Palma Violets over bijna-implosie: “We waren elkaar behoorlijk zat”

Britse pubrockers na bezinning terug met Danger In The Club

Sjoerd Huismans ,

Palma Violets is terug met de nieuwe plaat Danger In The Club. Maar als we de verhalen over de band mogen geloven na de uitputtende tours voor de vorige plaat, was het bijna zo ver niet gekomen. De vier gehypete Engelse wildebrassen die alom tot redders van de ouderwets snotty Engelse rock-‘n-roll werden bestempeld, hadden het gehad met elkaar. “Als je constant op tour bent, word je gewoon overgevoelig voor alles. Een opmerking die je normaal grappig zou vinden, komt ineens heel hard aan.”

Dat was even schrikken, het persbericht dat als aankondiging van Palma Violets’ tweede album Danger in the Club verstuurd werd. Het begin van het verhaal zou niet al te voorspoedig zijn, “namely, with them about to implode on a farm in Pembrokeshire in Wales.” Eh, wat? “Een implosie was misschien wat overdreven, maar duidelijk is in ieder geval dat we elkaar behoorlijk zat waren”, grijnst zanger/gitarist Sam Fryer. Samen met toetsenist Peter Mayhew is hij in Amsterdam om de promo van Danger in the Club voor zijn rekening te nemen: de opvolger van de veelgeprezen debuutplaat 180 die NME ertoe zette Palma Violets als “redders van de rock ’n roll” te bestempelen. De andere twee bandleden, Chilli Jesson (bas, zang) en Will Doyle (drums) zijn hetzelfde aan het doen in Brussel. Of was het nu Parijs? Fryer en Mayhew weten het niet meer zeker.

Ik las dat jullie tegenwoordig een gezamenlijke Hare Krisha-chant doen voorafgaand aan de shows. Dat klinkt wel alsof jullie er weer helemaal overheen zijn.
Fryer: “Het is vooral goed voor de stembanden. Ik probeerde het eens uit nieuwsgierigheid en sinds ik het regelmatig doe, kan ik meteen van heel diep naar heel hoog met mijn stem. Ik liet het aan Chilly zien, hij voelde zich ook altijd heel slecht na shows. Na 180 speelden we maar een halfuur, dat waren alle liedjes die we hadden. We gaven alles maar daarna waren we altijd zo schor als een kraai. Nu vragen mensen ons om drie kwartier of een uur te spelen. Die Hare Krishna-chants helpen ons daar doorheen te komen zonder ons te voelen alsof we een rat hebben doorgeslikt.”
Mayhew: “Het is niet zo dat we ineens diep religieus zijn geworden.”
Fryer: “In elk geval doen we weer iets gezamenlijks.”

Waarom hadden jullie het zo gehad met elkaar?
Fryer: “Het kwam door het hectische jaar dat we hadden, dat had een groot effect op onze vriendschap. We stonden niet letterlijk op het punt van imploderen hoor, maar het was duidelijk dat we hard zouden moeten werken om samen nog nieuwe songs te schrijven. We voelden ons niet meer zo verbonden met elkaar als voorheen. Als je constant op tour bent, word je gewoon overgevoelig voor alles. Een opmerking die je normaal grappig zou vinden komt ineens heel hard aan. Normaal schud je zoiets van je af.”
Mayhew: “Het zou met elk mens gebeuren. Ik zie het een beetje als een gearrangeerd huwelijk: het overkomt je, maar je gaat er toch maar mee door. Maar er moest iets gebeuren.”

Hoe kwamen jullie in Wales terecht?
Fryer: “Onze tourmanager Jim Dude zei dat er een plek was… ik bedoel, hij zei niet: ‘ga maar wat nummers op het platteland schrijven’, hij zei alleen dat hij een prachtige, charmante plek kende in Wales. Dus daar gingen we heen. Het kostte vier uur om er te komen, maar het was inderdaad heel mooi én er was een geschikte ruimte om muziek te maken. Het was een boerderij.”
Mayhew: “Er waren hele kleine, ruigharige paarden. Ze zagen eruit als volgroeide paarden, maar dan zo groot als pony’s. En heel dik. Tja, het was een kwestie van terugvallen. Er was geen centrale verwarming dus we moesten hout zoeken, dat in een grote stalen container doen en het vuur 24 uur lang brandend zien te houden. Als je een warme douche wilde, moest je dat vuur aan houden. We moesten echt terug naar onze menselijke wortels, zogezegd.”
 
Hielp het?
Fryer: “Zeker, we konden onze aandacht even van onze onderlinge vriendschappen halen. We liepen wat rond in de heuvels en we schreven de eerste paar dagen eigenlijk helemaal niets. We hingen wat rond. Zelfs als we weer ziek werden van elkaar, stonden er op het terrein een paar caravans waar we ons konden terugtrekken. Maar het was een goeie rehabilitatie, ook al verwachtten we dat van tevoren helemaal niet. We wisten niet dat het goed zou komen, of waar we überhaupt in terecht zouden komen. We vertrokken ’s nachts en kwamen ’s ochtends vroeg aan, we wisten niet wat we konden verwachten. Maar het was dus prachtig. Daar in de buurt ligt trouwens ook een ‘heilige’ berg, de formatie waar ze de rotsen van Stonehenge vandaan haalden. Helemaal uit een uithoek van Wales, 160 mijl verderop.”
 
Hoe zijn jullie uiteindelijk weer begonnen met schrijven?
Fryer: “Nou, we got the lay of the land, en elke avond als we bij elkaar terugkwamen nadat we overdag ons eigen ding hadden gedaan, gingen we de schuur in en probeerden alle ideeën uit die we hadden. We probeerden alles wat we hadden in songs te gieten, en na een tijdje rolde daar het nummer Scandal (alleen als bonustrack op sommige edities van Danger In The Club verschenen, red.) uit en eentje genaamd Gout! Gang! Go! Die was nog redelijk in de stijl van onze vorige plaat 180, maar Scandal was voor ons iets compleet nieuws: best een lang, duister nummer. Het titelnummer Danger In The Club heeft dezelfde donkere sfeer, daarom hebben we de plaat ernaar vernoemd. Het vat het album sonisch gezien samen, met al die kleine breaks.”
 
Er staan twee mild ironische nummers over de VS op de plaat: Hollywood en Secrets of America. Hadden jullie die al eerder geschreven toen jullie daar tourden?
Fryer: “Nee, absoluut later, toen we terug waren.”
Mayhew: “Ik denk trouwens dat ze meer extreem lijken dan ze eigenlijk klinken. Het zijn luchthartige nummers allebei.”
Fryer: “We hebben zeker genoten in Amerika, maar het is niet zo dat we zeggen: iedereen moet daar naartoe, het is allemaal fun and games. Het is eigenlijk veel vreemder en meer paranoïde dan dat. Hollywood is bedoeld om lol te trappen met iedereen die de droom had ooit in Hollywood te eindigen. Wij hebben het gezien, het is er helemaal niet zo bijzonder.”
Mayhew: “Het is niet zo serieus bedoeld, meer tongue-in-cheek, het verschil tussen al die beelden uit de jaren dertig hoe het zou moeten zijn, en hoe het eigenlijk is. Het is net als andere plekken, best saai soms.”
 
Legde het feit dat jullie zo’n grote hype zijn geworden ten tijde van de laatste plaat nog extra druk op jullie?
Fryer: “Nee, dat was eigenlijk alweer voorbij gewaaid toen we dit album gingen schrijven. We voelden dat de hype over was en volgens mij dacht de rest van de wereld er ook zo over. We wilden gewoon ontsnappen in onze eigen wereld en nummers schrijven waar we allemaal van zouden houden. Als je daar een week in een uithoek van Wales zit, ben je Londen sowieso wel vergeten.”
Mayhew: “Dat was ook het hele idee van daarheen gaan, om alle verwachtingen van buitenaf los te laten.”
 
Wat vond je er dan van om ‘de laatste hoop voor rock-‘n-roll’ genoemd te worden?
Mayhew: “Dank je. Daar doen we niet aan mee, het is misschien niet zo groot als het ooit was maar er zijn nog steeds veel goede bands. Ze zijn alleen niet meer zoals de The Rolling Stones, vliegen niet rond in privéjets en spelen niet in voetbalstadions. Het is minder excessief geworden, maar daardoor niet minder springlevend.”
Fryer: “Door het internet heb je ook duizenden mensen die klaar staan een band neer te schieten voordat hij ook maar de kans heeft gehad groot te worden. Als bands van nu in de sixties of seventies hadden bestaan, waren ze misschien wel groter dan Pink Floyd geweest. Ze krijgen de aandacht gewoon niet meer.”
 
Doen jullie zelf nooit iets excessiefs?
Mayhew: “Ik ben een keer tijdens een show gepijpt achter mijn keyboard. Er hangen kleden omheen dus niemand ziet het. Dat was best excessief. Een paar keer wel, eigenlijk.”
Fryer: “Was dat in Amerika?”
Mayhew: “Ik weet het eigenlijk niet meer. Het zou ook Rusland kunnen zijn geweest. Een van de twee.”
Fryer: “Weet je zeker dat het geen gast was?”
Mayhew: “Ze zei dat ze een vrouw was. Maar nadat het gebeurd was, wist ik het niet meer zo zeker.”
Fryer: “Toen zijn we begonnen Lola van The Kinks te coveren. Daar zit wel een soort ongemakkelijke spanning in. Chilly was een beetje jaloers.”
Mayhew: “Hij kan natuurlijk geen blowjobs krijgen op het podium.”