ADE15: De Haty Haty trein komt op stoom

Eerste show Blaudzun en David Douglas is veelbelovend

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Vorig jaar spraken we nog van een opvallende samenwerking, toen Blaudzun opeens opdook op het album van producer David Douglas. Inmiddels weten we dat daar een zaadje is geplant dat uiteindelijk uitgegroeid is tot een volwaardig project. De twee staan tijdens de openingsavond van ADE als Haty Haty in de kleine zaal van Paradiso. Nergens is nog te vinden hoe het zou gaan klinken: met recht een wereldprimeur dus.

Ondanks die ene track die de twee al eens maakten, lijkt het nog steeds een combinatie van uitersten. Blaudzun, de man van de bombastische indiepop die er op gericht lijkt om grote mensenmassa’s tegelijk kippenvel te geven en David Douglas, de producer wiens muziek met geraffineerde samples en gelaagdheid zich meteen onder je huid wurmt. Aan de andere kant, wie wel eens bij een clubshow van Blaudzun geweest is, kent zijn voorliefde voor elektronica. Vlak voor de show begint kan er zomaar een track James Holden door de speakers heen denderen. Helemaal vanuit het niets komt Haty Haty dus niet.

Ook vanavond gaat vlak voor aanvang het volume van de zaal-dj opeens flink omhoog. Reach For The Dead, van Boards of Canada schudt het zich van geen kwaad bewuste publiek wakker. Het gaat beginnen. De set-up is simpel. Rechts Douglas, met een tafel vol elektronica. Links Blaudzun, met een laptop, en een sampler. Meteen wordt duidelijk waarom Boards of Canada als startschot voor de show werd gebruikt. Er zit een zelfde soort desolaat gevoel in Haty Haty’s eerste nummers. Trage golven elektronica, en Blaudzun die zich al zingend met een ingehouden snik tussen alle lagen heen manoeuvreert. Naarmate de muziek steviger wordt, en de producties nadrukkelijker tegen techno beginnen aan te schuren, durft Blaudzun ook steeds meer zijn stem open te trekken. Nog meer die snik, nog meer drama. Het wordt er niet per se beter van, juist het ingetogene van de eerste paar nummers zorgde voor de spanning. De stroboscoop bovenin lijkt ook in een dramatische stemming. Hij flikkert zo zacht dat je begint te twijfelen of hij nou echt aan staat, of kapot is.

Zo zijn er wel meer slordigheden. Douglas heeft duidelijk de leiding, zijn producties denderen alsmaar door, hij kijkt nauwelijks op. Blaudzun moet maar zien wanneer hij op de techno-trein springt. Af en toe lijkt hij zich even te vergissen in het moment dat hij in moet vallen, en slikt hij gauw zijn tekst in. Halverwege de set wordt er een outro gemixt met een niets ontziende kickdrum. Tof idee, maar helemaal scheef ingezet waardoor het zijn effect mist.

Maar toch, het zijn schoonheidsfoutjes die je de twee nauwelijks kan aanrekenen. Het is de eerste keer en ze treden beiden uit hun comfortzone. Dat geldt helemaal voor Blaudzun; als hij de makkelijke weg zou nemen zou hij blijven oogsten wat hij inmiddels gezaaid heeft met zijn eigen band. Maar belangrijker nog: de show is eigenlijk al heel goed. De producties lopen moeiteloos in elkaar over, van desperaat tot overweldigend, van aanstekelijk tot diep. Er komen vanavond zeker een handvol sterke tracks voorbij. En misschien het belangrijkste nog: De twee durven finaal uit de bocht te vliegen. Dat is het lef waar het bij samenwerkingen vaak aan ontbreekt, en eigenlijk ook waar in hun solowerk geen ruimte voor is. Als de onhandigheden gladgestreken zijn en Haty Haty op stoom komt, dan lijken kolkende zaaltjes en festivals gegarandeerd. En als de stoom er dan uiteindelijk echt vanaf komt, mag Blaudzun wel uitkijken dat zijn brilleglazen niet beslaan.