GEZIEN
Howler, London Calling, Paradiso Amsterdam, grote zaal, 18 mei 2012
MUZIEK
Wat hebben die bands met elkaar gemeen? Gruizige, rafelige gitaarpop, een zekere nonchalance, verveeldheid als basis voor de liedjes. Howler maakt het type muziek dat voelt als een puik alternatief voor het spelen van videogames: niet al te inspannend, lekker losjes, met kleine knipoogjes van onvrede. Dat is geen diskwalificatie, want sommige liedjes zitten erg slim in elkaar. Bij Rough Trade geloven ze wel in Jordan Gatesmith, de slungelige jongeling uit Minneapolis. Hij heeft een contract voor meerdere platen. De band bracht eerder dit jaar zijn debuutalbum America Give Up uit, dat Album van de Week werd bij 3voor12.
PLUS
Wat zouden ze in hem zien bij Rough Trade? De nieuwe Julian Casablancas? Vermoedelijk. Dat is zeker te horen in de puike single Told You Once, een liedje dat zo op het debuut van The Strokes had gekund. "I hate myself more than I hate you", klinkt het in de midtempo sleper met slimme tempoversnelling. Het is het hoogtepunt in de set vandaag. Howler onderscheidt zich van genregenoten door net wat meer uit de fifties te putten, met de klassieke Phil Spector-drums als duidelijk voorbeeld.
MIN
Er is nog een beter liedje: Back Of Your Neck, een instant garagerock classic. Maar de geweldige punchlines van de gitaar, de gouden riffs en de slimme vocalen komen niet goed uit de verf. Aan het eind laten ze heel even een gat, maar ze durven de stilte niet écht te laten vallen. De onnauwkeurigheid hoort er natuurlijk een beetje bij. Bij Wavves verdwijnen live ook de productionele slimmigheidjes. Maar daar komt dan wel een ongenaakbare attitude bij, die het piepjonge Howler nog niet zo goed onder de knie heeft. Ze moeten spelen alsof dit hun laatste show ooit is. Alsof het na vanavond allemaal afgelopen kan zijn. Alsof je niet morgen nog naar Rotown moet en daarna naar Hamburg. En dat doe je niet door na Back Of Your Neck zachtjes je gitaar neer te pleuren. De vonken moeten van dat ding afvliegen.
CONCLUSIE
Howler zwalkt met het tempo, zingt matig en wisselt heel sterke liedjes af met onopvallende. Als geheel is het simpelweg nog niet overtuigend. De echt bruisende branie ontbreekt. En in een genre als dit blijft er dan meteen zo weinig over. Maar als deze jongen zulke liedjes blijft schrijven en veel blijft spelen, hebben we binnen de kortste keren een topper in de categorie verveelde-jongens-garagerock.
CIJFER:
6,5
London Calling: Howler surft op de golven van verveling
Geintje in de Amerikaanse indie underground: surfpop. Met The Beach Boys of Dick Dale heeft het weinig te maken, maar de knipogen vliegen je om de oren: Surfer Blood, Wavves' King Of The Beach, The Drums' Lets's Go Surfing en nu Beach Sluts van Howler.