Goed nieuws voor de continuïteit van het Nederlandse hiphop-label Top Notch met acts als VSOP en Opgezwolle. Het label heeft per 1 mei een promotie- en distributiedeal met independent PIAS. Nu is het nog onderdeel van Virgin/EMI. Het Top Notch label begon tien jaar geleden als een uit de hand gelopen hobby van labelbaas Kees de Koning. Maar na successen met acts als Extince, Def Rhymz en The Postmen, werd het label een naam om terdege rekening mee te houden. De Koning kwam in dienst als A&R en labelmanager bij platenmaatschappij Virgin en scoorde daar met Raymtzer en Opgezwolle. Ondanks dat het debuutalbum Vloeistof van Opgezwolle met bijna 5000 stuks niet onaardig verkocht, werd het contract van Kees de Koning bij de jongste herstructurering van Virgin en moedermaatschappij EMI na vier jaar niet verlengd. Top Notch dreigde daarmee het eerste slachtoffer van de aangekondigde reorganisatie te worden. Bij independent PIAS tekende Kees de Koning onlangs echter een distributie- en marketingdeal. De Koning heeft zin in de nieuwe samenwerking met PIAS, die op 1 mei start: “Het is een spannende tijd in de platenwereld. Je kan met een independent als partner gelukkig veel flexibeler zijn. Bij een major ben je nooit prioriteit, maar bij PIAS ben je wel een topper. Ik voel me nu veel meer baas in eigen buik.” De eerste release van Top Notch via PIAS wordt begin mei het debuutalbum Huiswerk van VSOP, en daarna staan ook releases op stapel van nieuwe acts Duvel Duvel en Kubus. In het najaar verschijnt een tweede album van Opgezwolle. Naast het presenteren voor 3VOOR12XL en het runnen van het label zal Kees de Koning zich ook steeds meer toe gaan leggen als consultant op het gebied van hiphop voor het bedrijfsleven: “De nadruk zal in de toekomst steeds minder liggen op het het fysiek verkopen van CD’s, maar de vraag naar muziek op een andere manier zal blijven bestaan. Hiphop heeft gelukkig een duidelijk profiel, waardoor het gemakkelijker wordt met andere partijen samen te werken.” De Koning is toch gematigd positief gestemd over de laatste ontwikkelingen bij de Nederlandse majors, waarbij veel nationale acts het veld moeten ruimen. “In het algemeen denk ik dat het beter is voor het muzikale klimaat. Er is te veel getekend, en te veel geïnvesteerd, waardoor er een scheve balans is ontstaan. Men is er altijd van uitgegaan dat elke signing een hoofdprijs was. Daardoor krijgt veel talent geen kans een tweede, derde, of vierde plaat te maken. Artiesten worden nu veel meer gedwongen om zelf na te denken hoe ze een publiek kunnen bereiken, waardoor ze een reëler beeld krijgen van de economische verhoudingen.”