ADE14: Actress laat het regenen in OT301

Ninja Tune avond met hoge pieken en diepe dalen

Tomas Delsing ,

Op voorhand een van de spannendste avonden van de ADE-donderdag, deze Ninja Tune avond. Met aanstormende talenten Romare, Seven Davis Jr en Moiré, maar ook Martyn (die een liveshow doet met Inga Copeland) en Actress, lijkt het Britse label hoge ogen te gaan gooien in onze dagelijkse top-5. En dat in die heerlijke OT301, het wat bedompte maar gezellige kraakpand aan de Overtoom. Waar je biologische cola (!) geserveerd krijgt, er gewoon in het trappenhuis gerookt wordt en het succes van de avond afgemeten kan worden aan de hoeveelheid zweet die van het plafond in de zaal in je nek druipt.

De eer om de avond af te trappen valt ten deel aan Romare. De jonge Brit maakte eerder op de dag zijn debuut in de Boiler Room, en gaf van tevoren aan zich daar nogal zenuwachtig over te maken. Het zal lekker zijn gegaan, want in OT heeft hij de 'wie doet me wat' attitude van een muzikant die een lekkere flow te pakken heeft. Hoewel, muzikant? Zelf spreekt hij liever van 'collage-kunstenaar', en inderdaad zijn de tracks knappe knip-en-plakwerkjes: samples uit blues, roots en wereldmuziek worden gecombineerd met harde trap- en hiphopbeats uit de 808. "Hercontextualiseren van klanken" noemt 'ie het zelf. En dat zal allemaal wel, voor nu is het belangrijker dat dat groepje meisjes vooraan bijzonder lekker gaat op diepe bassen, Jimi Hendrix (in "Jimmy" [SIC]), Peggy Lee ("Your Love") en ratelende trap.

Aan het einde van de set schakelt hij van eigen werk over op dansbare en toegankelijke house en disco, om de zaal verder op te warmen voor Seven Davis Jr. Jammer dat die daar geen gebruik van weet te maken. Zijn liveset (de Korg is mee en ook het merendeel van de vocals wordt live ingezongen) wordt vanaf het begin geplaagd door technische ellende. Zou het anders wel goed zijn geweest? Mwah: eigenlijk is het gewoon niet zo boeiend. Voor het grootste gedeelte is dat Davis' eigen schuld. Het tempo ligt veel te laag: zelfs in de set van een getrainde gospelzanger (want dat is Davis) is een vocale breakdown van minuten niet een hele goede keuze. Vanavond blijft er weinig over van de zwoele funk van "P.A.R.T.Y." (Prince, anyone?) en ook nazomerdansvloerhit "One (L.O.V.E.)" van vorig jaar helpt weinig: als de zonnebril even wordt opgetild ziet Davis een haast lege dansvloer voor zich. Een leuk album en dat handjevol sterke EP's maken nog geen goede liveact. Er hangt nog geen druppel zweet aan het plafond, hoewel het groepje meisjes vooraan wild doordanst. Troopers.

En dus moet Martyn samen met Inga Copeland de avond redden. Het optreden vanavond is een herkansing van Dekmantel Festival, toen de twee ook samen geboekt waren, maar Martyn op het laatste moment om familieredenen moest afzeggen. Nu zijn ze er wel allebei, maar voordat Copeland op het podium wordt gehaald worden vast "Empty Mind" en oudje (nou ja, van het vorige album Ghost People) "Masks" opgelegd om de zaal weer vol en aan het dansen te krijgen. Dit publiek is vanavond gekomen om Martijn Deijkers weer eens in eigen land te zien spelen, en binnen no time voelt het zaaltje tien graden warmer. Maar Martyn solo is iets heel anders dan Martyn samen met Inga Copeland.

Want zodra zij naast de lange dunne gestalte van de in Washington wonende Eindhovenaar verschijnt, is iedere melodie taboe. Niet verrassend voor wie haar album Because I'm Worth It luisterde: Copeland heeft een voorliefde voor harde drones met statische knetters, spaarzame beats met effecten die klinken alsof je dat vel plaatstaal van de techniekles van vroeger een zwieper geeft. En oh ja; een pieptoon die zo hoog is dat alleen zij zonder gehoorschade 'm horen. Om de doorgewinterde clubbers van de beginners te scheiden? Hoe dan ook, het Copeland middendeel in de set is boeiend maar traag, erg abstract en in ieder geval niet besteed aan de clubbers in OT, die snel een nieuw biertje halen. Zelf lijkt Copeland er ook niet helemaal gelukkig mee, getuige haar gebeuk op knoppen en apparatuur.

Als Martyn het overneemt en er weer gedanst wordt, valt het kwartje: dit is niet één liveset, het zijn er twee. Twee losse sets van twee verschillende artiesten die misschien wel bewonderaar van elkaars werk zijn en samen tot hele mooie dingen zijn gekomen ("Love Of Pleasure" is het gemiddelde van hun beider stijlen), maar wel eerst méér samen moeten maken voor ze op 't podium gaan staan. Nu oogt het als een huwelijk tussen twee mensen die wel vinden dat ze bij elkaar horen, maar dat eigenlijk niet voelen en ook niet echt gelukkig ogen.

Gelukkig kan er op die sterk verbouwde versie van Vancouver nog even lekker gedanst worden, terwijl we ons mentaal vast voorbereiden op Actress. Nee, de muziek van diens laatste album Ghettoville zal niet onder het keuzemenu van de psychiatrische hulplijn zitten. Zware kost, die niet gebaseerd lijkt op Detroit Techno, maar meer op de staat waarin de stad zelf momenteel verkeert. Hoe dan ook, vanavond is daar niets van te merken: het is alsof ook Darren Cunningham - want zo heet 'ie - naar het plafond heeft gekeken en dat te droog heeft bevonden: we krijgen een heerlijke vinyl only set met bijna alleen maar 80's en 90's househits. In opperste concentratie (aan het begin van de set staat hij naar zijn mixer te kijken alsof het een moeilijke vijfsterrenkruiswoordpuzzel is) legt Cunningham Pierre's Phantasy Club, "Rusty Egan" (ik moest 'm ook Shazammen, maar wát een track!) en The Human League op. En is dat niet Nederlander Larry De Kat?  Maar het bloed kruipt ook waar het niet gaan kan, dus als het écht euforisch dreigt te worden knalt ineens de furieuze hiphop van Da Wild Child door de speakers. De afsluiter? Joy Division. Een feest voor Shazammers dus, én voor de dansers.

De rode lantaarn wordt vannacht gedragen door Moiré. De jonge Brit legde onlangs een tamelijk briljante Resident Advisor mix neer en ook zijn deze zomer uitgekomen debuutalbum Shelter (op het Werkdisks label van Actress) is een dikke aanrader. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen als hij tegen drieën de eerste knoppen indrukt en donkere technokicks als brown noise de zaal vullen. Moiré koos voor zijn artiestennaam voor een visueel effect waarbij overlappende patronen nieuwe - niet voorziene - patronen vormen. Het zegt veel over zijn manier van produceren: spontaan, experimenteel en losjes. In een interview gaf hij aan dat hij de boel soms bewust een beetje scheeflegt, waardoor kick, hi-hats en melodieen eigenlijk maar op een paar punten in zijn tracks samenkomen en je daardoor blijft hunkeren naar meer. 'Druggy desorientation' werd ook genoemd, maar zo experimenteel wordt het deze avond nergens. Het is een fijne afsluiter van een avond die maar moeizaam op gang kwam, maar uiteindelijk toch bracht waar we op hoopten: regen in OT301!