Reiger mag de al goed volgelopen Helling opwarmen. De Utrechtse band rond Mathijs Peeters speelt een mix van garagerock en americana, die door het soms explosieve gitaarspel uitstekend past als amuse voor wat later op de avond nog gaat komen. Net als op de vorig jaar verschenen EP, met de toepasselijke titel #1, start de band met 'Calm Down', een liedje dat aanvankelijk gemoedelijk begint maar met de gitaarsolo’s steeds vinniger wordt. De keuze van Peeters, voorheen bekend als gitarist van onder andere The Gasoline Brothers en Sandusky, om uit de schaduw te treden en zelf liedjes te gaan schrijven en zingen heeft goed uitgepakt. Hij is wellicht niet de meest begaafde zanger, of de meest betoverende frontman, maar alle liedjes zijn raak. Neem bijvoorbeeld het naar Wilco neigende 'Complicated'. Peeters raakt pas echt in zijn element als alle remmen los gaan. Tijdens de lange gitaarsolo’s lijkt hij haast in trance te komen. Met zijn mond open, tong klem tegen de ondertanden, vergt hij het uiterste van zijn gitaar en zichzelf.
Een kwart eeuw geleden verscheen Palomine, het debuut van Bettie Serveert. Vijfentwintig jaar later toont de band in een afgeladen Helling nog steeds tot de absolute top van de Nederlandse indiebands te behoren. Met een set waarin de nadruk ligt op het laatste album Damaged Good, maar waarin ook voldoende ruimte is voor oudere publiekslievelingen. Er ontstaat een jubileumfeestje dat niemand wil verlaten.
In een kort introductiefilmpje zien we even later hoe de leden van Bettie Serveert zich backstage voorbereiden op dit concert. Carol van Dijk betreedt het podium in een gewatteerd wit jurkje met daarop de naam van de single waar het allemaal mee begon: 'Tom Boy'. Maar eerst is het tijd voor recenter werk. Het eerste blokje nummers is namelijk ingeruimd voor liedjes van het laatste album Damaged Good en het inmiddels al weer zeven jaar oude Pharmacy Of Love.
In in een moordend tempo vliegen de liedjes je om de oren, ondersteund door prachtige visuals van scheikundige formules en spiralen. Helaas is Van Dijk door het gitaargeweld niet altijd even goed te horen, zoals in de uptempo stukken van 'Deny All'. Een euvel dat gaandeweg het optreden gelukkig grotendeels verholpen wordt.
Na 'The Pharmacy' zegt Van Dijk dat het inmiddels wel tijd is geworden om ook een paar oude nummers te spelen. Een doorsnee van alles, te beginnen met 'Crutches' van Lamprey. Het is mooi om te zien dat de bandleden onderling nog steeds een bijzondere chemie hebben die er voor zorgt dat ze ook na vijfentwintig jaar nog tot de top van de Nederlandse indiebands behoren. De kale kop van Peter Visser en het grijs in de baard van Herman Bunskoeke mogen dan wel de fysieke teken zijn van het voortschrijden van de jaren, op het podium zijn ze nog steeds de jonge honden van weleer. Bunskoek met de bovenste vijf knoopjes van zijn shirt los en Visser die zich tijdens de solo van Balentine theatraal op de knieën laat vallen, terwijl van Dijk zingt: “If we could turn back the time, we would've made the same mistakes all over again”. Nog net zo fris en rauw als een kwart eeuw geleden. Oude liefde roest niet.
Dit is zo'n zeldzaam feestjes waar alles op zijn plaats valt en eigenlijk niemand al naar huis wil. Bettie Serveert had dan ook nog uren langer mogen spelen, maar na 'Digital Sin (Nr 7)' blijkt ook deze set een einde te hebben. Gelukkig volgt er nog een toegift. De jubilarissen eindigen de avond met 'Leg', het allereerste nummer van hun debuut. De ziedende gitaarmuur krijgt zelfs de hardnekkigste kletsers bij de bar stil.
Gezien: Bettie Serveert & Reiger, vrijdag 10 maart 2017 @ De Helling, Utrecht