Album van de Week (39): yeule
Introspectieve ongrijpbare rouwplaat van Singaporaanse hyperpopster
In onze huidige wereld vervaagt de grens tussen technologie en menselijkheid steeds meer. We zijn zo vergroeid met technologie dat onze smartphones een lichamelijk verlengstuk zijn geworden. We ontsnappen aan de realiteit via digitale werelden, vinden liefde via apps, onderhouden onze connecties via social media en kunnen online alterego's creëren die misschien authentieker voelen dan onze lichamen in de echte wereld. Dat laatste geldt ook zeker voor yeule. De Singaporaanse hyperpopster onderzoekt in hun muziek waar het menselijke eindigt en waar die technologie begint. Hen doet dat met introspectieve DIY-hyperpop waarin akoestische gitaren ‘gewoon’ kunnen bestaan naast futuristische glitches. Depressie vormt hierin altijd een rode draad, evenals het verkennen van gender. Dat was het geval op debuutalbum Serotonin II, en op het dystopische, synth-gedreven Glitch Princess (2022). Op die tweede concludeerde Nat Ćmiel – zoals yeule door het dagelijks leven gaat – dat digitaal escapisme niets waard is wanneer je in de echte wereld lijdt onder je mentale problemen.
Ook op hun derde album softscars, trekt yeule diezelfde conclusie. Ćmiel bezwijkt onder het traumatische verlies van hun goede vriend die stierf na een overdosis. Het is een rouwalbum waarop yeule hun onontkoombare pijn hoorbaar maakt met een intrigerende cocktail van dromerige synthpop, Pixies-esque altrock, shoegaze, 00’s emocore en zelfs screamo. Vrij ongrijpbaar, maar dat zijn pijn en rouw ook. Zoals hen op de ongepolijste shoegazey ballad ‘software update’ zelf zegt, is hen ‘twenty-five and traumatized’.
yeule probeert dat leed los te laten, die herinneringen te wissen van hun interne harde schijf. Hen zoekt naar escapisme via hun telefoonscherm volgens de post-popbanger ‘cyber meat’ en ‘software update’, en fluistert tussen het gefrustreerde geschreeuw en de snijdende gitaren van ‘x w x’ dat hen probeert de pijn te verdoven met isolatie en drugs. Ook met fysieke zelfbeschadiging, volgens het lief klinkende, akoestische gitaarliedje ‘aphex twin flame’. Niet dat het helpt met het verlies. Op de synthpoptrack ‘softscars’ laat yeule verslagen weten: ‘It’s too hard for me to let go of you, know I tried to forget you, I really did try.’
Dit alles zorgt ervoor dat yeule’s grip op de realiteit steeds zwakker wordt. ‘A sulky baby losing grip,’ noemt hen zichzelf dan ook op het glitchy dreampopnummer ‘sulky baby’. yeule is dood van binnen, helemaal leeg, ‘desperate for that feeling of excitement’. yeule gelooft niet meer dat hen echt is, of dat hen liefde verdient. In de outro van het spooky, intieme liedje ‘ghosts’, wenst yeule: ‘If only I could be real enough to love, oh, real enough to love.’ Een zwaarmoedig album dus, maar softscars is ook verpletterend mooi.