Zonovergoten zondag Gipsy Festival verenigt windstreken

Grensoverschrijdende samenwerkingen en bijzondere projecten animeren jong en oud

Wouter & Maarten de Waal ,

Waar op de zaterdag van het International Gipsy Festival veel jonge acts van eigen bodem stonden geprogrammeerd, was het op zondag tijd voor de meer traditionele groepen. Hoewel, 'traditioneel': het combineren van flamenco met Hongaarse muziek en het aantreden van een (welhaast) volledig vrouwelijk ensemble zijn nou niet echt gebruikelijke zaken. Wat je onderhand wel bijna een traditie kunt noemen, is een afsluitend optreden van Fanfare Ciocărlia op dit festijn... maar gezien het grote enthousiasme dat deze Roemenen steevast teweegbrengen, is er ook geen reden om daar van af te wijken.

KARANDILA JUNIOR

Rond de klok van twee trapt het Bulgaarse Karandila Junior orkest af op het grote podium in de Interpolistuin. Waarschijnlijk had men de dag hiervoor, toen men iets later op de dag op dezelfde planken mocht staan, iets meer geluk met de hoeveelheid publiek, maar nu moeten de jongeren zich tevreden stellen met een langzaam aanwaaiende, selecte groep belangstellenden, die ook nog eens voor het merendeel verkiest te zitten. Aldus blijft de dansruimte voor het podium nagenoeg leeg, maar dat verhindert deze met veel koper uitgeruste bende niet er lustig op los te schetteren. Onder aanvoering van hun meester, een oudere trompettist die er niet vies van is ook zelf af en toe een aardig deuntje mee te blazen, werken deze kleine mannen zich met verve door hun balkanrepertoire, waarbij op een gegeven moment ook nog even een gastzangeres om de hoek komt kijken. Vooral de klarinettist verdient alle lof voor zijn energieke en afwisselende solobijdragen, en hoewel het ensemblewerk hier en daar nog een tikje rommelig is, belooft dit veelkoppige combo zeker veel voor de toekomst. (WdW)

TCHA LIMBERGER & SIRIN QUARTET

Alweer een behoorlijk aantal jaren terug zagen we Tcha Limberger voor het eerst aan het werk op dit festival, en dat wij niet de enigen waren die toen zwaar onder de indruk geraakten, blijkt wel uit het feit dat hij sedertdien nog verschillende malen Tilburg heeft mogen aandoen. De sympathieke violist en gitarist met de aangename Vlaamse tongval speelt dit keer met het Sirin Quartet, dat verder bestaat uit accordeonist Sacha Gaidar, gitarist Benjamin Clement en bassist Vilmos Csikos. Hoewel Limberger stamt uit een geslacht van zigeunermuzikanten, specialiseert dit kwartet zich eigenlijk helemaal niet in zigeunermuziek (ondeugend merkt Tcha op dat een specifieke zigeunermuziek niet bestaat, daar zigeuners doorgaans gewoon de traditionele muziek spelen van de streek waarin ze verblijven), maar voor deze gelegenheid heeft men een set samengesteld met een gipsy-achtig tintje. Die set bestaat voor het grootste deel uit melancholieke liederen uit de Slavische landen, handelend over ene Milos die een stommiteit heeft begaan, of over een meisje dat door haar familie wordt gedwongen de waarzegster uit te hangen, terwijl ze daar zelf niets voor voelt, maar ook over "de voor- en nadelen van de alcohol" (Limberger lijkt te suggereren dat deze slechts nadelen kent, maar hier kunnen we het niet met hem eens zijn) en de geneugten van het vrije liefdesleven. Een warmbloedig optreden, waarbinnen de zwaarmoedige liederen aangenaam contrasteren met de lichte en droogkomische presentatie van zowel Limberger als Gaidar, die en passant laten blijken niet alleen hun instrumenten tot in de puntjes te beheersen, maar ook nog begenadigde zangers te zijn. (MdW)

OT AZOJ & GIANI LINCAN

Met Ot Azoj verschijnt er vandaag zowaar nog een formatie van Nederlandse bodem op de planken, zij het ook hier met een internationaal randje door de toevoeging van de oorspronkelijk Roemeense cimbalomgrootheid Giani Lincan. Dat deze groep zichzelf niet al te serieus neemt, blijkt wel uit het feit dat men zichzelf graag situeert in de denkbeeldige republiek Molvanië (u weet wel, dat "land gevrijwaard van moderne tandheelkunde" dat met 'Elektronik Supersonik' de beste Songfestivalhit ooit heeft geproduceerd). Dansen staat voorop bij deze veelzijdige dame en heren, en gedanst wordt er dan ook volop door vele enthousiastelingen voor het podium. Een beetje jammer is wel dat de cimbalom regelmatig begraven wordt onder de klanken van de andere bandleden, maar gelukkig is men zo slim zich zo nu en dan in te houden om de virtuoze Lincan aan het woord te laten. Een uitermate feestelijke aangelegenheid. (WdW)

MARIAN BADOI TRIO

De accordeon (ook wel oneerbiedig met 'trekzak' aangeduid) is goed vertegenwoordigd op deze editie van het gipsyfestival, maar waarschijnlijk kan geen van de aanwezige collega's concurreren met Marian Badoi waar het snelheid en virtuositeit betreft. Zijn twee kompanen Olivier Kikteff (gitaar) en Tanguy Blum (bas) zijn op dit vlak aan hem gewaagd, wat leidt tot een optreden met een verbluffende notendichtheid. De band staat aangekondigd als een Roemeens/Franse act, maar heeft haar standplaats in Frankrijk en oriënteert zich overwegend op de typisch West-Europese zigeunermuziek, die zo sterk beïnvloed is door het swinggeluid van Django Reinhardt. Na het kolkende en dansbare optreden van het jeugdige Ot Azoj zijn het hier de meer bedaagde muziekconnaisseurs die voor het podium de toon zetten, maar enkele ontketende danslustigen laten zich niet ontmoedigen en weten ook op deze meer complexe klanken ritmisch te bewegen. (MdW)

JUAN DE LERIDA & ROMENGO

Met Juan de Lerida en Romengo belanden we vervolgens bij de meest ongebruikelijke muzikale ontmoeting van de dag. Een Spaanse flamencogitarist die een verbond aangaat met een Hongaarse zigeunerband: het klinkt op papier misschien als een onmogelijke combinatie. Het blijkt echter opvallend goed uit te werken, niet alleen omdat de Hongaren zich van hun beste flamencokant laten zien, maar ook omdat De Lerida er nauwelijks moeite mee blijkt te hebben om binnen de kortste keren van zijn eigen muziek over te schakelen op de galopperende 'hoppa'-ritmes van zijn oostelijke collega's. Het resultaat verleidt de zangeres en vooral ook haar talrijke mannelijke kompanen in de band tot vrolijke dansjes vlak voor het podium, een komisch schouwspel dat aanstekelijk werkt. Een aparte, maar alleraardigste samenkomst kortom, die maar weer eens ten overvloede bewijst dat muziek zich net zomin als het volk dat op dit festival centraal staat iets aantrekt van landsgrenzen. (WdW)

ALEXANDRA & ROMSKA STARS

De zigeuners kennen een oude cultuur die hoog in ere wordt gehouden, wat onder andere zorgt voor een heel eigen leefwijze en hechte samenlevingsverbanden, maar de keerzijde daarvan is dat soms nogal star wordt vastgehouden aan overgeleverde tradities. Eén daarvan, die ook op dit festival in het oog springt, beperkt de rol van de vrouw op het podium tot die van danseres en/of zangeres. De accordeoniste Alexandra Beaujard heeft besloten dit taboe te doorbreken, en is er met de nodige inspanning in geslaagd een volledig vrouwelijk ensemble te formeren. Nou ja, volledig: Het gezelschap bevat één al wat oudere man, door de trouwe aankondigster guitig omschreven als 'oppasser', die overigens ook lustig meespeelt. Wat we horen zijn folkloristisch aandoende liederen uit het Europese Oosten, met veel plezier vertolkt door vrouwen in kleurrijke en soms weinig verhullende kledij, hier en daar omlijst door wat erotisch getinte dans. Op zuiver technisch vlak is dit niet het allerbeste wat we deze dag te zien krijgen, maar de zichtbare spelvreugde van de toch vrij bedreven muzikantes maakt dat ruimschoots goed. Een bijzonder en moedig optreden, dat hopelijk voor muzikaal begaafde zigeunermeisjes de weg opent om zich ook al vroeg op een instrument te bekwamen. (MdW)

FANFARE CIOCĂRLIA

Van Fanfare Ciocărlia kun je veel zeggen, maar niet dat men nog nooit eerder op dit festival heeft gestaan. De reden voor die herhaalde terugkeer wordt echter ook vandaag weer binnen een paar ultrarappe noten duidelijk: geen groep die de armpjes en beentjes zo snel in beweging krijgt als deze. Fragmenten/bewerkingen van Gershwins 'Summertime' en Steppenwolfs 'Born To Be Wild' passeren de revue, maar bovenal grossieren de Roemenen als altijd in uiterst enerverend muzikaal Balkangeweld, met een dragende rol voor de percussie en het zware koper. Meest prominent in het bandgeluid blijven de ferme vocalen en natuurlijk vooral de bijna onmogelijk snelle, flitsende riedels op de lichtere instrumenten, die het handelsmerk van deze band vormen en het publiek tot grote hoogten opzwepen (een enkel jonger en ouder dansmarieke waagt zich daarbij zelfs op het podium). Het concert vliegt zoals we van deze mannen gewend zijn voorbij, maar na een korte toegift is men ook niet te beroerd om het feestje nog even akoestisch voor het podium voort te zetten, tot vreugde van vele onvermoeibare dansfanaten. Een mooi slotakkoord bij een zonnige achttiende editie van het International Gipsy Festival. (WdW)