Een andere invloed op het maakproces is het feit dat de mannen deels van instrument gewisseld zijn. Scherrenburg speelt nu vooral contrabas en Zuidema de piano, terwijl ze eerder onderling gitaar en basgitaar afwisselden. Alle bandleden zijn het erover eens dat het geluid van de band positief veranderd is. Dat is overigens één van de weinige momenten in het interview dat de mannen het volledig met elkaar eens zijn, op een positieve manier bedoeld dan. Artistieke vrijheid is het meest belangrijke voor de band én voor elk van de bandleden afzonderlijk. Ze nemen alle vier iets eigens mee naar de oefenruimte of de studio en daar maken ze de spreekwoordelijke Mercy Giants-chocolade van. De mannen respecteren elkaars mening en kunnen lachen om elkaars uitgesproken ideeën.
De manier waarop zij ieder afzonderlijk over hun muzikale werk vertellen, zou weleens een blauwdruk kunnen zijn voor de manier waarop de nummers tot stand komen en worden op genomen. “Running in Slomo was eigenlijk best wel een studioplaat. We hebben daar na het opnemen redelijk wat in geknipt en geplakt en nog elektronische instrumenten toegevoegd. Het nieuwe album is veel meer een live-klinkend album. We zijn uitgegaan van de vier basisinstrumenten die de muziek maken en daar hebben we het op de plaat grotendeels bij gehouden. Daardoor is het geluid éénvormiger en klinkt de plaat bescheidener, duidelijker ook”, aldus De Kroon. “Op deze plaat is heel goed te horen hoe onze samenwerking verlopen is, dat voelde heel synergetisch. Het resultaat voelt voor mij echt als een cadeau”, vertelt Zuidema.