'Crazy festival dude' Roger is soms iets te enthousiast

"Als mensen mijn armen zien denken ze: dat is een echte!"

Tekst Geert Smeets, foto's Erik Luyten ,

Misschien ken je hem wel: Roger, ook bekend als 'Crazy festival dude'. De man met festivalbandjes van pols tot oksel, altijd gehuld in een wielershirt. De 41ste editie van Pinkpop is er in ieder geval een waar hij nooit meer aan herinnerd wil worden. “Mij zien ze hier nooit meer terug, mits Jan Smeets persoonlijk zijn excuses maakt.”

"Als mensen mijn armen zien denken ze: dat is een echte!"

Hij haalde de voorpagina in een Deense krant, er is een Facebook-pagina aan hem gewijd en hij is misschien wel het bekendste festivalgezicht van de Benelux: 'Crazy festival dude' Roger uit het Belgische Weelde. Zelf denkt hij al meer dan honderd festivals te hebben bezocht, van Groezrock en Rock Werchter tot Puntpop en Once Upon A Festival.

Misschien ken je hem wel, de man met de festivalbandjes van pols tot oksel. Maar de 41ste editie van Pinkpop is er een waar Roger nooit meer aan herinnerd wil worden. “Mij zien ze hier nooit meer terug, tenzij Jan Smeets persoonlijk zijn excuses maakt.” 
Dat zijn nogal harde woorden voor een festivalganger van dit kaliber. Roger lijkt bij lange na geen herrieschopper. Eerder iemand die compleet opgaat in de muziek en daardoor soms vergeet dat er nog mensen om hem heen staan. Uw verslaggever  zag hem al 'freaken' tijdens Sungrazer. “Een toffe band," vertelt Roger, “muziek die je voelt in elke huidcel.” En dat was inderdaad te zien aan zijn dansbewegingen.

Misschien zijn die dansbewegingen hem wel fataal geworden deze Pinkpop, want in de ogen van de security waren die iets te provocerend. De druppel kwam toen hij over het frontstage-hek van het hoofdpodium klom. “Dat was puur omdat ik vond dat de boel een beetje ingeslapen was. Op een band als Mando Diao moet gedanst worden dus ben ik in de hekken geklommen om het publiek een beetje op te hitsen, vooral voor de ene hit. Iedereen begon te klappen dus mijn actie had wel degelijk effect, maar die gasten van de security waren nou niet bepaald in hun nopjes. Het bleek dat er een kind voor mij stond. Nou en, er stond toch een hek tussen? In ieder geval, ik werd hardhandig van het festivalterrein geknikkerd. Nog nooit heb ik zoiets meegemaakt, ik ben niet agressief, ik doe geen vlieg kwaad. Maar blijkbaar is mijn actie bij deze klote-security in het verkeerde keelgat geschoten. En dat terwijl ik een gevoelsmens ben.”

Een gevoelsmens is hij zeker, want op de vraag wanneer hij zijn eerste festival bezocht, komen er tranen. “Twaalf jaar geleden, ik was toen 38, ging ik voor de eerste keer naar Werchter. Neil Young speelde en ik was meteen verkocht door het festivalgevoel. Jaren later gingen mijn vrouw en ik uit elkaar en toen is eigenlijk die hele festivalobsessie begonnen. En nog steeds begin ik in april met Paaspop en dat gaat dan door tot september ofzo.”

“Dit is gewoon hele dikke pech voor mij, de wet van Murphy, je kent ‘t wel. Ik ben ontslagen, vorige week mijn auto in de prak gereden en nu dit. Komt nog bij dat ik vrijdag mijn tent heb opgezet, maar kan iemand mij vertellen waar die staat? Ik heb sakkerdju vanaf vijf uur vanmorgen over camping A geslenterd, maar mijn eigen tent tegenkomen ho maar. Ik vraag me af waar ik straks mijn slaapje moet doen.”

Niet iets om wakker van te liggen voor deze doorgewinterde festivalfreak, maar als hij opnieuw met tranende ogen vertelt dat hij door deze hele situatie Editors moet missen, lijkt hij toch een beetje gekrenkt over het hele gebeuren. “Editors stond bovenaan mijn lijstje, DeWolff en Triggerfinger daarna. In de teksten herken ik mezelf, ze lijken over mij te gaan. Ik vind het werkelijk verschrikkelijk om die te moeten missen."

Festivals lijken een soort van toevluchtsoord voor Roger te zijn. “Nadat ik mijn auto in de prak reed, heb ik gelijk voor duizend euro aan festivaltickets gekocht. Toen ik vijftig werd dacht ik, weet je wat, ik ga naar festivals in vijf verschillende landen. Sziget was een absoluut hoogtepunt. Ik haalde daar dezelfde stunt uit als vandaag. Met het verschil dat er toen vijftig camera’s op me gericht waren in plaats van drie Sponge Bob-achtige figuren die me eruit gooien.”
Een ruig uitziende man, maar met het hart op de juiste plek. Er is dan ook geen greintje kwade wil in hem te ontdekken. Op kalme toon beredeneert hij alles, is bescheiden maar stiekem houdt hij toch wel van een beetje aandacht. “Eric Corton, die gast die morgen met Triggerfinger mee gaat spelen, zag mij staan en gaf me spontaan de hand. Die ken ik, moet hij gedacht hebben. Ja, dat doet me wel wat. Als mensen mijn armen zien denken ze damn, dat is een echte. Niet voor niets ben ik de “crazy festival dude”. En dat is niet zomaar!”