Guuzbourg verzamelt zuchtmeisjes

“Jane Birkin kan niet zingen, maar wel heel veel bedoelen”

Revu-schrijver Guuz Hoogaerts heeft een heimelijke liefde: het zuchtmeisje. Op zijn weblog Filles Sourires stort hij zich al twee jaar met een grote vastberadenheid op het fenomeen, nu verschijnt een heuse compilatie met Franstalige exemplaren, getiteld Filles Fragiles. “Toch wel een droom ja.”

“Jane Birkin kan niet zingen, maar wel heel veel bedoelen”

“Mijn vriendin zegt wel eens: ben je weer bezig met je harem?”, zegt Guuz Hoogaerts. De popjournalist van onder meer Nieuwe Revu heeft een heimelijke liefde: het zuchtmeisje. Onder het pseudoniem Guuzbourg verdiepte Hoogaerts zich de laatste jaren obsessief in de Franse pop, met de nadruk op knappe zangeressen. Op zijn weblog Filles Sourires stort hij zich al twee jaar met een grote vastberadenheid op het fenomeen, nu verschijnt een heuse compilatie, getiteld Filles Fragiles. “Toch wel een droom ja”, zegt hij. “Ik ben er twee jaar mee bezig geweest.”

Zuchtmeisje. De term is afkomstig van schrijver Ronald Giphart, die in zijn roman Giph meisjes beschrijft waar je simpelweg van moet zuchten. “Franse zangeressen, met hun stemmen waarmee ze kunnen zuchten, grienen, kreunen en, vooruit, ook zingen, zijn dat niet de ultieme zuchtmeisjes?”, vindt Hoogaerts. “En ze doen het ook nog in de taal van de liefde, een taal die niet iedereen verstaat, maar altijd begrijpt. N'est-ce pas?” De zuchtmeisjesobsessie heeft iets sentimenteels, misschien wel iets kinderachtigs. “Ach, elke obsessie heeft iets kinderachtigs”, zegt Hoogaerts. “Je ziet dat mensen iets lacherigs krijgen als ze zo’n hijgende zangeres horen. Maar als je iets verder luistert, merk je dat die liedjes vaak heel knap in elkaar steken.”

Peetvader van alle zuchtmeisjes blijft Serge Gainsbourg, de man die als geen ander bloedmooie actrices en zangeressen in zijn ban kon krijgen. Ook voor Hoogaerts blijft hij het ijkpunt. Op zijn compilatie is de markante zwoele stem te horen in duet met de peetmoeder van het genre, de Britse Jane Birkin, die in de popgeschiedenis gebeiteld staat met haar uitvoering van Je t’Aime, Moi Non Plus. Ze treedt in februari op in Paradiso. “Ik mag er plaatjes draaien”, zegt Hoogaerts opgewonden. “Ik hoop dat ik haar ook kan ontmoeten. Ze is inmiddels zestig, maar goed geconserveerd. Jane Birkin kan niet zingen, maar ze kan wel heel veel bedoelen.”

Dat is typerend voor de Franstalige muziek, vindt Hoogaerts. Franse chansonniers besteden van oudsher veel aandacht aan hun teksten. “Of zoals Carla Bruni me toevertrouwde, terwijl haar ijsblauwe ogen in mijn ziel priemden: ‘Het is onmogelijk in het Frans een stom liedje te schrijven’. Dat valt ook op als je naar de Franse Idols kijkt. De kandidaten zingen daar Franse klassiekers, en geen lullige ook.” Voor zijn compilatie selecteerde Hoogaerts zestien nummers, waarvan het grootste deel uit de laatste vijf jaar komt. Frisse namen zijn onder meer Marina Céleste, Peppermoon en Valérie Leulliot. “Mensen als Vic van de Reijt, de jolige uitgever/dj die zichzelf heeft opgeworpen als voorvechter van het Franse lied, denken dat er na Julien Clerc nooit meer iemand is opgestaan. Dat soort mensen hebben een trap onder hun cul nodig, er wordt ook anno nu prachtige pop gemaakt in Frankrijk.”

Guuzbourg zou natuurlijk net als de grote Gainsbourg het liefst zoveel mogelijk zuchtmeisjes in zijn macht hebben. “Ik ben er dan ook heel blij dat een aantal van mijn MySpace vriendinnetjes speciaal voor mij een kerstnummer heeft opgenomen. Waaronder een extreem geil liedje van Marianne Dissard – die ook op de compilatie staat - met Amparanoia. De kerstliedjes komen binnenkort op mijn weblog te staan.”