De Staat best geproduceerde 3VOOR12AWARD genomineerde

"Ik kijk alleen wie de producer is van een album als ik het echt goed vind"

Fiona Fortuin ,

Donderdagavond 10 september wordt in studio Desmet de winnaar van de 3VOOR12AWARD 2009 bekend gemaakt. Ditmaal beoordelen we niet voorafgaand aan de uitreiking de hoesjes, maar het geluid. Wie zou de 3VOOR12AWARD winnen als alleen de productie telt? Dat oordeel laten we over aan producer Attie Bauw.

"Ik kijk alleen wie de producer is van een album als ik het echt goed vind"

Donderdagavond 10 september wordt in studio Desmet de winnaar van de 3VOOR12AWARD 2009 bekend gemaakt. Traditiegetrouw wordt deze onderscheiding voorafgegaan aan een beoordeling van de twaalf hoesjes door vakmensen. Maar tradities zijn er om te breken, dus ditmaal doen we het anders. Het uiterlijk doet er nu niet toe, de vraag is: wie wint de 3VOOR12AWARD als het alleen om de productie zou gaan?

De twaalf albums zijn beluisterd door producer Attie Bauw in zijn studio aan huis, in Amsterdam. Nadat hij in verschillende bands had gespeeld, trok in 1982 tijdens demo-opnames van zijn laatste band de techniek zijn aandacht. “Het opnameproces vond ik zoveel boeiender”, vertelt hij. Hij kocht de Fairlight CMI, die toentertijd zo’n twee ton kostte. “Van die aankoop had ik in het begin wel slapeloze nachten.” Maar al snel betaalde de aanschaf hem terug. Via zijn werk bij de Wisseloord Studios, toen nog onder beheer van Polygram, kwam hij in contact met Judas Priest. “En zo kwam van het een het ander.” Sinds die tijd heeft hij onder meer gewerkt met The Gathering, Gorki, T99, Normaal, Frank Black & The Catholics, Seedling, Simple Minds, Tröckener Kecks en Racoon. Zijn werk voor Judas Priests album Painkiller bezorgde hem een Grammy nominatie. Kortom, Attie Bauw is iemand die je best de 3VOOR12AWARD genomineerden voor kunt schotelen.

De stapel met cd’s ligt voor hem, alvast door hem op volgorde van zijn beoordeling gelegd. “Eigenlijk heb ik te weinig tijd gekregen om ze echt goed te kunnen beoordelen”, wil hij kwijt voordat hij van wal steekt. “Maar ik heb wel duidelijk een mening, daar niet van. Een goede productie is voor mij wanneer het geluid de muziek versterkt. Dat er een wisselwerking tussen beide ontstaat, dus dat goede muziek voor goede klanken zorgt en andersom. Waarbij het van enorm belang is dat de artiest/band en de producer elkaar inspireren, elkaar beter maken."

En dan maakt hij zijn keuze bekend, in volgorde van laagste op de schaal van beste productie tot aan de hoogste.

12. The Moi Non Plus – The Moi Non Plus (productie: Jan Schenk)
“Ik heb niks tegen noisebandjes, maar de verpakking moet wel wat te betekenen hebben. Hun muziek doet mij denken aan Coka uit begin jaren tachtig. Goede bands, maar het verschil is dat de productie bij The Moi Non Plus achter blijft bij de muziek. Ze bezitten die drang in muziek, maar het geluid is te beperkt, naar mijn smaak. Ze gebruiken maar een klein deel van het geluidsspectrum. Mooier zou zijn als het geluid op een gegeven moment openbreekt en verder wordt ingevuld. Dat gebeurt niet, wat het al snel saai maakt. Het is te eendimensionaal en dan raak ik verveeld.”

11. zZz – Running With The Beast (productie: Jan Schenk)

“Ook zZz lijdt onder het eendimensionale, al heeft deze band er iets minder last van. Sommige bands gebruiken dit bepaalde geluid als een statement, maar als je dat doet, moet het wel tot iets bijzonders leiden. Anders wordt het een trucje. Bij zZz vind ik dit minder geslaagd. Het geluid oogt stoer, maar het verveelt mij snel."

10. Tom Trago – Voyage Direct (productie: Tom Trago)

“Een goede productie kan ervoor zorgen dat het geluid je als water in een badkuip omsluit. Dat je even geen tijd hebt voor je eigen gedachtes, omdat je door de muziek wordt opgeslokt. Maar wanneer het geluid achter blijft kan het er ook voor zorgen dat de muziek bij de boxen blijft hangen, niet naar je toekomt. Als je naar Voyage Direct luistert, merk je dat Tom Trago daar last van heeft. De muziek omarmt je niet.”

9. Lucky Fonz III – A Family Like Yours (productie: Rutger Hoedemakers)
“Lucky Fonz heeft iets nostalgisch en authentieks wanneer hij zingt. Hij heeft echt een eigen karakter. In het geluid van het album, dat heel netjes en clean is, hoor je dat alleen niet terug. Dat is eeuwig zonde. De muziek en het geluid hadden organischer mogen klinken, dat past beter bij Lucky Fonz. Hier versterkt de productie de muziek niet."

8. Jiggy Djé – De Ark De Triomf (productie: Snelle Jelle/Jiggy Dje)

“Jiggy Djé begint sterk, maar zoals bij het eerste nummer verdwijnen de drums al snel in het geluidsveld. Als je De Ark De Triomf harder zet, hoor je dat het geluid schel wordt, terwijl het geluid van bijvoorbeeld Martyn sterk blijft. Jiggy Djé klinkt daardoor een beetje cheap. De rapper verdient een betere sound.”

7. Roosbeef – Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten (productie: Tom Pintens)

“De stem van Roos is vrij hard. Dat snap ik ook wel, want je wilt duidelijk maken wat ze zingt. Dat gebeurt vaker bij Nederlandstalige albums. Maar haar stem ligt te veel bovenop de muziek. Het klinkt teveel alsof haar band in de coulissen speelt, terwijl zij alleen op het podium staat. Haar stem is van zichzelf al opvallend genoeg, het was leuker geweest als deze meer in het decor van de muziek had gelegen. Nu is de muziek te veel als een waas, terwijl er goede partijen worden gespeeld, en klinkt haar stem te opdringerig.”

6. Fakkelbrigade – Colucci Era (productie: A.R.Tahoeni)

“Je hebt soms dat in een productie te veel elementen elkaar overlappen. Geclusterd noemen we dat. Dat is bij Colucci Era aan de hand. De instrumenten bevinden zich teveel in elkaars vaarwater. Ik snap dat het geluid op de groove is gefocused, maar de omlijsting is mij te mager.”

5. Kyteman – The Hermit Sessions (productie: Colin Benders)

“Kyteman is heel creatief en live is het een feest. Zijn songs hebben iets chaotisch. Het geluid zou daar op zijn album ruimte voor moeten maken, maar dat gebeurt te weinig. De productie mag de muziek nooit in de weg zitten, maar door de soms wat wollige productie word het geluid te nerveus. Het wordt te veel en schiet zijn doel voorbij.”

4. Johan – 4 (productie: Frans Hagenaars)

“Hier wordt op een agressieve manier van compressie gebruik gemaakt. Vergelijk het met een discussie waarin alle deelnemers door elkaar heen schreeuwen. Op 4 schreeuwen alle elementen teveel om aandacht, waardoor de nummers te onrustig worden. De nummers klinken stoer, terwijl dat op sommige momenten niet nodig zou zijn geweest. Dat eerste nummer bijvoorbeeld, In The Park, heeft dat helemaal niet nodig, want is stoer genoeg van zichzelf. Soms toont het meer lef om iets rustig te laten klinken, dan gejaagd.”

3. Anne Soldaat – In Another Life (productie: Jason Falkner)

“Hier sluit de productie mooi aan bij de muziek. Beide zijn mooi gebalanceerd, al is het soms iets te braaf. Als het iets stekeliger gedaan zou zijn, zou het geheel beter tot zijn recht zijn gekomen.”

2. Martyn – Great Lenghts (productie: Martyn)

“Met zijn geluid zet hij een mooie fantasie neer, de muziek en de productie vullen elkaar aan. Daarom staat hij hoog in de lijst.”

1. De Staat – Wait For Evolution (productie: Torre Florim)

“Bij De Staat versterkt de productie echt de muziek. De band heeft een eigenwijze manier van muziek maken en de productie sluit daarbij aan. Alle ingrediënten krijgen hier een plekje. Ik kijk alleen wie de producer is van een album als ik het echt goed vind. Bij de Staat heb ik daar naar gekeken. Dan zie je dat één persoon erachter zit, die zowel de composities als de productie doet. Vaak werkt het niet goed, wanneer alles door één persoon wordt gedaan, want het beste is toch om afstand te bewaren. Een handjevol mensen kunnen het wel. Het gegeven dat Torre Florim dit ook kan, maakt het resultaat nog krachtiger.”


Luister goed, het gaat hier natuurlijk alleen om het geluid van de genomineerde albums. Welk Nederlandse album echt het beste album van het afgelopen jaar is beslis jij samen met een vakjury. Je kunt nog stemmen tot vandaag 11.57 uur. Stemmen kun je hier.