“Heb je één secondje?”
Twee dagen voor de start van zijn festival loopt Pinkpopbaas Jan Smeets over het terrein. Het is droog in Landgraaf, weet hij te vertellen. “De regen kwam net met bakken uit de hemel. Dan hebben we dat maar alvast gehad, denk ik dan.” Op de achtergrond worden er hoorbaar palen in de grond geslagen. “Eén secondje hè.” Smeets houdt zijn mobiele telefoon nog bij zijn mond, maar praat er niet in. “Pas op jongens, wel een helm op.” Hoewel luid en duidelijk hoorbaar, is hij onverstaanbaar. Ergens valt nog het woord wc, maar verder kent het Limburgs van Smeets veel geheimen.
“Je neemt weleens een verkeerd besluit”, zegt hij refererend aan het mooie weer afgelopen weekend tijdens Pinksteren. Twee jaar geleden besloot de organisatie de datum van het festival niet meer af te laten hangen van Pinksteren. “Een paar dingen in het leven heb je niet in de hand, zoals het weer. Maar het gaat er steeds beter uitzien. Echt waar. Vrijdag en zaterdag blijft het droog, zondag gaat het wel regenen.”
Smeets rijdt dan in zijn wagentje het Pinkpopplein op. “Het plein voor het terrein is door de gemeente Landgraaf officieel tot Pinkpopplein benoemd en dus richten we het ook zo in, anders dan normaal. Er komt een terras met eten en drinken, een grotere openluchtbioscoop en hoe heet dat ook alweer? Ah ja, de Silent Disco.”
In 2008 zette Pinkpop de stap naar artiesten van stadionformaat. De eerste hele grote band die het festival binnenhaalde was Metallica. Speciaal voor de band werd het hoofdpodium uitgebouwd, werden de bandleden per helikopter binnengebracht en kregen ze hun eigen backstagearea. “Wie A zegt tegen stadionbands, kan B niet weigeren. Die bands stellen hoge eisen aan het optreden. Bruce Springsteen stond hier vorig jaar en wilde twee uur lang spelen. Green Day wil dat nu ook. Green Day heeft ook zijn eigen koks mee op tour. Die kun je niet bij de rest van de koks in onze eigen keuken zetten. Dus hebben ze hun eigen keuken gekregen. Rammstein wil graag het grootst mogelijke podium; één van drie meter dieper, nog hoger en breder. Daarvoor heb je zoveel meer staal nodig, maar dat krijg je niet gratis. Dan vraag je je wel af: waar is de grens?”
Dan valt zijn telefoon uit. Na een half uur is hij pas weer bereikbaar. “Dat was een storing, zoiets kan tegenwoordig met de techniek hier. Het gebeurt vrij vaak.” Smeets is dan weer terug op het festivalterrein. “Eén secondje.” En dan tegen zijn bijrijder: “Dit is splinternieuw, dat ziet er toch superb uit? Ha, alles kits? Is de spaghetti al klaar?”
Naast de gemiddelde eisen van de bands, heeft de productie zijn handen vooral vol aan één dame: P!nk. Smeets: “Wat een gedoe is dat. De mensen van productie zijn afgelopen maandag bij haar show in Dusseldorf wezen kijken, om te zien hoe alles in elkaar steekt. Want oeh oeh, er komt een vliegende Pink.” Toch maakt Smeets zich geen zorgen. “Alleen om het weer, dat doe ik altijd. We waarschuwen ook: kom vooral niet alleen met je luchtige blousje. Het is een lekker weertje, maar het is niet warm. De thermometer in mijn auto wijst 12 graden aan. Dat is niet echt warm toch?”
Pinkpop is nog niet uitverkocht. Kaarten zijn ook in het weekend zelf nog te koop.
Pinkpopbaas Jan Smeets: “Oeh oeh, er komt een vliegende P!nk”
Green Day heeft zijn eigen koks, P!nk gaat vliegen
Twee dagen voor de start van zijn festival loopt Pinkpopbaas Jan Smeets over het terrein. Het is droog in Landgraaf, weet hij te vertellen. "Al kwam de regen net met bakken uit de hemel vallen." Smeets over de laatste voorbereidingen. "Green Day heeft ook zijn eigen koks mee op tour. Die kun je niet bij de rest van de koks in onze eigen keuken zetten."