Golden Earring-zaak: grote gevolgen voor auteurscontractrecht?

Haagse band mag contract met Willem van Kooten opzeggen

Sjoerd Huismans ,

De Golden Earring mag het contract met uitgever Willem van Kooten beëindigen. Het hof besluit weliswaar dat de uitgever geen wanprestatie heeft geleverd (zoals de rechter eerde oordeelde), maar het contract mag volgens het hof wél simpelweg - zonder grond - opgezegd worden in plaats van ontbonden. Volgens entertainmentadvocaat Bjorn Schippers kan dit blijvende gevolgen hebben voor het auteurscontractrecht. “Dit is best wel heftig. Als deze uitspraak standhoudt, kunnen meer auteurs hem gebruiken tegen hun uitgevers.”

Hoe zat het ook weer met de zaak van de Golden Earring tegen uitgever Nanada? Het bedrijf van Willem van Kooten exploiteerde jarenlang de muziek van de Earring, maar de band vond dat de uitgever te weinig voor de band deed. De band liet Van Kooten daarop in een brief weten dat het contract was ontbonden op basis van een wanprestatie. De rechtbank oordeelde in 2013 dat er inderdaad sprake was van een wanprestatie, en het contract dus ontbonden kon worden. Het hof verwerpt die uitspraak nu, maar de Golden Earring is toch van het contract met Van Kooten af. In een latere brief zegde de band het contract simpelweg op - dat is juridisch iets anders dan aankondigen dat het ontbonden is. En opzeggen mag volgens het hof dus wel. De advocaten van zowel Van Kooten als de Golden Earring spreken tegenover Quote van een noviteit. Van Kooten overweegt cassatie; de zaak zou dan voor de Hoge Raad komen. 

Entertainmentadvocaat Bjorn Schippers (niet verbonden aan de zaak) legt uit: “De zaak gaat over uitgavecontracten; die bestaan uit twee sets. In de eerste set belooft de uitgever dat hij de muziek gaat exploiteren, en de muzikant dat hij de muziek zal uitbrengen om te exploiteren. Dat gaat over een bepaalde tijd, twee jaar of vijf jaar bijvoorbeeld.” Maar in het tweede deel staat vastgelegd dat een derde van de opbrengsten uit de auteursrechten (buma, reclamegeld etc.) naar de uitgever gaat. In tegenstelling tot de platenmaatschappij, meestal eigenaar van de opnames, is de uitgever dus eigenaar van een deel van de auteursrechten, en daarmee rechthebbende. In de uitgavecontracten staat daar tegenover dat de uitgever het werk van de artiest gaat vertegenwoordigen en het gebruik ervan promoten.

Maar artiesten vinden soms dat hun uitgever dat te weinig waarmaakt. Schippers: “Hier is vaker over geprocedeerd: meer auteurs vinden dat hun uitgever te weinig doet en willen naar een andere. Net als de Golden Earring eisen zij dat het contract met de uitgever ontboden wordt.” Zij krijgen dan niet of wel gelijk, maar dat is volgens Schippers niet het punt: “Er is nog nooit geoordeeld dat je een contract zomaar kan opzeggen, zonder grond.” Niet alleen kan de Earring dat contract opzeggen, ook krijgt de band alle auteursrechten op de muziek terug. 

Als deze uitspraak standhoudt (en dus niet wordt verworpen in een eventuele cassatie) kan dit blijvende gevolgen hebben. Schippers: “Dan kunnen auteurs in de toekomst op elk moment een brief sturen naar uitgevers met de mededeling: ik zeg niet waarom, maar ik zeg ons contract op. Dat is best wel heftig.” Er wordt al jaren in de politiek gesproken over een nieuwe wet voor auteurscontractrechten. De Tweede Kamer nam het voorstel vorige maand aan, nu moet de Eerste Kamer erover beslissen. Schippers: “Die wet moet auteurs een sterkere positie geven, en gaat ook over uitgevers die te lang stilzitten. Deze uitspraak is daar helemaal mee in lijn. In zoverre is het goed nieuws voor de makers.”

In dit geval zijn de makers – de Golden Earring – echter maar gematigd tevreden met de uitspraak. “Ik kon me beter vinden in de uitspraak van de rechtbank”, zei Margriet Koedooder, de advocaat van de Golden Earing, tegen Quote. Dat heeft met nog een andere speler te maken: Buma/Stemra. Schippers: “Buma heeft een procedure bedacht om de ingewikkelde uitwisseling tussen auteurs en uitgevers te regelen. Daarbij hoort een ‘cooling off’-periode.” Buma bevriest dan de exploitatiegelden, in afwachting van de procedure. Hierbij steekt dan weer een verschil tussen opzegging en ontbinding de kop op. “Bij ontbinding kan er meer van dit geld uit het verleden gevorderd worden dan bij opzegging”, zegt Schippers. Volgens Koedooder gaat het om een verschil van  “tienduizenden euro’s”. In elk geval hebben auteurs – in afwachting van de nieuwe wet – waarschijnlijk een nieuw middel in handen voor als ze niet tevreden zijn over hun uitgever.