Zelf noemt Reinier dit werk een opera, maar zoals hij al aangeeft ontbreken de tekst en de dramatische uitbeelding – bevriend tekenaar Typex is echter hard bezig deze lacune op te vullen middels een beeldverhaal dat in september met de geluidsdrager moet verschijnen. Nu moeten we het doen met zijn mondelinge toelichtingen, die voor ons geestesoog een beeld doen oprijzen van een mooie donkere prinses, die met haar intrigerend loensende oogopslag en licht manke tred overal waar ze gaat een suggestie van bovenaardse schoonheid verspreidt. Op die manier brengt ze menig cavalier natuurlijk het hoofd op hol en het einde van het liedje is, zoals meestal, dat ze zichzelf en haar aanbidders in het verderf stort. Wat eerst nog begint als vreedzame hofmakerij, met een serenades zingende generaal, ontaardt binnen de kortste keren in een duel op een regenachtige begraafplaats tussen diezelfde generaal en een hem uitdagende hertog. De pauze dient als cliffhanger, maar in de tweede set ontvouwt zich de onvermijdelijke onthutsende Shakespeariaanse ontknoping, waarin de hertog de generaal vermoordt (of andersom, daar willen we vanaf wezen) en een boze tovenaar het overgebleven sujet voor zijn rekening neemt, waarop de verontwaardigde prinses zelve de kwaadaardige grijsaard ombrengt, daarmee haar eigen doodvonnis tekenend: Vervloekt door de magiër sterft ze een langzame en uiterst pijnlijke dood, muzikaal vertolkt in een aangrijpend stuk dat Isoldes befaamde 'Liebestod' naar de kroon steekt.
Nu goed, dat laatste is misschien enigszins overdreven, maar feit is dat Reinier Baas zich in dit stuk laat kennen als een begenadigd arrangeur, die klapjes-ontlokkend solospel (zowel van hemzelf als van zijn kompanen) prima afwisselt met subtiel in elkaar geweven ensemblepassages. In de aankondiging werd gerept van modern-klassieke invloeden, en die willen we niemand ontzeggen, maar minstens zo opvallend is de naar rock neigende flow van het werk, die veel dankt aan de stuwende ritmesectie. In combinatie met de Zappaeske kolder die we in muziek en verhaallijn terugvinden, zou je zeggen dat ook een jeugdiger publiek zich aangesproken zou kunnen voelen, maar enkele verdwaalde late twintigers en dertigers daargelaten, is het merendeel van de aanwezigen nogal aan de grijzende kant. Dat is niet erg, maar wel een beetje jammer, want goede muziek is er voor alle mensenkinderen, en laten we er geen doekjes om winden, Baas is op dit moment één van de beste jonge muzikanten en componisten van de Lage Landen, binnen en buiten de jazz. Gaat hem zien nu hij nog jong, fris en onstuimig is, onaangetast door eventuele gevoelens van verbittering en miskenning die later kunnen optreden, zo hij al niet zou besluiten zijn gitaar (en piano) aan de wilgen te hangen om een meer lucratieve carrière na te jagen (de foto hieronder zou wat dat betreft een teken aan de wand kunnen zijn). Hopelijk kunnen we hem en zijn maten echter nog lang op de podia aan het werk zien. Topconcert!