“We kennen elkaar eigenlijk al een jaar of vijftien, zagen elkaar vaak bij concerten en in de kroeg,” steekt Derrick van wal. “Zo'n zes jaar geleden ontstond het idee om samen americana-covers te spelen.” “Toen hebben we een paar andere muzikanten gecontacteerd, onder meer Ewen [Vernal] en Maarten [van Damme], en zijn we als The Federales gaan optreden,” vervolgt Joop. “Dat was de basis voor wat nu The Jaydees heet.”
“Eigenlijk wilde ik al vanaf het begin ook eigen nummers maken,” vertelt Joop, “maar Derrick was er na Dearhunter [zijn band na Wealthy Beggar] aanvankelijk een beetje klaar mee. Na een jaar of twee, drie kreeg hij echter toch weer zin om zelf materiaal te schrijven.” “Dat ging uiteindelijk heel natuurlijk,” vult Derrick aan. “Het deed me ook goed om weer op die manier met muziek bezig te zijn.”
“Tenslotte hebben we Kees [Swanenberg] erbij gevraagd voor de drums, dat liep meteen gesmeerd,” gaat Joop verder. “Kees kan heel goed uit de voeten met rustige tempo's, weet hoe hij dynamiek kan aanbrengen in verstilde stukken. Onze muziek is erg laid-back, het gaat ons erom mensen echt aan het luisteren te krijgen. We wilden eerst ook een volledig akoestisch album uitbrengen. Dat is niet gebeurd, maar de sfeer op 'Work With What We've Got' is wel heel soortgelijk.”
“In de country gaat het er toch om dat je een verhaal vertelt met je liedjes, dus we besteden allebei veel aandacht aan de teksten bij onze nummers,” zegt Derrick. Joop voegt daaraan toe: “Dat Engels niet onze moedertaal is, zou je daarbij als een handicap kunnen zien, maar het geeft ook de mogelijkheid tot combinaties die voor een native speaker wellicht onverwacht zijn. Dat komt de poëzie dan weer ten goede.”
“Onze teksten zijn meestal beschouwelijk, voorbij de adolescente romantiek,” meldt Joop. Derrick legt uit: “We zitten natuurlijk ook allang niet meer in die levensfase. Dat zorgt er trouwens tevens voor dat we met meer dingen dan alleen muziekmaken rekening moeten houden, maar we hebben nog steeds de ambitie om iets aan de wereld te melden. We kunnen weliswaar niet continu optreden en hebben ook een aandachtig luisterpubliek nodig, maar kwaliteit boven kwantiteit is wat ons betreft geen probleem.”