Shows zoals die van Kiasmos in Het Koninklijk Concertgebouw vanavond tonen het brede spectrum van elektronische muziek en ADE in het algemeen aan. Terwijl elders Ben UFO de Radion sloopt en De School al bijna 30 uur open is, gaat dit historische pand om half twaalf open om het duo Kiasmos een podium aan te bieden wat bij ze past. Een bijzonder podium, al is het voor een van de twee heren, namelijk Ólafur Arnalds, niet ongebruikelijk om op dit soort locaties op te treden.

Maar voor het zo ver is, is het aan een ander duo om de bijna uitverkochte zaal op te warmen. Op het podium staan een vleugel, een keukentafel met modulaire apparatuur en twee jongemannen. Erol Sarp en Lukas Vogel, ook wel Grandbrothers, leerden elkaar kennen aan de Universiteit van Dusseldorf en vormden niet lang daarna een muzikaal duo. Erol is van oorsprong een klassiek jazzpianist, Vogel de man van de synthesizers. Die combinatie laat zich naar een leuk beeld tijdens de show vertalen: een van de twee staart bijna neurotisch in zijn open vleugel en de ander zit met zijn hoofd bij de digitale techniek. Tussen de nummers door vertellen de heren dat ze de piano op het podium hebben omgebouwd tot een soort hyperinstrument. Wanneer er op de drumpad wordt geslagen, activeert dit een trommel die aan de binnenkant van het instrument op het hout tikt. Als Vogel op z’n MIDI-controller speelt, activeert dit direct de snaren van de piano. Zo kunnen beiden dezelfde piano op verschillende wijzen tegelijkertijd bespelen. Het kost Vogel bijna vijf minuten om dit uit te leggen. Ergens is dat aandoenlijk, maar het is vooral zonde van de tijd, want de twee hebben al niet zo veel tijd. Niet veel later zetten ze de bescheiden hit ‘Ezra Was Right’ in. Het soort muziek waarvan je spontaan een tweedehands bromfiets wilt kopen om richting het zuiden van Spanje te rijden en daar op jacht te gaan naar de eeuwige vrijheid. Wat ik probeer te zeggen; het is de wonderschone muziek die het gevoel geeft dat je in een levensechte compilatie van een filmhuisfilm beland bent. Het is dan ook zonde dat het gigantische scherm boven het podium pas aangaat bij het aantreden van Kiasmos.

HET FEEST:
Kiasmos (live) in het Koninklijk Concertgebouw, 21 oktober 23:30 – 2:00

DE LINE-UP:
Kiasmos (Ólafur Arnalds en Janus Rasmussen) en The Grandbrothers

DE SFEER:
Bij het eerste teken van leven van een baslijn vergeet het hele publiek dat het concert ‘seated’ is.

WAS HET GOED:
Het applaus van het publiek laat je geloven van wel

DE PLAAT:
Single ‘Swept’. Maar op het eerste gehoor had dat elke track van de setlist kunnen zijn.

(tekst gaat door onder de foto)

Na een pauze die echt alle vaart uit de al uitgelopen avond haalt, stappen Ólafur Arnalds en Janus Rasmussen het podium op. De piano en keukentafel hebben plaatsgemaakt voor professioneler werk dat al meer doet denken aan de opstelling van acts als Moderat en Jon Hopkins. Niet geheel verwonderlijk want Arnalds gaat al langer mee dan zijn houseproject Kiasmos. Zo werkt hij regelmatig samen met die andere wonderpianist, Nils Frahm, en stak hij samen met Alice Sara Ott het klassieke werk van Chopin in een moderner jasje. In een interview met 3voor12 gaf hij eerder aan dat hij het belangrijk vindt dat mensen klassieke muziek opnieuw gaan waarderen, zij het in de vorm van ‘modern klassiek’. Maar goed, vanavond staan ze als Kiasmos op de planken. Een project waar Rasmussen de nummers van bas en percussie heeft voorzien en Arnalds zijn geroemde minimalistische pianowerk erop loslaat. Deze combinatie werkt voortreffelijk op de albums; nummers als ‘Looped’ en ‘Swept’ zijn simpelweg aangenaam om naar te luisteren en worden niet voor niets graag geremixt door dj’s als Tale of Us, Bonobo en Dauwd.

Vannacht komen deze nummers minder goed uit de verf. Arnalds en Rasmussen vallen te vaak terug op dezelfde opbouw: wat obscuur pianowerk, even later een slappe vierkwarts ‘knuffelkick’ erbij om vervolgens het geheel te laten ontsporen in een climax vol orkestrale synthesizers. Soms begint een van de twee willekeurig te springen van enthousiasme waarna het snel duidelijk is: dit gaat zo door tot het einde. Het is maar zelden dat er aan de oppervlakkigheid van die ó zo fijne melodieuze house wordt ontsnapt en er echt even iets dreigt te gebeuren. De tonen worden gedurende de show steeds maar langer, de gebaren steeds groter. Het is pas wanneer ze elkaar even uit het oog verliezen en hun werk op experimentele wijze door elkaar heen spelen, in plaats van opbouwen naar een climax, dat er memorabele momenten ontstaan. Helaas zijn deze momenten schaars en liggen ze ver uit elkaar. In zijn streven om de schoonheid van klassieke muziek naar een groter publiek te tillen, is Arnalds met Kiasmos misschien iets te ver doorgeslagen in de concessies om in dat doel te slagen.

Meer ADE? Lees alle verslagen en interviews in het ADE-dossier.