Er is een bescheiden toeterhype gaande onder Nederlandse truckers. Boosdoener: Ah, I See van De Staat. Het nieuwe nummer is niet bepaald een luchtig radiohitje, maar het heeft wel een verdomd geinig claxonrefreintje. Klein grapje in het verder overweldigende openingsnummer, en dat zijn precies de ingrediënten van heel Machinery. Vanaf de eerste noten zit de band er bovenop, met een kreet, een gemene gitaar riff en een dreigende bas. De Staat mikt niet op catchy refreintjes, maar wil de luisteraar met dwingende herhaling in zijn macht krijgen. Alles is ritme, en Torre Florim zingt fel en afgemeten als een opperbevelhebber.
Evolutie, dat beloofde Torre Florim met het debuutalbum van De Staat, een album dat hij volledig in zijn eentje maakte. Wacht maar af, we zijn er nog niet. En verdomd, binnen een jaar evolueerde Nijmeegse band van een prima live band tot een niet te stoppen machine, die in een festivalseizoen Pinkpop, Lowlands en het complete clubcircuit inpakte. Het vormt een logisch startpunt voor Machinery, dat zonder twijfel geschreven is met het podium in het achterhoofd. De songs zijn stuk voor stuk geschikt om aangepast en door ontwikkeld te worden.
Toch is ook bijzonder veel aandacht besteed aan de opname. Meest in het oog springende verschil met Wait For Evolution is de overdonderende productie. Het debuut werd nog door Florim alleen opgenomen, Machinery is een echte bandplaat. Oude hitsingle The Fantastic Journey Of The Underground Man klinkt flets vergeleken met het vervaarlijk grommende Sweatshop, een song die drijft op een rauwe groove, een zuigend basgeluid en - slimme keuze - vrouwelijke backing vocalen. Voor een aantal songs op Machinery werd zelfs een tweede drummer ingeschakeld om het geluid nog vetter aan te zetten – Bram Hakkens, vooral bekend van Kyteman’s Hiphop Orkest.
Ook inhoudelijk is dit nieuwe album onheilspellender dan Wait For Evolution, zij het steeds met een knipoog. Love I'll Never Marry You is een anti-liefdesballade. Serial Killer (met een net wat te ingewikkelde guitar riff) kruipt in de huid van een seriemoordenaar, die gecamoufleerd loert naar zijn volgende prooi. "All is hidden by my mask of satin / No excuse, no taboos, this mind is free". Op een staccato ritme en een zware synthesizer van Old MacDonald Don't Have No Farm No More blaft Torre Florim de gruwelijke details van een halal slachting, met bezwerende backing vocalen. Maar let wel, ook hier eindigt het met een soort komische noot, door de verwijzing naar dat malle kinderliedje uit de titel.
Machinery is meer sound dan liedjes. Dat is een bewuste en gevaarlijke keuze, die vooral in de eerste helft verrassend goed uitkpakt. De tweede helft bevat een aantal iets mindere momenten (I'm A Rat, Back To The Grind), maar de balans slaat eenvoudig door naar de goede kant. Het is rauw en donker, maar niet te serieus. Na Wait For Evolution werd De Staat nog wel eens weggezet als een te trouwe volgeling van Queens Of The Stone Age. Met Machinery bewijst de band zelf de lijnen uit te kunnen zetten. Het is geen gemakkelijke plaat, maar wel een waarop keiharde keuzes gemaakt worden. Love it or hate it.
Machinery is verschenen bij Mascot/PIAS en is tijdelijk weer te beluisteren op de speciale Award Luisterpaal.
3VOOR12 bespreekt 3VOOR12AWARD genomineerde: De Staat
Machinery is rauw en donker, maar altijd met een knipoog
Na Wait For Evolution werd De Staat nog wel eens weggezet als een te trouwe volgeling van Queens Of The Stone Age. Met Machinery bewijst de band zelf de lijnen uit te kunnen zetten. Het is een donker en rauw album, met af en toe een welkome knipoog.