Bitch Trio. Meer zullen volgen.