Detroit Social Club plaatst vileine distortionmuur

Maar het wandje blijkt van bordkarton

Atze de Vrieze ,

Frontman David Burn van Detroit Social Club is de hele dag al sfeermaker in en om Paradiso. Om half drie vanmiddag stond hij al in zijn vol getatoeërde blote bast op de parkeerplaats te oreren. Hij voert het hoogste woord in het zonnetje, om hem heen zijn band en crew. Ook vanavond op het podium is hij de man, met zijn armen omhoog, zoals Tom Meighan van Kasabian dat ook altijd doet. Een beetje branie kan geen kwaad op deze door folk gedomineerde London Calling. Een klein groepje jongens zet het meteen op een springen.

Maar het wandje blijkt van bordkarton

Frontman David Burn van Detroit Social Club is de hele dag al sfeermaker in en om Paradiso. Om half drie vanmiddag stond hij al in zijn vol getatoeërde blote bast op de parkeerplaats te oreren. Hij voert het hoogste woord in het zonnetje, om hem heen zijn band en crew. Ook vanavond op het podium is hij de man, met zijn armen omhoog, zoals Tom Meighan van Kasabian dat ook altijd doet. Een beetje branie kan geen kwaad op deze door folk gedomineerde London Calling. Een klein groepje jongens zet het meteen op een springen.

GEZIEN:
Detroit Social Club, London Calling, Paradiso Grote Zaal 23-04-2010
 
MUZIEK:
Kasabian dus, meets Oasis, met de vette motorolie van Black Rebel Motorcycle Club. Dat betekent een hele grote gitaarmuur en harkerige synthsolo's. Lekker lomp rocken zoals je het je voorstelt bij een stad als Newcastle.
 
PLUS:
Dit zou best eens wat kunnen worden. De eerste paar songs hebben ze een soort guizige groove te pakken. Die laag gitaren klinkt vilein, er staat al een setje bongo's klaar voor een klein beetje swing. Wel een lompe swing, want hier om verfijnde emoties vragen is als Chocomel drinken bij een Normaal-concert.
 
MIN:
Goed wordt het jammer genoeg niet. Uitgerekend de Grote Leider blijkt de zwakke schakel in de band. Hij staat zelfverzekerd met zijn vinger in de lucht te prikken, maar zingen gaat hem minder goed af. Waar zijn grote voorbeelden een kunst maken van het balanceren op de grens tussen vals en zuiver, heeft David Burn simpelweg een onopvallende, onzuivere stem. Dat valt vooral op in het rustige nummer met akoestische gitaar. Dat onzuivere hoort zo, zal-ie zeggen, maar helaas voor hem ontstaan er geen goede liedjes uit de eenvormige kledders gitaar. De bongospeler die tijdens het laatste nummer mee mag doen – een hele beroemde naar het schijnt – is zelfs helemaal niet te horen.

CONCLUSIE:
Goede truc: gewoon een muur van geluid optrekken, en dan lijkt het al snel heel wat. Maar wie een voorzichtige blik over het wandje werpt, ziet dat het bordkarton is in plaats van solide steen. Na afloop in de kleedkamer is David Burns ongetwijfeld weer het middelpunt van alle aandacht. Hij zal zijn gezelschap op sleeptouw nemen, in polonaise richting rosse buurt.
 
CIJFER:
5