Tussen de eerste en de tweede halve finale vond in ACU de wildcard ronde plaats van de Clash of the Titans, de grootste bandwedstrijd van Utrecht. Kurt Rose, Jason Waterfalls, Skumbek en Lemonaze leverden een strijd om alles of niets: een plek in de finale of een toch wat roemloze afgang. Wie kwam er uit de bus als de winnaar onder de verliezers?

Het kaf is inmiddels van het koren gescheiden. Clash of the Titans is alweer beland in het stadium waarin de bands één van de vijf finaleplaatsen proberen te veroveren. De eerste twee plekken werden door Black Monsoon en Fighting Churchill al bemachtigd in de eerste halve finale. Samen met de twee winnaars van de tweede halve finale, die plaatsvindt op 26 mei, en de winnaar van de wildcard, gaan zij bepalen hoe het strijdtoneel van de finale eruit komt te zien. In een avond, die door het snelle op- en afbouwen onvermijdelijk wordt gekenmerkt door geklungel met monitoren en iets te schelle feedback-piepjes, vindt een noodgedwongen krachtmeting plaats tussen veelal totaal verschillende bands.

Kurt Rosa
Kurt Rosa timmert nog niet zo lang aan de weg, maar weet van aanpakken. De band stond in de top 100 van Giels Talentenjacht, won de Popprijs van Amstelland en kwam eerder dit jaar met zijn debuut EP Anywhere We Go op de proppen. De liedjes van Kurt Rosa klinken afwisselend door de vele stijlen waar ze uit put, maar voelen tegelijkertijd bekend doordat ze zorgvuldig gesmeed zijn tot toegankelijke, gitaargeoriënteerde popsongs. Van een liedje gedomineerd door hoge, transparante gitaarriffs en een solo die ergens doet denken aan John Mayer (Afterwords) tot iets wat klinkt als The Allman Brothers Band gegoten in een modern metal jasje (Shadows). Naarmate de set vordert, wordt de muziek ruiger en gaat de band wat makkelijker bewegen. Het is jammer dat de heldere en crispy vocalen van frontman Marc Jongma – die op de EP zo lekker door de mix prikken – tijdens het optreden wat wollig en onzuiver klinken. Daar staan echter zijn rake gitaarriffs en solo’s tegenover.

Jason Waterfalls
Jason Waterfalls heeft duidelijk maar één doel voor ogen: het bespelen van het publiek met vlotte moves en hooks van popliedjes die allemaal onverminderd energiek zijn. Vernoemd naar de hit Waterfalls van TLC voelt hun muziek als een ode aan de Amerikaanse poprock song in de traditie van Blink-182. Jason Waterfalls komt dan ook niet met verassingen, maar zet wel een show neer. De handjes moeten (en gaan) de lucht in, de nummers wisselen zich vlot af en de refreintjes houden telkens net wat langer aan. Volgens de band zelf voor liefhebbers van Bring Me The Horizon, Don Broco en You Me At Six.

Skumbek
Op het affiche en social media werd de band nog geadverteerd als Niek Strik, maar vanaf de aankondiging in ACU staan ze beter bekend als Skumbek. Skumbek doorbreekt het patroon van de avond met een eclectische mix van spoken word, rap en minimalistische muzikale begeleiding. Alleen al door het introduceren van verfrissende en eigenaardige elementen weet ze de aandacht te grijpen. Een opkomst met slechts het naakte woord, een elektronisch gemanipuleerde trompet en de geluiden van een soort heksachtige nymfomaan die het publiek gedurende de hele show blijven achtervolgen. Het zijn deze curieuze geluiden die een begeleiding vormen bij de Nederlandstalige teksten die soms meer gerapt dan gesproken zijn. Omdat tekst bij deze act centraal staat, is het zonde dat de stem van Niek regelmatig onverstaanbaar wordt in de geluidsmix.

Lemonaze
De avond begon energiek met songs die schreeuwen gehoord te worden. Klein en teruggetrokken zijn echter de liedjes en het intieme akoestische geluid van het trio Lemonaze. Met de vaak duistere samenzang, wringende intervallen en meanderende melodieën wordt het publiek gevraagd af te dalen naar donkerdere krochten. Ontgoocheling door het leven lijkt bij dit trio diep te zitten. Soms klinkt ze ronduit teneergeslagen, “What’s the point of living, I’m gonna die anyway”, maar soms is er ook verzet: “You’re not what they want you to be, you must fight for you’re right to be around.” De lage en monotone tweede stem die Jaimy Versteeg soms op zich neemt, weerspiegelt een staat van verdoving. Maar het is in de hogere regionen, op de meer lyrische en hoopvolle momenten, dat de stemmen van Jaimy en Izzy Goosen elkaar pas echt vinden en elkaars kracht versterken.

Waarschijnlijk de enige gemeenschappelijke kwaliteit van alle bands deze avond, is dat ze onder het niet-veelzeggende labeltje ‘bands’ vallen. Aan de jury dus een klus om toch op kwalitatieve gronden een vergelijking te maken. Deze is op het eind van de avond voor niemand mals. Superlatieven komen niet voorbij, maar uiteraard is er een winnaar: Skumbek. Op vrijdag 24 juni zijn ze te aanschouwen in de finale die plaatsvindt in De Helling. Voordat het zover is vindt op 26 mei de tweede halve finale plaats in dB’s.

Gezien: wildcardronde Clash of the Titans, 19 mei 2017 @ ACU