De aankondiging dat de mei-editie van Le Guess Who? dit jaar zou worden beperkt tot een avondprogramma in de Pandora-zaal van TivoliVredenburg, was voor de 3voor12/Utrecht redactie een teleurstelling. De Mayday van 2014 was een mooie editie en velen roemden het optreden van headliner Neutral Milk Hotel als het beste van 2014. Maar dat was februari. Het is inmiddels mei en vol goede moed kijken we hoe het deze jongste telg uit de LGW?-familie is vergaan.

Goederenlift
En zo werd de Mayday een mini-festival van zes acts in de Pandora en in de bijbehorende foyer. De zaal ligt hoog in het immense TivoliVredenburg. De wandeltocht van de voordeur naar de zaal kent vele zijwegen en het risico op verdwalen, zo leert de ervaring, is groot. Maar dan is daar de ideale shortcut: de goederenlift. Het ding is ontworpen om een compleet orkest te vervoeren en heeft het oppervlak van een bovengemiddelde studentenwoning. En hij is lang...zaam. Om de rit naar boven te veraangenamen is de lift voorzien van een bar met een Poolse barman die geïrriteerd raakt als je geen wodka bestelt. We bereiken vlak voor 19.00 uur onze bestemming.

Morgan Delt
Aan Morgan Delt de opgave om klokslag 19.00 uur het minifestival te openen. De handelaar in retro psychedelica heeft in het programma een niet al te ruim bemeten venster van een half uur toegewezen gekregen. De Pandora is dan nog maar matig gevuld. Niet zo vreemd gezien het tijdstip: de wegblijvers zitten op een terras in het zonnetje of, waarschijnlijker nog, staan thuis de vaat te doen. Aan Delt en zijn band kan het niet liggen. De mannen uit Los Angeles jagen er 30 minuten lang in hoog tempo een selectie van het in 2014 verschenen self titled debuutalbum doorheen en bestrijken daarmee het speelveld dat zich uitstrekt tussen huppelende jingle jangle (‘Obstacle Eyes’), caleidoscopische cut ’n paste (‘Make My Grey Brain Green’) en trippende far out psycheledica (‘Backwards Bird Inc.’). Waar Morgan Delt op plaat klinkt of je uit een onder water gelopen kelder geredde bandopnames uit de sixties terugluistert, laat de live-incarnatie een helderder, energieker maar ook eenvormiger geluid horen. De songs hebben genoeg memorabele hooks om live stand te houden, maar de bijzondere sfeer van de laagje voor laagje opgebouwde plaat gaat toch voor een belangrijk deel verloren. De performance van de band is daarbij erg statisch en straalt iets plichtmatigs uit, waardoor dit gemis niet wordt gecompenseerd. Morgan Delt opent het festival adequaat, maar niet meer dan dat.

Kevin Morby

Na een carrière als bassist van noise-folk groep Woods en twee albums als frontman van The Babies vond Kevin Morby de tijd rijp om het solopad te bewandelen. Onder zijn eigen naam verschenen inmiddels al twee albums die opvallend rustiger zijn dan zijn eerdere werk met The Babies. Rustig is ook een omschrijving die goed past bij het begin van het optreden in Pandora. Met opener 'The Dead They Don’t Come Back' lijkt Morby het publiek wel in slaap te willen sussen. Gekleed in gaatjesschoenen, witte broek en eveneens witte countryblouse straalt hij ook totaal geen Rock and Roll uit. Gelukkig komt er gedurende de set meer pit in het spel van de Amerikaan. Het luie stemgeluid van Morby (schatplichtig aan Bob Dylan, maar zonder dat scherpe randje) kent niet bijzonder veel variatie, maar dat blijkt eigenlijk helemaal niet zo bezwaarlijk. Loom drijf je mee op zijn 'Harlem River'. Ondersteund door een drummer die, vaak met brushes, bijzonder ontspannen drumt en een bassiste met knot die her en der nog wat vocalen toevoegt. Die uitstekende band zorgt er, in combinatie met de goedgeschreven en mooie liedjes, voor dat Morby steeds meer zieltjes wint. Een goedgekozen cover van Bill Fay’s 'I Hear You Calling' maakt het helemaal af.

Noura Mint Seymali
Grondleggers Johan Gijsen en Bob van Heur streven ernaar om op Le Guess Who? pure en vooruitstrevende muziek te programmeren, ongeacht de leeftijd en herkomst van de makers. Het duidelijkste uitvloeisel van dit voornemen op deze LGW?-editie is Noura Mint Seymali. De Mauretanische valt op alle mogelijke manieren op tussen de Noord-Amerikaanse mannen met wie ze het affiche deelt. In de muziek klinkt door dat haar vaderland op een kruispunt van meerdere culturen ligt. Seymali’s bezwerende zang en het dito gitaarspel van haar echtgenoot Jeiche Ould Chighaly vertegenwoordigen de Moors-Arabische invloeden, terwijl de broodmagere bassist Ousmane Touré en drummer Matthew Tinari de Afrikaanse inbreng voor hun rekening nemen. Seymali start haar eerste optreden op Nederlandse bodem ingetogen, spelend op een ardine (een traditionele negensnarige harp). Na de eerste nummers legt ze het instrument weg. Het geeft haar meer vrijheid om contact te maken met het publiek. Dit, maar zeker ook het merkbare plezier van de band en de aanstekelijke grooves, maken dat er voor het eerst vanavond gedanst wordt. Seymali danst ingehouden mee, terwijl ze de voortdurend van haar hoofd glijdende melafa kuis op z’n plek probeert te houden. Met haar technisch begaafde, krachtige zang en mooie verschijning brengt Seymali de zomer in de verduisterde Pandora.

Pallbearer

Van het zonnige Mauritanië gaat het vervolgens naar de donkere krochten van Little Rock, Arkansas. Alsof er plotseling een zonsverduistering heeft plaatsgevonden in de Pandora. Een verschil van dag en nacht. Een gewaagde programmering die eigenlijk alleen op Le Guess Who? denkbaar is. Met een bandnaam die verwijst naar het dragen van een doodskist is vooraf al één ding duidelijk: de muziek van Pallbearer is niet voor tere zieltjes. Twee uiterst positief ontvangen doom metal platen maakte dit viertal tot nu toe. Het vorig jaar verschenen Foundations Of Burden werd door verschillende media zelfs aangemerkt als metalalbum van het jaar. Waar op dit album de zware gitaarpartijen mooi aangevuld worden door de melodieuze zang van Brett Campbell, blijkt live het geluid echter een stuk logger, met minder nadruk op de zang. Het is vooral hard, heel erg hard. Zonder oordoppen onverantwoord hard en zelfs met gehoorbescherming in is het niet prettig. Dit resulteert in een zaal die voor het grootste gedeelte leegloopt. Zonde, want naast hard is het ook behoorlijk strak en met name het vliegensvlugge vingerwerk van bassist Joseph Rowland is indrukwekkend. Daar heeft het publiek, dat inmiddels in de foyer aan het dansen is gegaan, echter geen boodschap meer aan. De fans die wel achterblijven in Pandora worden door Pallbearer (“Thanks voor sticking around”) nog getrakteerd op een laatste uitgesponnen liedje van ruim 10 minuten.

Ondertussen in de lobby
De lobby is de veilige vluchthaven voor degenen die hun trommelvliezen niet wilden overleveren aan de Pallbearer-decibellen. Terwijl de dj's van Phacts en Eager Waves Records voor een dansbaar muzikaal rariteitenkabinet zorgen, wordt er volop genoten van de zonsondergang achter de skyline van noordwestelijk Utrecht. En worden er verstandige dingen gezegd als: "Dat is godverdomme Maarssen. Daar wonen fokking veel mensen!".

Wand
Nu de volumeknop toch vol open staat, zal Wand de laatste zijn om ‘m dicht te draaien. Ook de band van zanger en leadgitarist Cory Hanson gaat flink en langdurig in het rood, maar voelt toch als een verademing na het looiige Pallbearer. Wand heeft haar thuisbasis in Los Angeles en schurkt aan tegen de scene rond Ty Segall, Mikal Cronin en Thee Oh Sees. De band deelt de voorliefde voor songs met een combinatie van gouden melodieën en rauwe energie met haar stadsgenoten, maar kent tegelijkertijd een dromerige en experimentele kant. Het veelvuldig toevoegen van synths, de opvallend hoge stem van Hanson en de stoner-, kraut- en progrockinvloeden dragen hieraan bij. De set van Wand gaat wat moeizaam van start. Na wat professioneel opgeloste probleempjes (in opener ‘The Unexplored Map’ begeven zowel snaredrum als bassdrumpedaal het) zet Wand een broeierige set neer waarbij het vertrekpunt bestaat uit werk van debuut Ganglion Reef (2014) en het recent verschenen album Golem. Songs worden soms rechttoe-rechtaan gespeeld (‘Broken Candle’), maar worden net zo vaak gebruikt als springplank voor Hanson om improviserend de meest ongehoorde geluiden uit zijn gitaar te persen (‘Planet Golem’). Tijdens die improvisaties bouwt de band de spanning op naar één van de vele energieke uitbarstingen, waarbij de helft van de Pandora verandert in een slamdancende pit. Hanson is daarbij door zijn nonchalante, jongensachtige verschijning en onvoorspelbaarheid een voorman die je oog naar zich toetrekt en vasthoudt. Dit alles maakt Wand tot de meest aangename ontdekking van dit festival en een perfecte opmaat naar de vleesgeworden waanzin van Thee Oh Sees.

 
Thee Oh Sees
De livereputatie van Thee Oh Sees is inmiddels genoegzaam bekend. “Faster, tighter, and weirder than the competition.” aldus Pitchfork. Precies twee jaar eerder had Thee Oh Sees die reputatie ook al op Le Guess Who Mayday bevestigd. Dat resulteerde in een optreden dat door velen, waaronder een deel van de redactie van 3voor12/Utrecht, als het beste optreden van 2013 werd genoemd. Niet gek dus dat Thee Oh Sees nog een keer terug mag komen om Utrecht te overrompelen. Want overrompelen, dat doen ze nog steeds. Thee Oh Sees is een band met een koude start. Niks voorgloeien, gewoon direct vol gas starten, dat is het devies. Vanaf het intro van eerste nummer 'I Come From The Mountain' is er geen weg meer terug. Net als in 2013 kan het publiek niet anders dan alle nog resterende energie steken in de moshpit die dan ontstaat. Verschillen zijn er ook: sinds het vorige optreden op Le Guess Who? is de band behoorlijk getransformeerd. Toetseniste en achtergrondzangeres Brigid Dawson heeft de band inmiddels verlaten en daarvoor in de plaats is een tweede drummer op het podium verschenen. Het zorgt ervoor dat de nummers minder melodieus maar nog explosiever worden vertolkt. John Dwyer zelf gaat daarbij voorop in de strijd. In zijn korte broek met rood-wit gestreept hemdje klemt hij zijn gitaar hoog onder zijn oksel, als ware het een mitrailleur. Met een spervuur aan liedjes houdt hij het publiek continu in beweging. Na afloop kunnen wij, vermoeid en bezweet, niet anders concluderen dan dat Thee Oh Sees het onbetwiste hoogtepunt van One Night In Pandora was.
 

We maakten al met al een geslaagde editie mee met wederom een zeer veelzijdige programmering. De enige echte misser is het ontbreken van de mogelijkheid om iets te eten, zeker als een festival 8 uur duurt. We waren niet de enige met een rammelende maag. Het werd aardig druk bij de Febo na afloop van Thee Oh Sees.

Gezien: Le Guess Who? One night in Pandora met Morgan Delt, Kevin Morby, Noura Mint Seymali, Pallbearer, Wand en Thee Oh Sees, zaterdag 23 mei 2015 @ Pandora TivoliVredenburg