Eind jaren zestig ontwikkelde Coxe zijn eigen synthesizer - The Simeon - van een stapel oscillatoren, toen nog relatief goedkope apparaten, die niet als muziekinstrument werden gezien. Toetsen had hij nooit leren spelen, dus plakte hij kleurenstickers op de toetsen om een soort akkoorden te definiëren, maar zelden betekende dat een zuiver, 'bestaand' akkoord. Hij creëerde er een uniek geluid mee, en veranderde (elektronische) muziek voorgoed. Om hem hier in Paradox weer met zo'n complexe installatie op een wankele tafel in de weer te zien, is daardoor alleen al niets minder dan indrukwekkend.
De liefde voor de apparatuur spatte er vast vanaf?
Mwah, aan zelf synthesizers bouwen zijn ook na een halve eeuw ervaring nog oneffenheden en technische mankementen onlosmakelijk verbonden. Piep, kraak, zoem, piiieep. De zaaltechnicus schiet even te hulp en Coxe richt zich verzuchtend tot het publiek. "I hate these damn things. I don't know why I've ever gotten into this." Een schaterlach. Als Coxe de gunfactor nog niet had, heeft hij die nu zeker binnen.
Is dat ook niet vooral waar zo'n show het van moet hebben?
Nee! Natuurlijk is Coxe een innemende persoonlijkheid, en ziet het er allemaal een beetje uit als een heel erg uit de hand gelopen hobby, maar concentreer je even puur op de muziek: dit is geen liefdadigheidsproject. Die lichte melodietjes die continu door elkaar heen zweven, die vrolijke akkoordjes op de tweede en vierde tel met die speelse eurodance-feel, die hupsende drums. Ook in 2016 smaakt de zilverste appel van Incubate nog friszoet en knapperig.
Wat was het hoogtepunt?
Afsluiter 'Oscillations', met een schier eindeloze thereminsolo, is een ode aan alles wat Silver Apples maakt tot wat het is. "Oscillations, oscillations, electronic evocations of sound's reality / spinning magnetic fluctuations / waves of wave configurations / That dance between the poles off sound / and bind my world to soul."