Na twee (of, zo u wilt, drie) dagen een uitverkocht huis gehad te hebben, was het even wennen Tivoli zo rustig te zien als tijdens de laatste festivaldag. Pas in de avonduurtjes, toen headliner Frontline Assembly als enige act van de dag een volle bak trok, kwam de sfeer van de eerdere Summer Darkness-dagen terug. Toen hadden er al vier industrieel getinte acts op het podium gestaan, van wisselend niveau. En dat terwijl de dag, hoewel nog niet al te drukbevolkt, tussen drie en vijf nog zo veelbelovend begon. Het Italiaanse XP8 gaf een energieke show met aanstekelijke nummers, die het midden hielden tussen electropop, techno en trance. Inertia zette die lijn voort richting industrial en acid house, waarbij de grunt-achtige vocalen van frontman Reza Udhin net duister genoeg klonken om het geluid van het Londense trio van een lekker scherp randje te voorzien. Tot zover de opwaartse lijn. Na twee veelbelovende opwarmers, liet de kille dark electro van het Duitse trio Schattenschlag Tivoli vervolgens, ahum, ijskoud. Goed, koel en strak was het zeker, in je gezicht beuken deed Schattenschlag allerminst. En dat was toch waarvoor ze naar Summer Darkness waren gehaald. Toch was Schattenschlag nog een waarlijk lichtpunt te noemen in vergelijking met de groep daarna. Stromkern luidde de naam van de band die met recht bijgeschreven mag worden bij de dieptepunten van Summer Darkness 2006. Het moge gezegd: de bandnaam is fraai en Duits, maar daar zijn ook de enige positieve puntjes mee genoemd. Het geluid van deze Amerikanen, en hun podiumact daarbij deden de gedachtens spoedig afglijden naar -au- Linkin Park, een groep waarvan we nog zo dachten hem uit de gedachten verbannen te hebben. De basis van gladde industrial rock, vermengd met een hoog Prodigy-wannabe-gehalte en wat slappe raps van de frontman vormden de muzikale ingredienten, de veel te bedachte podiummoves van zanger en gitarist gaven ook het optreden zelf een tenenkrullend gehalte mee. Het is dat Frontline Assembly de groep als vaste support act mee wilde nemen tijdens zijn huidige tour, anders was Stromkern Summer Darkness vast nooit binnengekomen. Nee, dan toch liever de hoofdact zelf. Frontline Assembly. Ooit begonnen als afsplitsing van Skinny Puppy, behoorde FLA (tegenwoordig liever FA) tot de belangrijkste namen binnen de begin jaren negentig florerende industrial scene. Bandleden gingen af en aan bij de Canadezen; de enige spil die al die jaren actief bleef was frontman Bill Leeb. Tijdens de show in Tivoli had hij een aantal jonkies om zich heen verzameld, wat een ietwat vervreemdend beeld opleverde. Maar de huurlingen kenden hun plek: ze legden precies de juiste synth- en gitaarpartijen neer, die voorzien van Leebs vocalen en de strakke drumpartijen een knallend en hard afgesteld geluid opleverden. Na een moeizaam begin groeide FLA in zijn show, die elk nummer krachtiger werd, maar uiteindelijk net te kort bleek om Tivoli echt aan de kook te brengen. Toch kreeg FLA voor het eerst deze zondag Tivoli wakker, en vonden de laatste uurtjes van het festival in opperbeste stemming plaats. Dit laatste niet in het minst door de aftershow van XPQ-21, een gezelschap wat op de valreep een van de vermakelijkste shows van het festival afleverde. Men neme een muzikale mix van electropop en EBM, koppelt deze aan een rondstuiterende zanger, Clockwork Orange-kostuums en teksten van het kaliber 'Jesus Was Gay' en zie daar: de glimlach was zelfs op een gothicfestival alomtegenwoordig. Met een elektronische cover van 'Bela Lugosi's Dead' maakte XPQ-21 de Summer Darkness-cirkel bovendien weer rond. Een cirkel die om half een definitief tot gesloten werd verklaard, toen DJ -X-X-X- met een toegift van festivalhoogtepunt Welle:Erdball aan zijn eigen festival het einde meegaf dat het verdiende. Summer Darkness 2006 was wederom een uitputtingsslag, maar een bijzonder geslaagde, dat voorop. Dat belooft wat voor de jubileumeditie, volgend jaar. Summer Darkness 2006, dag 4 in Tivoli Met XPQ-21, Frontline Assembly, Stromkern, Schattenschlag, Inertia en XP8. Gezien: Tivoli Oudegracht, zondag 13 augustus 2006.