Voor de dames bij de muffin-stand is dat even een dompertje, want geen klant zal hun baksels nu kunnen kopen. “Maar we maken er maar even het beste van, het wordt opgelost”, is het devies. Dat is ook een veel gehoord geluid op de rest van het terrein. Logisch ook, want wie niet van de gebaande paden wijkt, heeft eigenlijk niet zoveel last van het slijk en de blubber.
De bezoeker heeft zich zelf bovendien duidelijk voorbereid; kaplaarsjes en stevige wandelschoenen zijn de Paaspop-trend van 2015. En een enkeling die gevraagd wordt hoe lang hij denkt zijn witte schoenen wit te kunnen houden, is oprecht optimistisch. “Maar ik sta dan ook niet op de camping”, knipoogt hij, wijzend naar het groene bandje om mijn pols.
Leedvermaak, meewarige blikken en een welgemeend hart onder de riem; het zijn de reacties die ik krijg als ik vertel dat ik vanavond niet een pendelbus, maar mijn tentje opzoek. Een enkeling bewondert mijn ‘diehard festivalmentaliteit’. Maar eerlijk gezegd is ook daar de blubber niet onoverkomelijk. Ja, er ligt ook daar veel modder en het gras staat op sommige plekken blank. Omdat er geen vlonders liggen lijkt het allemaal wat rampzaliger, maar er zijn nog genoeg goede stukken gras over om een tentje op te zetten en een zeiltje eronder doet wonderen.
Mijn medekampeerders lijken zich dan ook niet erg druk te maken over de komende nachten. En ach, bij een van oudsher boerenfestival hoort het er ook bij om af en toe tot in je enkels in de modder te staan, toch?