'Deeply inappropriate.' Zo noemt St. Vincent de viezige laag gitaren die ze uitgesmeerd heeft over haar nieuwe album. Met een sardonische glimlach natuurlijk, want dat is precies de bedoeling. St. Vincent is vlijmscherp en brengt een ode aan de schreeuw van het leven.

Waarschuwing: mocht je het nieuwe album van St. Vincent voor de allereerste keer op de fiets beluisteren, laat je dan niet te veel in de ruststand wiegen door de kalme pracht van het begin. De titel van het eerste nummer zou een voorteken moeten zijn: ‘Hell Is Near’, maar de fraai galmende vocalen en de baslijn en folky gitaar zijn uitnodigend. Tweede nummer ‘Reckless’ begint ook al zo dromerig, als PJ Harvey op haar meest introvert. Tot drie kwart. Dan, als uit het niets, slaat St. Vincent to met een sardonische grijns en een salvo elektronisch gemanipuleerde drums en overstuurde synthesizers. Bam, alsof je van links door een truck aangereden wordt. Alles overhoop, ledematen overal. Maximum impact. ‘Haha’, lacht Annie Clark alias St. Vincent tevreden. ‘Ik mag hopen dat je niet echt door een vrachtwagen overhoop gereden bent!’`

Er bestaan op sociale media heerlijke filmpjes van St. Vincent in haar studio, aan het werk als producer. Ze heeft zich altijd met haar geluid bemoeid, maar nu doet ze dat voor het eerst alleen. Dat betekent dat ze voor nu het tijdperk Jack Antonoff achter zich laat. Ze maakte met de man die ook Taylor Swift, Lorde en Lana del Rey opnam een paar messcherpe indierockplaten, maar wat Annie Clark betreft mocht het nóg scherper. Zo zie je haar in een van die socials filmpjes de gitaren tonen op ‘Flea’, een dikke laag is het, topzwaar, grimmig. ‘Deeply inappropriate’, luidt haar eigen oordeel. ‘Een van mijn favoriete gitaristen, Robert Fripp, kan dat ook heel goed, een liedje verscheuren met zijn spel.’

Creep! Loser!

‘Al mijn albums zijn op de een of andere manier een reflectie van wat zich in mijn leven afspeelt’, legt de zangeres uit. ‘En in deze fase komt dat neer op een hoop verlies, van jong en oud. Het is een album over het leven, over liefde en de dood.’ Dat klinkt serieus, maar het kan ook heel grappig uitpakken, zoals in dat liedje ‘Flea’, waar het net al even over ging. Dat gaat niet over de bassist van de Red Hot Chili Peppers, maar over Annie als vlo op je huid, nietig en kwetsbaar. Het gaat over de kriebel van het leven. Terwijl jij je druk maakt over de boodschappen en de huur, ziet de vlo op jouw huid je als een oneindige voorraad vlees. ‘Het is niet bepaald romantisch bedoeld’, zegt Clark. ‘Ik ben opgegroeid met alternative hits uit de 90's, ‘Creep’, ‘Loser’, ‘Negative Creep’, in die traditie moet je dit liedje zien.’

Speciale gast op ‘Flea’ en op de al even furieuze leadsingle ‘Broken Man’ is zo'n 90's loser, niemand minder dan Dave Grohl. De Foo Fighters frontman nodigde St. Vincent een paar jaar geleden uit om mee te spelen bij de inauguratie van Nirvana in de Rock ‘n Roll Hall Of Fame en sindsdien azen de twee op een vervolg. ‘Alles wat mensen zeggen over Dave is waar’, steekt ze de loftrompet af. ‘Hij is de aardigste persoon in de rockwereld, maar hij is ook een monster op de drums. Een reus waar je je nietig als een vlo naast kan voelen. Hij kan een song de lucht in blazen met zijn krachtige spel. Hij gooit zijn hele lichaam erin, maar zijn ware superpower is dat hij een songwriter is. Hij speelt in dienst van het liedje. Dave is the real deal.’ 

Krassende nagels

Nog een grappig detail: het was Annie Clark’s goede vriendin Tori Amos (wait, what?) die haar op het idee bracht om dat vlooienliedje op te leuken met het vervormde geluid van krassende nagels op de muur. En zo geschiedde. Clark heeft er duidelijk veel lol in, die volledige controle over de studio. ‘Ik heb altijd al een stem gehad als zangeres, als songwriter, als gitarist. Maar wat is mijn stem als producer? Wat is het totaalplaatje? Ik heb mezelf opgenomen vanaf mijn veertiende, maar dit keer wilde ik het in mijn eentje doen. Dat betekent niet per se dat Jack Antonoff uit mijn leven is hoor. Ik was vorige week nog op zijn verjaardagsfeestje, I love Jack. Ik hou ook van John Congleton, ik respecteer elke producer waar ik mee gewerkt heb. Je wordt echt close met iemand waarmee je zoiets als een album maakt. Het is heel intiem.’

Die eigen producersstem heeft dus een spijkerhard randje, maar er zijn minstens zoveel grappige en mooie momenten op het album. Zo zit er een duistere schoonheid in de omschrijving van ene Sophie in het liedje ‘Sweetest Fruit’, die op het dak klimt om beter naar de hemellichamen te kijken en te pletter stort. Jazeker, je herkent terecht het tragische einde van de avant-gardistische popproducer SOPHIE. Annie Clark kende haar niet persoonlijk, maar bewonderde haar wel. En de al net zo noodlottige ‘Danny’ die ze omschrijft in het tweede couplet? Daar houdt Clark afstand, zoals ze dat altijd doet als een vraag te dichtbij komt. ‘We hebben allemaal een Danny in ons leven’, zegt ze mysterieus. Ze wil niet vertellen welke Danny het is? ‘Nee, dankje.’

En er is dat intense lange titelnummer, gebaseerd op een zinnetje dat St. Vincent al twintig jaar in haar hoofd heeft zitten, maar dat nu pas een weg vond naar een liedje. We worden allemaal geboren met een schreeuw, het klinkt even sinister als ontnuchterend. Het liedje is gezegend met een bas-vondst van Cate Le Bon en wordt uitgezwaaid door een koor dat opgejaagd wordt door overstuurde drums. Ja, er is veel om over te schreeuwen in deze wereld, maar de schreeuw van een geboorte is als een bevrijding. Voor het kindje zelf, maar ook voor de verse ouders, van wie het hart vijf seconden stil staat zolang die schreeuw er nog niet is. Het is die gelaagde schreeuw die St. Vincent inzet als zangeres, als gitarist, als bandleider. Het is net als het vuur waarmee St. Vincent als een lucifer aangestoken wordt in de videoclip van ‘Broken Men’. ‘Vuur is zo veel! Vuur is de bron van het leven. Het is zelfvernietiging, het is heksenverbranding, het is herrijzen uit de as. Vuur is alles!’