Incubate 2016: Yob is koning van tropisch benauwde 013-jungle

Metal-act eindigt festival met lome doom

Elysa van der Ven ,

Yob legde de muzikale strijdbijl neer in 2006, om die twee jaar later weer op te pakken. Sindsdien ziet de toekomst er alsmaar beter uit voor de enorm gewaardeerde doom-act. De metalmannen toerden met Tool, vulden meerdere keren het gewilde Roadburnpodium en vandaag is het aan de Incubaters om de lome doom van deze Amerikanen te inhaleren en de transformatie van 013 tot een inheemse metaljungle te accepteren. En dat doen ze maar al te graag.

Yob, Incubate, 013, 11 september

Dat Yob schijt heeft aan de hitte, moge duidelijk zijn. Geen gezeik over de saunatemperaturen tussen de nummers door, wel pure stilte. Het toont aan hoe goed de band met de fans is, want niemand geeft ook maar een kik. In plaats daarvan kun je bijna in die tussenstiltes er zelf watervallen en Tarzan-geluiden bij hallucineren.

Hallucineren?!
Ja! En dat voor een band die in de basis meer doom dan stoner is. Maar juist dat stukje stoner vloeit druppelsgewijs door de set heen tot het punt dat je de beklemmende grip die doom metal is langzaam uit je poriëen voelt stromen.

Je bedoelt zweet?
Ook. Waar 013 eerder die avond nog een verkoelende uitvlucht bood ten opzichte van een gloeiend Hall of Fame of een broedend Extase, is het nu het mekka van de plakkerige zweetnekjes en mufruikende metalheads, met hier en daar een verdwaalde Silver Apples-fan. Maar nogmaals: aan de hitte heeft Yob schijt. En geef ze eens ongelijk: als je om een bijna extatisch goed gefundeerde set een aangename illusie kunt bouwen die ondersteund wordt door zowel trage, dikke gitaargeluiden als de meest gloomy en aangename vocalen van metal-Incubate, kun je rekenen op een dito publiek. Dat schijt heeft aan de hitte, dus.

Oké, oké, nu weten we het wel: het is heet. Maar een tropische jungle?
Misschien zijn het de warrige kapsels of de exotische tattoo's die de show stelen en men blind maakt voor de vier muren die dit interactievolle spektakel omringen. Nou, het is natuurlijk wel doom, dus zo verrassend is die uitstraling nu ook weer niet. Bedenk daar wel even een sfeer bij die gedragen wordt door benauwdheid, desert metal en een vurig, bijna jagend naderend einde waar echt helemaal niemand zin in heeft: het is dat er af en toe een half-verdoofde, geheel vermaakte semi-hipster tegen je aan knalt om het allemaal wat beter te kunnen zien, anders zou je direct geloven dat dit een tropische jungle was – met de angstaanjagend charismatische Scheidt en zijn metgezellen als absolute koningen.