Windkracht negen? Geen probleem. Terwijl storm Benjamin door de havenstad giert, vaart Left of the Dial onverstoorbaar door. Letterlijk: bands spelen op boten, in bussen en zelfs in het heropende Waterfront, dat na zeventien jaar weer tot leven kwam. Zo’n 150 acts uit de indie-, (noise)rock- en (post)punkhoek nemen Rotterdam over. Drie dagen lang holden wij erachteraan: van kerk naar kelder, van synthworkshop naar hangover singalong. Want er is altijd zó belachelijk veel te doen op dit showcasefestival. Zelfs de fanatiekste bezoeker houdt dat knagende gevoel: ergens, net om de hoek, speelde misschien nóg iets beters. Hierbij: onze 16 ontdekkingen.

Left of the Dial, vernoemd naar een nummer van The Replacements, is een Rotterdams showcasefestival voor postpunk, noiserock, indiebands en allerlei aanverwante acts. Het komt uit de koker van Rotown en vindt plaats op zeventien locaties door de hele stad: grimmige clubs, magische kerken en sommige bands spelen zelfs op een varende boot. Het festival streeft ernaar om groter te worden, zodat nog veel meer bands in een vroeg stadium welverdiende aandacht krijgen. Left of the Dial claimt het meest gastvrije festival ooit te zijn en genoeg bands beamen dat. Dat enthousiasme maakt elke show een beetje specialer.

Public Circuit

Public Circuit is een elektronisch postpunktrio uit New York dat vanaf de eerste seconde duidelijk maakt wat de bedoeling is. ‘Dance as much as possible!’ roept frontman Ethan Biamont in het klamme hart van WORM, zijn shaggy mullet zwiepend door de lucht. De band combineert synthpop-invloeden met punkexpressie en noemt daarbij namen als Pet Shop Boys en The Faint. Hun energie steekt fel af tegen de nonchalante slackerhouding die elders op het festival heerst. De zanger springt over het podium alsof het een trampoline is, zijn koebel tikt onverstoorbaar door. Op hun nieuwe plaat Modern Church vragen de New Yorkers zich af: wat aanbidden we nog, wat jagen we na? Vanavond is het antwoord simpel: Public Circuit. Halleluja! (LSvH)

Het nummer: Samson

The Hobknobs

The Hobknobs zijn het onverwachte maar volkomen logische kind van twee vaste waarden uit de Nederlandse indie: Yaël Dekker van The Klittens en Arie van Vliet van Lewsberg. Wat begon als wederzijdse bewondering groeide uit tot een ontmoeting halverwege. Op het podium rommelen ze met cassettes, lachen om foutjes, ontdekken hun eigen nummers opnieuw. ‘We don’t have words for each other…’, zingt Dekker, haar stem fragieler dan ooit, als een klein Karen O-liedje. ‘…We are the words themselves.’ En inderdaad: The Hobknobs klinken als twee mensen die dezelfde stilte delen. Liefelijk, ingetogen, maar met die kenmerkende Lewsberg-rammel die het nét doet rocken. Extra speciaal: in Waterfront, de legendarische zaal die sinds 2008 gesloten is, maar voor Left of the Dial weer ademhaalt. (LSvH)

Het nummer: Are You Looking For Something?

Bruise Control

‘Born to lose’ staat in enorme letters op de imposante buik van de frontman van Bruise Control. Maar op Left of the Dial hebben ze dit jaar gewonnen. Vanwege een last minute gecancelde show vorig jaar is dit de enige band die mocht terugkeren op het showcasefestival. De mensen die daar bij waren, hebben het woord duidelijk verspreid. Tussen de 90’s-spellen van Arcade staat het ramvol. Het publiek weet precies wat hen te wachten staat: snelle en strakke punkrockchaos. Door een combinatie van het hoge tempo en het Manchester-accent zijn de lyrics lastig te volgen, maar dat maakt het publiek duidelijk niks uit. (JM)

Het nummer: Taxman

eat-girls


Deze drie mysterieuze Parijzenaren maken postpunk en minimal synth die als een koude adem langs je nek glijdt. Best sinister. In het liedje ‘Canine’ zakt alles in een zompige, dissonante bas; galmende stemmen schuren tegen elkaar terwijl spooky synths het licht uit de zaal wissen. En toch: zó verleidelijk. ‘Mia-mia-mia ouh! I’m your Cinderella… You're a pornstar supernova.’ Het blijft kil, maar je schuift vanzelf dichterbij. Live bouwen ze traag spanning op: strakke pulsen, leegte ertussen, precies genoeg frictie om je te laten wankelen. Het liedje ‘Para los Pies Cansados’ voelt als een bezwering: drie stemmen die samenspannen tot één vloek, frontaal het publiek in. eat-girls kijkt je recht aan terwijl ze ’m uitspreken. Precies daar raak je hooked. (LSvH)

Het nummer: Canine

Good News

Good News is een Sheffieldse drie-eenheid die laveert tussen quirky postpunk, no wave en dansbare artpop. Gestreept in drie matching longsleeves. De muziek is hoekig maar ritmisch, kurkdroog maar speels (denk: The Raincoats) en altijd gericht op beweging (à la ESG). Alles komt voorbij: handclaps, vibraslap, maraca’s, ‘cha-cha-cha’s’. In krap twee minuten per track mengen ze dissonante klarinet met scherpe observaties over het dagelijks leven, van huiselijke sleur tot politieke waanzin. Neem het liedje ‘Can’t Afford’, waarin ze met deadpan-humor zingen: ‘One in ten women can’t afford tampons. One in eight men can’t afford Heineken.’ Het resultaat is nét zo dansbaar als ongemakkelijk, even poppy als vervreemdend. (LSvH)

Het nummer: Orange Juice In The Shower

Prewn

De Paradijskerk doet zijn naam eer aan: elk jaar is er wel één show die voelt als een openbaring, dit keer die van Izzy Hagerup alias Prewn. De LA-based muzikant maakt gekwelde indierock voor gebroken zielen. Denk aan: Mothers, Indigo De Souza, Angel Olsen. Ze speelt met een minimale setup: gitaar, twee microfoons en pas halverwege een drumcomputertje. Ertussen schuift ze met hoorbare intentie, zoekend naar dat punt waar haar stem precies genoeg schuurt. In één nummer kruipt ze in de huid van een teek: over de honger naar leven en hoe begrijpelijk het is om daarvoor te bijten. En dan ‘System’: waarin ze haar stem blijft loopen tot een climax die nog lang door de kerk blijft hangen. Brok in de keel. (LSvH)

Het nummer: System

Fellatio

De frontman van Fellatio komt op onder het geluid van een sirene, gevolgd door een hypnotiserende en bijna onheilspellende marcherende beat. Hij kijkt het publiek in met een blik alsof het zijn eerste dag op aarde is en de effecten op zijn microfoon versterken dit buitenaardse gevoel. Dit viertal in matrozenpakjes komt uit Rotterdam en maakt avant-gardediscopunk met duidelijke krautrockinvloeden. De herhalende ritmes komen van verschillende kanten: een staande drummer, een bongo en nog een heel arsenaal aan andere muzikale speeltjes. Het is een heel nieuw genre waar prima op te moshen valt. (JM)

Het nummer: Boomtown

Mock Media

Oké oké, ontdekt hadden we ze al vorig jaar op London Calling. Toen al ons nummer één hoogtepunt. Maar tóch horen ze in dit lijstje: Mock Media. Eclectische junglepunk uit de Canadese bodem, vijf man sterk, gevormd uit de coolste der coolste gitaarbands: Crack Cloud, N0V3L, Pottery en Painted Fruits. Samen maken ze iets dat klinkt als afrobeat die met punk op de vuist gaat. Met hun single ‘Hooked’ kondigden ze onlangs hun nieuwe thuis aan: Mac’s Record Label, jawel, dat van Mac DeMarco, die ze een ‘gift from the great white north’ noemde. Gelijk heeft-ie. Tijdens hun show in De Bibliotheek stijgt de temperatuur tot jungle-niveau. Zelfs buiten zetten mensen hun fiets neer om mee te gluren. Neus tegen het raam. (LSvH)

Het nummer: Louis Won’t Break

Brown Horse

De Britse band Brown Horse past perfect in de huidige golf van twangy indierock: Merce Lemon, Greg Freeman, MJ Lenderman… maar met modder van Norfolk in plaats van Tennessee aan de laarzen. Het is de eerste band van de dag in Rotown en meteen de ideale schuilplaats voor de regen die buiten met bakken neervalt. Dat beseft iedereen: de zaal zit afgeladen vol. Het liedje ‘Radio Free Bolinas’ is de ruizige uitschieter, met een onderhuids geladen, bijna Jason Molina-achtig moment van opbouw. Verder blijft het heerlijk knus binnen de lijntjes van de countryrock: de pedal steel mag huilen, maar nooit te hard. De pijn is er, maar keurig verpakt. Een perfecte schuil-voor-de-regen-band. (LSvH)

Het nummer: Dog Rose

Cistern

De soundcheck van Cistern gaat er stevig aan toe. Het eerste nummer wordt wel bijna tien keer opnieuw ingezet, tot elke slag, bas en blik op elkaar afgestemd is. De vier vrienden uit Squamish, British Columbia, weten wat ze willen: controle. Die hoor je terug in hun hoekige, slimme artpunk vol precisie. Strakke, tinkelende gitaartjes à la Omni, gecombineerd met de indie van Bloc Party. Hersenmuziek die stiekem in je heupen kruipt. Dat de vrienden fan zijn van mede-Canadezen Mock Media is geen twijfel: eentje rockt hun merch en veel liedjes hebben wat weg van die band, vooral de samenzang tijdens single ‘Crisis’. Een nummer dat eigenwijs genoeg is om te blijven hangen. (LSvH)

Het nummer: Ephemeral

big long sun

‘Happiness isn’t a thing of longevity. Just try to enjoy it,’ zegt Jamie Broughton, het brein achter de Brightonse band big long sun. En zo voelt zijn muziek ook: vol overgave aan het moment. De Britse poëet, schilder en muzikant maakt liedjes die leven van hun eigen kortsluiting: vrolijk en melancholisch tegelijk. Op plaat, op whatever (whatever), zit de productie vol elektronische en jazzy lagen. Live komt het heel anders tot zijn recht: lekker rafelig, wat minder chill. Ze staan met z’n achten op het podium, microfoons delend alsof vriendschap zelf een instrument is. ‘We make music for angry children,’ zegt Broughton. In het collectieve lawaai zit iets troostends. Al is het maar voor één liedje. (LSvH)

Het nummer: heaven is by your side

Tom Forever

R.I.P. Bumble B. Boy, lang leve Tom Forever! De Australische performancekunstenaar Tom Harden heeft zijn imkerpak verruild voor een nieuw geloof: Pure Entertainment. Volgens eigen mythe stierf zijn vorige alter ego, daalde af naar de hel, ontmoette de duivel en kwam terug met een manifest. De soundtrack van die wederopstanding, geproduceerd door Tender Blom (Pip Blom), met Pepijn Kolsteren (Fellatio) en Sob de Geus (45ACIDBABIES) als rituele sidekicks, klinkt als electropop op zoek naar verlossing. Tijdens zijn eerste show gaat het er manisch aan toe, soms zelfs hardstyle-achtig. De zelfverklaarde cultleider stort zich in het publiek alsof hij de duivel uit zijn lijf probeert te dansen. Daarna laat hij iemand zijn manifest voordragen: ‘I will seek only Pure Entertainment…’ Je kunt het niet verzinnen. Je moet het zien. (LSvH)

Het nummer: Your Nematode Friend

Hondenfokker

Nog vóór de eerste noot staat Perron al te kwispelen. Het is laat in het festivalweekend, maar Hondenfokker bijt zich er nog één keer goed in vast. Het Amsterdamse trio rond Sara Elzinga (Global Charming) en Enrica Arbia (Gonzo Bimbo) maakt een mix van punk, elektronica en performancekunst. Dansbaar, brutaal en totaal onvoorspelbaar (denk: early Peaches). ‘Beige’ is hun banger met het credo: ‘I would rather die than wake up wearing beige.’ Hondenfokker is allergisch voor middelmatigheid. Ze gaan all-in. Geschminkt met dalmatiërstippen zingen ze over onbegrepen zijn, maar op het podium verstaan ze elkaar feilloos. Enrica raast in Italiaans, Elzinga gromt terug en de glitchy beats doen de rest. Hun eerste moshpit ooit is een feit. (LSvH)

Het nummer: Beige

Modern Woman

De vier bandleden van Modern Woman zijn perfect op elkaar ingespeeld en combineren folk met punk en experimentele rock. De zaal hangt aan de lippen van de fascinerende frontvrouw. Haar stem gaat van diep en intens naar meisjesachtig en hoog, om dan te eindigen in een ontladende, bijna horrorachtige schreeuw. Zelfs de bassist gaat er even voor zitten wanneer ze, onder begeleiding van viool, een indrukwekkende solo neerzet. Later komt er een saxofoon tevoorschijn, maar nooit overheerst die haar stem. De frontvrouw en gitarist eindigen al spelend in een knuffel. Die liefde werkt aanstekelijk in de zaal. Een crowdsurfer geeft in het voorbijgaan de discobal aan het plafond nog snel een knuffel. (JM)

Het nummer: Offerings

RABBITFOOT

Bands op een jeu de boules baan, terwijl de bezoekers van Left Of The Dial er spelen? Check! Op de vroege zaterdagmiddag speelt RABBITFOOT bij ‘Mooie Boules’. De band heeft al een flinke following door gigs in de legendarische Windmill in Londen, en ze mochten al mee als support van Geordie Greep (ex-Black Midi). En die combinatie snappen we. Er staat een violiste op het podium, er zitten invloeden van jazz in, maar wat deze band uniek maakt is het harde synth geluid. Zanger River Fernandez staat ergens tussen aandoenlijk (‘Vul zometeen even ons formulier in, want we willen vrienden worden met jullie’) en maniakaal op het podium, met intense blikken richting de (inmiddels) vrienden. Er is nog geen debuutsingle, dus iets luisteren kan nog niet, buiten de vele bootlegs van shows in Londen op Youtube. (JL)

Croíthe

De Ierse band Croíthe speelt op Left Of The Dial maar liefst drie shows, en dat is maar goed ook, want zelfs voor dit laatste optreden staat een lange rij voor De Doelen. De band komt volgende week met een debuut-EP waarvoor ze inspiratie tanken bij stadsgenoten The Murder Capital, maar door de My Bloody Valentine-invloeden is hun sound meer shoegaze dan postpunk. En dan staat frontman Caodán ook nog eens op het podium als Grian Chatten in 2019. Ook hier een Palestijnse vlag op het podium. (JL)

Het nummer: Feed My Hand