De Helling is al goed opgewarmd door de 'dream & bass' van Eveline Vroonland, oftewel PHOS. De dromerige vocalen, diepe baslijnen en een zangeres die fascinerend is om naar te kijken, bieden een goed begin van de avond. Het publiek verraadt niet veel over het soort muziek dat we de rest van de avond kunnen verwachten: van vrijwel alle leeftijden loopt er wel iets rond. Twee meisjes vooraan die al vanaf twee uur 's middags hebben staan wachten zijn waarschijnlijker nog nieuwsgieriger naar deze act dan de rest van de zaal. 'Teach Me How To Dance With You' is het nummer dat iedereen in de zaal waarschijnlijk wel kent, maar wat de band ons verder gaat brengen is een groot raadsel.
'It's good to be home!'
De vierkoppige band, die bestaat uit zanger Rupert Blackman, gitarist Jan Schröder, bassist Robert Pronk en drummer Simon Boeing-Messing, komt onder luid applaus het podium op. Hoewel het begin nogal magertjes is, maakt Blackman dat meer dan goed met zijn charmes op het podium. Hij vertelt het publiek dat hij Utrecht ziet als zijn thuis: "It's good to be home!" Met een zwaar Engels accent grapt hij dat hij dus eigenlijk ook gewoon Nederlands kan praten, waardoor met name het voorste deel van de zaal al meteen aan zijn voeten ligt. Blackman laat duidelijk blijken dat hij verbaasd is dat er zoveel mensen naar het optreden zijn gekomen: 'We've got just one song, and still all these people - it's amazing!'