Nonchalant komt De Haan oplopen. Zijn vriendelijke uitstraling en wat eigenwijze aard zijn een interessante combinatie. Met weinig woorden kondigt hij zichzelf quasi awkward aan onder het mom ‘meer heb ik niet te zeggen’.
De eerste excentrieke geluiden, glijdende tonen, opzettelijk dissonante noten en verrassende toonsoorten klinken uit de snaarinstrumenten. Het staat allemaal gelijk als een huis, met veel energie. De volle en warme stem van De Haan switcht van lange uithalen naar wat meer pratend zingen. Het lichte countryrandje en de enorme rust die in zijn stem te horen zijn maken zijn klank opvallend. De songteksten zijn ietwat donker en de muziek lijkt soms het tegenoverstelde te vertellen. Dit is niet storend, maar zorgt juist voor een constante spanning. De liedjes worden gekenmerkt door veel dynamiek, waardoor je op het puntje van je stoel gaat zitten. Violiste Susanne Linssen verzorgt bij diverse liedjes de tweede stem. Haar fragiele en bijzondere stemgeluid heeft wat weg van Julia Stone (van Angus & Julia Stone). Juist hierdoor is de tweede stem een waardige toevoeging.