35 jaar ‘t Beest: “Er zit een ziel in”

Boek over 35 jaar Podium ’t Beest: “Elke stad zou zo’n podium moeten hebben!”

Ingmar Berman ,

Als je iets doet, dan moet je het goed doen. Dat moet Eugène de Kok hebben gedacht toen hij de vraag kreeg of hij een boek over 35 jaar podium ’t Beest wilde maken. Dit levert een schitterend naslagwerk op, doorspekt met sappige, spannende anekdotes en voorzien van veel beeldmateriaal. 3voor12 Zeeland spreekt met Eugène de Kok (ook bekend van ‘Alles voor het liedje’ over de band Racoon) en Wilfred Gonçalves (al 20 jaar verantwoordelijk voor de vormgeving van ’t Beest en nu ook van het boek) op een maandagmiddag in ’t Beest, dat op dat moment helemaal vol zit met scholieren die met hun klas een school(theater)voorstelling bezoeken.

Het boek is bepaald geen droge opsomming geworden van gezelschappen die er vanaf het ontstaan van ’t Beest hebben gestaan, al zou alleen dat al een vrij indrukwekkend boekwerk opleveren. Vrijwel iedereen die een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan en de ontwikkeling van het beruchte podium in Goes heeft hij hiervoor geïnterviewd; ook degenen die 35 jaar geleden betrokken waren bij het prille begin.
 

Hoe stond ’t Beest bekend toen het allemaal begon in de jaren 80?

De Kok: “’t Beest had in die beginperiode een erg slechte naam in Goes en niet geheel ten onrechte. Het stond bekend als een drugshol waar van alles gebeurde wat god verboden had. Dat was in sommige opzichten wel wat overdreven, maar toch is het bijna niet te vergelijken met de keurige en goed uitgeruste accommodatie die het nu is.”

Was iedereen die je benaderde voor een interview bereid om mee te werken?

De Kok: “Ja, eigenlijk vond iedereen die ik wilde spreken het nog steeds erg leuk om verhalen over zijn of haar betrokkenheid bij ’t Beest met me te delen. En veel mensen die al vanaf het begin bij het ‘punkhol’ uit de jaren 80 betrokken waren zijn er nu nog steeds of weer actief.”

’t Beest werd in de jaren 90 door de Stichting Popmuziek Nederland ‘één van de betere Nederlandse popcentra’ genoemd. Over steun vanuit de gemeente Goes heeft het, zelfs in tijden van financiële crisis ook nooit te klagen gehad. Hoe zou dat komen?

De Kok: “Dat weet ik eigenlijk ook niet precies. Ik denk dat ’t Beest eind jaren 80 met Ton van de Repe (concertprogrammeur) en Chris Tangelder (theater- en filmprogrammeur) zo’n goede naam heeft opgebouwd, ook landelijk, dat dit veel goodwill bij de Gemeente Goes heeft opgeleverd. Je krijgt niet zo snel landelijke aandacht als provinciestadje, dus blijkbaar deden ze in ’t Beest iets heel erg goed. In de jaren 90 liet Gorefest het niet na om te benadrukken dat hun roots in Goes lagen en in de jaren 2000 greep Racoon ook elke kans aan om te benoemen dat de band in ’t Beest was ontstaan. Men ziet dus wel dat deze plek een bijzondere geschiedenis heeft en dat het ook veel heeft opgeleverd voor Goes. De muzikanten die ik heb gesproken zeiden ook allemaal dat er goed voor ze gezorgd werd in ’t Beest. Ze werden niet, zoals in veel andere zalen, met een paar gulden voor de snackbar afgescheept, maar er werd goed voor ze gekookt. Daardoor kwamen bands en ook theatergezelschappen graag nog eens terug.”

Het boek staat vol illustraties en foto’s. Zo te zien is daar behoorlijk wat tijd en energie in gestoken.

Gonçalves: “Behoorlijk, ja. De laatste weken voor de deadline waren voor ons tropenweken, zoals dat meestal gaat als je tegen een deadline aanzit. Ik vond het natuurlijk erg belangrijk dat het boek qua vormgeving ook aantrekkelijk zou worden om te lezen, dus daar heb ik ontzettend veel meer tijd in gestoken dan de bedoeling was. Er is gelukkig erg veel beeldmateriaal bewaard gebleven, zoals foto’s, oude programmaboekjes, krantenknipsels en posters. Maar het uitzoeken hiervan was een gigantische klus. Gelukkig heeft een drietal vrijwilligers van ‘t Beest bij het ordenen van al dit materiaal ook erg veel werk verricht. Zelf ben ik er tevreden over dat er geen enkele pagina in het boek te vinden is zonder foto of illustratie.”

Hoe zien jullie de toekomst van ’t Beest?

De Kok: “Ik had het hier toevallig net nog over met Anita (Berrevoets, coördinator van ’t Beest, red). De periode rond de fusie met theater de Mythe in 2009 en de tijd daarna waren een dieptepunt. Uiteindelijk lag alles in ’t Beest op zijn gat, zowel de programmering als de toestand van het gebouw en de techniek. Men had er namelijk vanuit Theaterexploitatie Zeeland (TEZ) gewoon geen tijd, geld en aandacht meer voor. Vanaf het moment dat ’t Beest in 2011 weer zelfstandig werd, is er een stijgende lijn in alles te zien.”
Gonçalves: “Vanaf 2012 is er ook weer budget voor publiciteit vrijgemaakt, zodat we ook op dit vlak weer alles in eigen hand hebben. Je merkt dit aan stijgende bezoekersaantallen en meer ‘grote namen’ die worden geprogrammeerd.”
De Kok: “De twee optredens van Racoon in april 2011, waarmee de band zijn cd ‘Liverpool Rain’ presenteerde, voelen voor iedereen in ’t Beest als de ommekeer. Vanaf dat moment werd alles weer beter en leuker. Zo voelden die avonden ook echt aan als je erbij was. Vanaf april volgend jaar volgt een grootse renovatie van ’t Beest. Het belooft allemaal nog beter te worden.”

Het boek Er zit een ziel in, uitgegeven door Paard van Troje, wordt op 31 oktober gepresenteerd in ’t Beest. Hierna is het verkrijgbaar bij de Zeeuwse boekhandels.