Sophie Straat zingt over alcoholmisbruik: ‘Beloof je, drink je dan nooit meer?’
Pijnlijk persoonlijk nummer van de principiële smartlappenzangeres
De Zangeres Zonder Naam smeekte vaderlief om te stoppen met drinken, André Hazes zong liefkozend én tragisch over z’n glaasje bier, Jan Boezeroen noemde de fles zijn ‘trouwe vriend’, Jannes wil nog een laatste glas samen drinken en Frans Duits heeft zijn eigen likeurtje: drankgebruik en het levenslied gaan behoorlijk hand in hand. Ook onze favoriete principiële smartlappenzangeres Sophie Straat zingt erover in de dramatische powerballad ‘Nooit Genoeg’, maar dan wel heel specifiek over het alcoholmisbruik van een geliefde.
‘Dit nummer is heel persoonlijk,’ zegt ze erover. ‘Ten eerste is alcoholmisbruik een gigantisch probleem in Nederland dat we niet echt door hebben. Het zit heel erg in onze cultuur om zomaar te gaan drinken, als je met iemand wil afspreken is het al snel “een drankje doen”. Ik zie om me heen dat we niet meer weten hoe we ermee moeten omgaan. Bij elke kater zeggen we: “Ik ga nooit meer drinken.” Dat is serieus en een grap tegelijk, want dan is het woensdag en gaat het weer kriebelen. En voor je het weet drink je weer. Als ik het spannend vind om op te treden, dan klap ik er ook een paar biertjes in. En dan is het minder spannend!’
In het nummer richt Sophie zich in eerste instantie tot Wieger, haar lief en de producer met wie ze al haar muziek maakt. ‘Al meer dan 15 jaar struggle ik met verschillende verslavingen. De meest sociaal geaccepteerde is gelijk ook de allergevaarlijkste. Een sluipmoordenaar’, zegt hij er zelf over op Instagram. Sophie: ‘Het is een soort liefdeslied. Ik denk soms: hoe ben ik samen met iemand die een alcoholverslaving heeft? Ik zie hem proberen te stoppen met drinken, soms zelfs een hele maand, maar daarna drinkt hij weer acht keer zo hard om het in te halen. Naar meetings gaan is een besproken idee, maar het blijft een worsteling voor hem. Zo moest het nummer ook klinken, als een schurende powerballad. ‘Het is zelfs een beetje rock geworden. We wilden het harder en gevoeliger maken. Vooral harder, heftiger, pijnlijker.’