Slechts vijftien minuten heeft de band uit Tel Aviv ervoor nodig om Cul de Sac te laten kolken en feesten. Op het moment dat drie in vale plunje gestoken mannen beginnen met spelen, is het nog rustig in de kuil van Cul de Sac, maar binnen tien minuten komt er een flinke horde mensen binnenlopen die verwonderd staat te kijken. De opstelling is erg simpel; een vierdelige drumkit, enkele gitaar- en basversterkers en een microfoon. Het geluid? Dat is snoeihard! De mix van Eagles of Death Metal, Black Sabbath en alles wat verder nog meer fout genoemd kan worden swingt als een tierelier. Maar de muziek is niet waarom deze band ronduit geniaal is. De performance maakt het de moeite waard. De zanger, met grote ABBA-snor een snoezelig bierbuikje, gilt, schreeuwt, zingt, croont en danst door de zaal. Hij staat geen moment stil en als hij niet bezig is met zijn eigen broek, schoenen, T-shirt en snor in brand te zetten, ligt hij wel op de bar, wordt hij gedragen door het publiek, staat hij op de drumkit of krijgt hij een spannende lapdance van een van de bezoeksters. Die natuurlijk wordt afgesloten met een kus op de mond.
En dan hebben we het nog niet gehad over de constant wisselende plek van de drummer, die hoe dan ook, waar dan ook, staand, liggend, springend, lopend, zittend door blijft drummen. En het is nog strak ook! Op een gegeven moment neemt de gitarist de basdrum over terwijl hij door blijft spelen en alles blijft prima in de maat, maar goed, dat mag ook wel na jaren touren over de hele wereld. Het enthousiasme van de band is aanstekelijk; het publiek swingt, springt, danst en drumt, nadat hun schoenen in de fik zijn gezet door de zanger, ook nog eens mee in slotstuk van de band. Bij het laatste nummer neemt de geluidsman al niet eens meer de moeite om de microfoons aan te zetten, vooral omdat ze toch niet meer boven de gierende gitaarversterkers uitkomen, die door het publiek harder zijn gezet.
Verschillende opkomende rock- en popbandjes, waar ze ook vandaan komen, zeggen het nieuwe geluid te hebben, zeggen de totale overgave te kennen die nodig is om rock ‘n’roll te spelen. Een boodschap aan hen: think again! Monotonix laat weer eens heel duidelijk zien dat opleidingen, cursussen en ideeën je nog niet tot een rock ‘n’ roll-held maken. Dit is pure overgave, tot het gaatje gaan en je publiek tot op het bot entertainen. De toeschouwers letterlijk aan je voeten laten liggen, om ze daarna letterlijk in brand te steken. Monotonix is een voorproefje van het ZXZW festival dat in september plaats gaat vinden. Als dit nog maar het voorproefje is, dan weet ik niet of ik het festival wel ga overleven.
Monotonix maakt bandjes kijken weer leuk
Drie mannen uit Israël weten hoe ze rock ‘n’ roll moeten serveren
Sommige bands weten in een redelijk korte tijd een enorme fanbase te creëren. Wat is redelijk kort, zou je je nu af kunnen vragen? Jody Bernal bijvoorbeeld wist in vier weken de nummer één Latino van Nederland te worden, met hit en al! En wat dacht je van de heren die van een Toppertje nog iets wisten te maken? Monotonix past op twee manieren in dit rijtje; hun presentatie is verre van normaal én ze hebben de kracht om snel mensen aan zich te binden. Hoe snel? Heel snel!