De eerste paar nummers van het album klinken dan ook als een grote trip vol grootheidswaanzin. Future blijft maar zelfvertrouwen inschenken, opsnuiven, bijslikken en aflikken. Hij slaat zijn dollars kapot op designkleding en een enorm wagenpark, heeft een ijsberg aan diamanten om zijn pols hangen en weet ondanks de roes de nodige vrouwen af te werken. Hij is immers weer single en pikt overal vrouwen op. Via Twitter, of Instagram, zoals hij in ‘Groupie’ schaamteloos rapt. Het maakt hem niks uit, ‘I had to have it, fuck who know about it’. En natuurlijk is hij ook kind aan huis in stripclub Magic City, middelpunt in de Atlanta scene, blijkt in ‘Freak Hoe’.
Net als vroeger verhandelt Future weer van alles en sleept hij zijn geld van safehouse naar safehouse. Maar ondertussen hangt er altijd een donkere wolk boven het album, waarvan de oorzaak op het middenstuk van het album doorseipelt. Niet alleen door de grommende bassen en genadeloze snares die een rits bekende trapproducers telkens weer uit je speakers persen. Die klinken immers in elke track. Ook niet vanwege het gevaar dat bij al die drugs en geld hoort, daar loopt het album ook van over. De drugs maken hem paranoïde. Hij gebruikt het ene om de bijwerkingen van het andere weg te nemen, maakt zichzelf wijs dat designerkleding therapeutisch werkt en vertelt zichzelf dwangmatig dat hij verantwoordelijk is voor het succes in de hitlijsten van zijn ex. Maar dat vertelt hij in 'Rotation' allemaal wel met een snik in zijn stem. In ‘Where Ya At’ vraagt hij zich af wie nou zijn vrienden zijn. Waar waren de gasten die zich nu zijn vrienden noemden toen hij nog écht aan de rafelranden van Atlanta handeltjes had, en zelf base zat te koken. Er lijkt toch iets van onzekerheid in de grote hosselaar te schuilen.
Toch is DS2 ondanks al die kleine barstjes in het onaantastbare imago van Future nergens een 'Huilend naar de Club'. Nergens spreekt hij uit hoe het echt met hem gaat, hij houdt zich overal groot. Hij maakt zelfs nog even duidelijk dat hij het echt belangrijk vindt om de trapcultuur van Atlanta te blijven ondersteunen, niet alleen als een gier succes oogsten met de muziek die hij er vandaan haalt. Sterker nog, hij wil alleen maar meer. Meer inkomsten uit zijn handel, een eigen methlab, het imago van een echte slechterik, rich sex, behangen met sierraden en met vrouwen die zich zo om hoog denken te werken. Alles om in die roes van de dirty sprite, vol besef en zonder schuldgevoel, al zijn geld te kunnen tellen.