Tim en Bram, respectievelijk drummer en frontman van Stairs to Nowhere hebben een wellicht wat vreemde voorkeur voor desolate gebouwen. “We gaan vaak ’s nachts op pad om oude gebouwen en fabrieken die niet meer in gebruik zijn te zien.” Tim legt zijn fascinatie voor aftandse machines en met onkruid overwoekerd beton met veel enthousiasme uit als een apocalyptische ervaring. “Daar heb je het gevoel dat je je tussen de laatste resten civilisatie; Het einde van de wereld waant.”
Zo ontstond eenzelfde idee toen de twee langs het omheinde en half afgebroken Vredenburg fietsten. De concertzaal waar vele legendes uit de popmuziek hebben staan zweten. “We zijn die nacht al binnen geweest. Het was vet, maar je zag niets.” Daarom nog maar een keer overdag naar binnen gegaan met instrumenten. “De akoestiek was echt geweldig.”
Het was zo vet dat de jongens het eigenlijk zonde vonden om het moment ongeregistreerd voorbij te laten gaan. Ze namen contact op met online platform Next Best Band en lieten de derde inbraak op een zondagochtend door hen registreren. “Zondagochtend is de beste tijd om ergens naar binnen te sluipen,” tipt Tim, “iedereen ligt dan nog te slapen.”
“De sfeer is er werkelijk fantastisch,” ratelt Tim, met zijn onstuitbare enthousiasme door. “The Beach Boys, The Rolling Stones, iedereen heeft hier gestaan. De muziekwereld is eigenlijk de laatste plek waar nog levende legendes zijn die tot de verbeelding spreken. Ik vind het ook altijd heel intens om naar live shows te gaan.”
Op de vraag of hij diezelfde legendarische ambities heeft met Stairs to Nowhere reageert de drummer nuchter. “Ik neem er genoegen mee om op zo’n ochtend in te breken en vind het al tof als mensen naar onze show komen kijken en het tof vinden.” Binnenkort op nog nader te bepalen datum geeft de band in ieder geval een feestje in hun oefenhok. Gevestigd in een al net zo spannende oude olietanker als de desolate fabrieken blijft de band in ieder geval trouw aan haar stijl.
Stairs to Nowhere staat met hun debuutalbum ‘Adieu Delicate Atheist’ staat sinds een kleine week in de luisterpaal van VPRO’s 3VOOR12.