Eurocommissaris Neelie Kroes onderzoekt of de gemeente Rotterdam concertzaal Ahoy op een onjuiste manier heeft gesteund. Twee jaar geleden klaagde concurrent MOJO Concerts dat de 40 miljoen euro die de gemeente investeerde een verkapte vorm van staatssteun is. De rechter achtte dat toen niet bewezen, maar Europese waakhond Kroes gaat de zaak nu tot de bodem uitzoeken. Directeur Dick van Zuylen van MOJO herhaalt deze week zijn standpunt uit 2006: “Er is sprake van oneerlijke concurrentie.”

Volgens MOJO is een en ander mis gegaan bij de verkoop van de zaal aan het management van Ahoy. In 2006 verzelfstandigde Ahoy en kon het toenmalige managementteam de aandelen van het exploitatiedeel voor 1,7 miljoen euro overnemen. Een vriendenprijsje, volgens MOJO. Het pand zelf is nog in handen van de gemeente en wordt voor een relatief laag bedrag verhuurd. Volgens MOJO is het een bewuste poging om de positie van Ahoy te versterken. MOJO is zelf namelijk bezig met de ontwikkeling van een grote concertzaal in Amsterdam Zuid-Oost. In die zaal, het Music Dome, moeten 15.000 mensen passen. Ahoy biedt na een fikse verbouwing plaats aan evenveel bezoekers. Volgens Van Zuylen blijven na de verbouwing de huurprijzen zoals ze nu zijn. ”Hierdoor krijgt Ahoy een concurrentievoordeel. Met concurrentie is helemaal niks mis, maar dan wel op gelijke voorwaarden.''

De gemeente Rotterdam reageert terughoudend. Een woordvoerster van wethouder Lucas Bolsius wijst dinsdag het ANP op de gerechtelijke uitspraak uit 2006. “De vorderingen van Mojo zijn daarbij afgewezen”, zegt de woordvoerder. “De investering voor Ahoy, waaronder de renovatiewerkzaamheden, zijn gemeld bij de Europese Commissie. Zo lang die procedure loopt, doen wij over de kwestie geen uitspraken.” Ook de woordvoerder van Ahoy wil niet op de zaak in gaan. “Wij zijn geen belanghebbende in deze zaak. Het gaat tussen de gemeente en MOJO Concerts.”