3voor12/Utrecht recenseert (6)

Most Unpleasant Men, Yesterday's Men, Baby Face Nelson en Price to Pay

Bij 3voor12/Utrecht luisteren we niet alleen naar muziek, we vinden er ook nog wat van. In onze nieuwe maandelijkse reviewrubriek bespreken we uiteenlopende albums van Utrechtse bodem, waarbij we niet op een genre meer of minder kijken. Of het nu gaat om rock, dance, metal, funk, ambient – alles kan de revue passeren. In deze zesde editie albums en EP’s van Most Unpleasant Men, Yesterday's Men, Baby Face Nelson en Price to Pay. Waar mogelijk hebben we een stream onder de review geplakt, zodat je direct je eigen mening kunt vormen. Laat gerust een reactie achter - als je durft.

Ons recensententeam bestaat uit Marjolein Schaake [MS], Hanneke van der Linde – de Zeeuw [HLZ], Menno Roymans [MR], Niels Spinhoven [NS], Arnold le Fèbre [ALF], Marc van der Laan [ML] en Zegert van der Linde [ZL]. Wil je zelf ook graag je mening kwijt, of wil je jouw album (fysiek, digitaal of stream), dj-set of wat dan ook in 3voor12/Utrecht recenseert? Stuur gerust een mailtje. De illustratie bij deze rubriek is gemaakt door Ailisha Read.

Most Unpleasant Men – Most Unpleasant Men

Precies vier jaar min één week na het verschijnen van Nothing Moves Slower, verschijnt de titelloze officiële tweede van Most Unpleasant Men. Tussendoortje A Collection Of Scraps tellen we dan even niet mee. Het debuut stond bol van de zorgvuldig geconstrueerde, introspectieve en experimentele popliedjes. Hetzelfde geldt voor deze opvolger. De teksten verhalen onverminderd over wat er zich overdags en ’s nachts afspeelt in het leven en vooral in het hoofd van zanger Joram Tornij, maar de muziek is meer uitgesproken, zonder daarbij in te boeten aan gelaagdheid of creativiteit. De ongecompliceerde, bijna euforische opener 'Everybody Does' is met zijn lineaire beat, pakkende synthloopje en kamerbreed refrein daar een duidelijk voorbeeld van, hoewel dit nummer zeker niet representatief is voor wat dan nog komen gaat.

De verdere songs balanceren tussen warm, wiegend en opbeurend ('Man', 'This Is It'), ontregelend ('Hippie', 'It Ticks') en kil, mechanisch ('Blankets', 'Hole In The Ground'). Een bijzonder charmant experiment is 'Dead Cat', waarin gespeeld wordt met series van staccato gezongen woorden met gelijkende klanken op een fijne cadans van breakbeats en zoemende synths. In het geslaagde 'Stairs' wordt het beklemmende gevoel van een niet werkende relatie en de drang om daaruit te ontsnappen in zowel tekst als muziek knap voelbaar gemaakt. Net zo knap is het voortjagende 'It Ticks', waarin de dunne scheidslijn tussen inbeelding en werkelijkheid in de nachtelijke uren aanleiding is voor een onheilspellend verhaal met een open einde. Het laatste deel van het album kent met het wat voortkabbelende 'Doorsteps' en het scherpe randjes missende 'Alibi' helaas ook mindere momenten. 'This Is It' en afsluiter 'Not That Kind' zijn niet slecht, maar missen het karakter van eerdere nummers om te voorkomen dat de plaat op een wat onbevredigende manier eindigt. Het doet niets af aan het feit dat Most Unpleasant Men een geraffineerde popplaat aflevert die bij beluistering tot diep in 2013 nieuwe geheimen zal blijven prijsgeven. [NS]

Most Unpleasant Men presenteert het nieuwe album op donderdag 17 januari 2013 in de Spiegelbar van Tivoli (open vanaf 19.30 uur). 
Op 26 februari staat de band in Paradiso. 
Het nieuwe album staat tijdelijk op de luisterpaal.

Yesterday’s Men – The Passing of the Years

Het is een gouden tip voor beginnende bands: zet je hit als eerste nummer op je EP. Yesterday’s Men houdt zich aan deze regel en maakt van het pakkende 'The Passing of the Years' de binnenkomer van de gelijknamige EP. De klassieke stem van zanger Dolf Smolenaers past perfect bij de catchy begeleiding en wordt nog eens versterkt door zangeres Anne van den Hoogen, die de band helaas net heeft verlaten.
 
Na het openingsnummer is het gedaan met de catchy hits. De rest van de EP is gevuld met filmisch, klassiek georiënteerde popsongs met prachtige orkestratie. Denk Arcade Fire, Elbow en her en der een vleugje Editors. Die orkestratie is de sterke kant van Yesterday’s Men. Vrijwel elk nummer kent een bijzonder arrangement dat via een intense opbouw toewerkt naar een prachtige climax. Piano, bas, gitaar, drums en blazers werken mooi en ook de zang valt daar bijna altijd goed overheen. Enige uitzonderingen zijn 'Rome', waarin Smolenaers zich wat meer moet inhouden, en 'If There Was a God' dat eigenlijk ongemerkt voorbij glijdt. Buiten die twee kritiekpunten heeft Yesterday’s Men met The Passing of the Years een sterke EP neergezet. Niet altijd gemakkelijke kost, maar wel erg de moeite waard. [ZL]

Baby Face Nelson – Death at the Mustang Ranch

Lekker hoor, de punky countryrock die Baby Face Nelson brengt op hun nieuwste EP Death at the Mustang Ranch. Dat de band niet langzaam kan spelen wordt duidelijk door de drie nummers die Abs, Ingmar, John Polly en Nico er in krap 9 minuten doorheen rossen. In tegenstelling tot uw recensent krijgt Baby Face Nelson géén genoeg van de vaste ingrediënten alcohol, vrouwen en drugs. Deze zijn weer overvloedig aanwezig, net als op voorganger Old Love, Empty Bottles. Dronken worden, vrouwen bij de kladden grijpen en ondertussen op je gitaar raggen, dát is het hoogste levensdoel van Baby Face Nelson. 
 
Deze EP is goed; de kwaliteit ligt even hoog als het tempo. Hier en daar een wiebelige zanglijn laten we voor het gemak buiten beschouwing. Overigens gaat het laatste lied 'Final Hour' nogal cheesy van start. Gelukkig maken de drums hier na een halve minuut korte metten mee. Om écht lol te beleven aan de muziek raad ik je aan om een fles whisky leeg te drinken en vervolgens naar de dichtstbijzijnde kroeg te gaan om de honky-tonk country punkrock van Baby Face Nelson live te ervaren. [HLZ]

Dat laatste kan op donderdag 28 februari in EKKO. Baby Face Nelson speelt dan samen met Birth of Joy en The Pignose Willy's op het At The Juke Join feest waarmee Suburban Records het verschijnen van het gelijknamige verzamelalbum viert.

Price to Pay – Price to Pay

Met een loodzware 6-track EP presenteert de huidige bezetting van Price to Pay haar laatste werkzaamheden. De band rommelt sinds 2008 een beetje aan in de vaderlandse underground maar geeft met haar officieuze debuut-EP een duidelijk visitekaartje af. De band heeft qua productie oog voor detail en is er in geslaagd een enorm bruut doch helder klinkende schijf af te leveren. Complimenten voor de ritmesectie; qua strakheid doet dit Utrechtse viertal niet onder voor haar (inter)nationale helden van Lionheart, No Turning Back en Terror. Price to Pay overtreft de hiervoor genoemde acts op geen enkel front, maar originaliteit is in de hard/metalcore al jaren geen harde eis meer. Niettemin lijkt Price to Pay klaar om mee te spelen met de grote jongens. [MR]

De EP is gratis te downloaden via www.pricetopay.nl