Wow… is dit IDLES?! Ja, op hun vijfde album klinken de Britse sloopkogelpunkers als een volstrekt andere band, bijgestaan door Radiohead-producer Nigel Godrich. Om het daar eens goed over te hebben spraken we niet Joe Talbot, maar het muzikale brein van de band: Mark Bowen. We vingen hem voor hun allergrootste Nederlandse solo-show ooit (bij de AFAS Live!), en legden hem de A La Carte voor: een menu vol smakelijke vragen, de artiest kiest welke hij wil beantwoorden. ‘Joe trapte me tijdens een show vol op mijn borstkas. Ik dacht: “Fuck you, laat die hele tour maar zitten, ik stop ermee”.’

Aperitief: wat is het eerste dat je gaat doen na de show?

‘Vanavond kan het twee kanten opgaan. Ik ga óf naar Joe's DJ-set kijken en meedoen, óf ik ga mijn tanden poetsen, mijn pyjama aantrekken en knus in bed liggen."

Waar hangt het van af?
‘Hoe snel het me lukt te ontspannen. Soms is dat na een show echt héél moeilijk, en lig je de hele nacht wakker, starend naar het plafond, omdat de adrenaline door je lijf giert. Vreselijk is dat. Dus moet je het een beetje afremmen. Soms is dat simpelweg effe relaxen en met mensen te kletsen, en soms is dat uitgaan en alle energie eruit te werken.’

Deze tour spelen jullie voor het eerst shows voor vijf- à zesduizend man, maakt dat het erger?
‘Het is sowieso groots, héél groots. Het ding is: je gebruikt veel endorfine tijdens de show, dus naderhand zit je in een gigantische dip. Vroeger was die zo erg dat ik na een show letterlijk niet kon praten, er kwam geen woord uit mijn mond. Een beetje als een comedown ja, maar zonder de energie-dip, want je hartslag maakt overuren. Maar nu weten we hoe we ermee om moeten gaan. We stappen het podium af, drinken samen een 0.0-etje en praten over koetjes en kalfjes. Absoluut níét over hoe de show ging. Dat deden we eerst, maar daar werd het niet gezelliger van.’

Jullie doen best regelmatig dj-sets na de shows, bij poppodia, bij clubs. Hoe vaak ga je naar die dj-sets?
‘Eerlijk gezegd is het zeldzaam. Ik heb twee jonge kinderen, dus mijn slaap is heilig. Als ik de kans krijg om negen uur te slapen, neem ik die.’

Is er een keer dat je wel ging en die je nog steeds bij staat?
Grinnik. ‘Dat was in Sydney, Australië. We draaiden in dezelfde zaal waar we hadden gespeeld met de band. Aan de zijkant van het podium stond een groepje te wachten tot we opkwamen. Ze vroegen of ze mee het podium opmochten. Natuurlijk! Dus we begonnen aan onze set, en meteen trekt éen van die gasten al zijn kleren uit. Hij bleef daar gewoon staan. De hele set lang, poedeltje naakt, met zijn armen in de lucht. Toen wisten we: deze nacht wordt absolute chaos. Ik heb ook nog met zijn vrouw staan praten. Die zei: “Oh joh, hij doet dit altijd!” Wat een baas.’

CV IDLES

2017 Brutalism
2018 Joy as an Act of Resistance
2020 Ultra Mono
2021 Crawler
2024 TANGK

Voorgerecht: wie is de belangrijkste persoon met wie je hebt gewerkt afgelopen jaar?

‘Hmmm… Florence Welch van Florence and The Machine. Met TANGK wilden we uit onze comfortzone stappen en iets nieuws doen. Maar wanneer je je op terrein bevindt waar je niet uitblinkt, slaat de zelftwijfel toe.’

‘Halverwege het schrijfproces van TANGK, drie maanden voordat we de studio in zouden gaan, hadden we geen enkel liedje. Slechts productie-experimenten, loops en onafgeronde ideeën. We waren de draad kwijt. Tot ik een sessie deed met Florence, voor de soundtrack van een tv-serie, Yellow Jackets. Ze is een geweldige vocalist, heeft heel duidelijk in haar hoofd wat ze wil maken. Ik weet niet waarom, maar dat bij haar zien gaf me het zelfvertrouwen om TANGK geweldig te maken.’

Jullie hebben de plaat gemaakt met Nigel Godrich, de producer van Radiohead. Hij heeft vaker bands geholpen die een muzikale afslag wilden maken, was dat vanaf het begin het idee?
‘Zeker. Op onze vorige plaat Crawler voelden ‘MTT 420 RR’ en ‘Progress’ als grote sprongen voorwaarts in onze sound, zoals we de productie rond de gitaren gebruiken om niet als een gitaarband te klinken. Toen deden we de From The Basement-sessie van Nigel met liedjes van Crawler en zag ik: volgens mij kunnen we hier nog véél verder mee gaan. Hij heeft ons constant uit onze comfortzone gepusht. En hij is een goeie filter, er glipt geen slecht idee doorheen bij hem. Aan een liedje als ‘Jungle’ hebben we eindeloos zitten schaven.’

Ben je daardoor kritischer geworden op je eigen werk?
‘Ja, in de eerste instantie op een negatieve manier. Ik ben een gigantische Nigel Godrich-fan, een gigantische Radiohead-fan. Zeker omdat-ie zo betrokken was bij het schrijfproces – we namen op tijdens het schrijven –durfde ik in het begin niet met halve ideeën aan te komen. Die man heeft de beste muziek allertijden gemaakt, dus het moet op zijn minst geweldig zijn, dacht ik. Maar dat werkt helemaal niet, daar kwam ik al snel achter. Het gaat erom: dient dit idee het liedje? Komt dit nummer tot zijn volle potentie? Ja of nee? En zo niet, dan bedenk je iets nieuws.’

Heb je jezelf verrast met deze plaat?
Hij hapert. ‘Op momenten, ja. Voor dit album, voor Crawler had ik niet gedacht ooit een liedje zoals ‘Gospel’ te kunnen schrijven. Of nee, we waren er niet klaar voor. We hadden de tools en de kennis niet. En ‘POP POP POP’ is zo’n raar nummer. UK Garage en bassline door de lens van een gitaarband. Als we zoiets probeerden kregen we de drums nooit kloppend. Of we probeerden het andersom: drummachines en synths gebruiken zoals in UK Garage en bassline, maar dan klonk het niet meer als ons. Met Nigel gebruiken we tape loops, dus de drums werden een soort live drummachine. Je hoort de basgitaar die feedback creëert op verschillende frequenties, dat zijn de akkoorden. We schreven vanuit de productie in plaats van andersom, zoals op Ultramono. Daar schreven we liedjes en was productie bijzaak. Op Crawler sloegen we een andere richting in maar deden we vooral Portishead na. Of tenminste, zo klinkt het voor ons. En op TANGK lieten we ons leiden door de sounds die we creëerden in het productieproces. Of-ie ons heeft geholpen om te band te worden die we willen zijn? Wow, ja, absoluut. Een gigantische groeisprong voor ons.’

Tussengerecht: heb je er ooit over nagedacht om te stoppen?

‘Joe kan een ontzettende klootzak zijn, dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Zeker als het op zijn drankmisbruik aankomt. Tijdens een show in Atlanta zat-ie ontzettend te kutten. Toen trapte hij me vol op mijn borstkas. Op mijn gitaar.’

Wat?! Op het podium?!
‘Wat een cunt, hè? Ik bedoel, ik hou van die vent, maar hij kan zich als een ontzettende lul gedragen. Daarna heb ik wel effe gedacht: “Fuck you, laat die hele tour maar zitten, ik stop ermee.” 2018 was dat, middenin de Joy As An Act Of Resistance-tour. Nu is het een stuk beter, hoor. We waren al vier maanden aan een stuk door on the road, en op een gegeven moment zopen we de hele tijd door: ’s nachts op de bus, dan ’s morgens naar bed, opstaan voor de soundcheck en een biertje open. Een hele rare, neerwaartse spiraal. Waarom? De tour was te lang, het jaar waarin we naar Joy toewerkten was al manisch geweest en dat hadden we niet anders kunnen aanpakken. Opeens was er zoveel hype rondom de band: we gingen naar Europa, naar Amerika, maar we wisten niet hoe we daarmee om moesten gaan en we wisten niet wanneer we elkaar de ruimte moesten geven.'

‘Dat is een van de vervelendste dingen aan in een band zitten: er is ALTIJD alcohol.’ Hij wijst naar de koelkast van de backstage-area. ‘Zoals hier! Je spendeert te veel tijd met mensen die je al te veel ziet, en als je afgepeigerd bent en je staat onder druk, dan is het soms makkelijker om jezelf te verdoven.’

En hoe is dat nu? Je zei dat het beter ging?
‘Nou ja, Joe en ik zijn sindsdien vader geworden, dat heeft alles in perspectief gezet. Als je dan zo nodig bij je kinderen weg moet blijven? Dan zorg je ervoor dat je je zo goed mogelijk gedraagt. Niet jezelf uitputten zodat, wanneer je klaar bent met touren, je een goeie vader kunt zijn. Daarom hebben we nu fitnessapparatuur in de backstage.’ Hij wijst naar een gigantisch apparaat met gewichten aan de linkerzijde van de kamer. ‘We eten gezond. Het is geen volledig nuchtere tour, ik drink nog steeds een biertje hier en daar. Maar we zullen nóóit meer in zo’n spiraal terecht komen, we proberen beter te communiceren en elkaar de ruimte te geven. Vooral Joe, die reageert zijn frustraties niet meer zo op ons af.’

Hoofdgerecht: ben je meer van het talent of de techniek?

‘Geen van beiden. Techniek? Dat bestaat niet in de wereld van IDLES. De enige technische muzikant onder ons is John [de drummer]. Hij houdt ons steady, thank fuck for that, en verder gaat het allemaal om de foutjes. Als iemand kijkt naar hoe ik gitaar speel, naar hoe we zingen en onze platen produceren, dan klopt er niks van. We laten alles zo kapot mogelijk klinken en gebruiken onze gear expres verkeerd. Daar gáát het om: precies genoeg kunnen om op je eerste instinct af te kunnen gaan. Om dingen te doen met zoveel mogelijk gevoel. Daar kan talent noch techniek je bij helpen. Er zijn virtuoze muzikanten die zielloze muziek maken. Sommige mensen halen veel uit technische muziek, dus een boel muzikanten maken daar carrière mee, maar ik voel het niet. Bij IDLES gaat alles om de intentie: soms vinden we elkaar daarin, soms wordt het totale chaos, maar allebei werkt het.’

Kaas: hoe voel je je op het podium?

‘Dit is een goeie vraag: ik wil van alles voelen op het podium. Dit zegt alles over waar we nu zijn met onze plaat. TANGK is een echt studio-album, vol gekke technieken en foutjes die we per ongeluk hebben vastgelegd. Om die te spelen heb ik iets wat ik de Crawler-machine noem: ik controleer het geluid met zowel mijn handen en mijn voeten en bespeel de gitaar en synthesizer tegelijkertijd.’

Wow, dat vereist vast veel… coördinatie?
‘Ik heb nog nooit zoveel moeten denken tijdens de shows, en dat is het ergste dat een IDLES-show kan gebeuren. Het gaat allemaal om gevoel! Om de energie van het publiek te laten binnenkomen, en dat weer terug te geven! Twee dingen hielpen. Nick van LCD Soundsystem vroeg: “Hoe vaak verknoei je ‘Never Fight A Man With A Perm’?” Elke avond. “Maakt het je uit?” Nee. “Omdat het een hit is! Je weet dat mensen er toch wel van genieten. Dáár gaat het om, en soms zijn de fouten deel van de expressie.” Dat haalde de druk eraf. Ik realiseerde me ook dat het een soort dans mag zijn. Ik leg veel meer gevoel in het bespelen van de Crawler-machine. Ik hoop dat het ongeremde gevoel nog steeds overkomt, nu ben ik meer bezig met de muziek dan het publiek. Ik wil niet dat IDLES als een progrockband in zijn eigen reet verdwijnt.’

Wat is eigenlijk het gevoel dat je wilt overdragen op je publiek?
‘Ik wil dat ze zich ongeremd voelen, daarom probeer ik mezelf zo ongeremd mogelijk te gedragen op het podium. Niet op een agressieve manier, maar liefdevol.’

Is dat de reden dat je op het podium soms jurken draagt? Zodat mensen voelen: dat is oké hier?’
‘Eh, dat is meer voor mezelf. Vroeger droeg ik mijn onderbroek op het podium. Sommige mensen vonden dat ontzettend irritant, anderen vonden het grappig of raar. Ik vind het leuk om zulke reacties uit te lokken. Hetzelfde geldt voor de jurken, denk ik. Heel eerlijk: ik voel me gewoon prettig in een jurk.’

Dessert: waarover droom je nog steeds?

‘Ik wil muziek maken die nieuw klinkt, en ik weet dat het onmogelijk is.’

Wat bedoel je?
‘Ben je bekend met ‘hauntology’? Een concept van de filosoof en cultuurcriticus Mark Fisher? Het is fucking deprimerend: rock ’n roll heeft de muziek kapot gemaakt. Er is een consistente feedbackloop ontstaan waarin artiesten continu verwijzen naar eerder werk, naar ideeën uit eerdere tijdperken en genres, en zo continu andermans werk recyclen. Zoals Amy Winehouse teruggrijpt op oude soul. Zelfs artiesten als Burial, Aphex Twin en Björk gebruiken altijd referenties naar iets dat je al kent. Het is onmogelijk om muziek te maken die 100% als niets anders klinken. Wel bij vlagen. Er zijn momenten waarop Aphex Twin en Squarepusher ritme en klank zo tot hun extremen duwen, dat het onaangenaam is om naar te luisteren. Is dat omdat het kutherrie is? Of omdat je de referenties niet meer kunt plaatsen?’

‘Iemand vroeg me laatst: “Zijn jullie de redders van rock ’n roll?”. Ten eerste: wat een bullshitvraag. Ten tweede: ik hoop dat we de rock ’n roll kapotmaken. Het heeft alles verpest! Dat is onze ambitie als band. Geïnspireerd door Gilla Band, een gitaarband die nauwelijks nog klinkt als een gitaarband. Dat was het streven op TANGK, en volgens mij is het op momenten… gelukt? ‘POP POP POP’ klinkt niet als een gitaarband. Aan de andere kant: we blijven people-pleasers, we schrijven popmuziek voor de massa. Maar dit is wel mijn droom: iets te maken wat klinkt als niet anders. Of misschien is dat de droom van het pretentieuze deel van mij, dat langzaam zijn eigen kont inkruipt.’

IDLES speelt dit jaar ook nog op Lowlands, dat dit jaar plaatsvindt van 16 t/m 18 augustus.